deel 2 Flashcards
(10 cards)
1
Q
methaan
A
CH2
aardgas
2
Q
ethaan
A
C2H6
aardgas
3
Q
propaan en butaan
A
C3H8, C4H10
energiebronnen ( huizen opwarmen)
4
Q
LPG (liquefied petroleum gas)
A
-gasmengsel
-brandstof voor automotoren
5
Q
etheen
A
C2H4, ethyleen
-rijpingshormoon
-basisgrondstof voor polyetheen
6
Q
propeen
A
C3H6, propyleen
-basisgrondstof voor polypropeen
7
Q
methanol
A
CH3OH, brandalcohol
-brandstof
-zeer giftig
-grondstof
-denatureringsmiddel (gedenatureerde alcohol)
8
Q
ethanol
A
C2H5OH, drankalcohol
- alcoholhoudende dranken
-te bereiden uit de vergisting van suikers
-in lever afgebroken tot een giftig product
-ontsmettende gels
-oplosmiddel
9
Q
methaanzuur
A
HCOOH, mierenzuur
- zelfverdediging van bosmieren en steekmieren, brandnetels
10
Q
ethaanzuur
A
CH3COOH, azijnzuur
-keukenazijn
-bewaarmiddel
-schoonmaakmiddel
