Deel 2 Flashcards Preview

02 Farmacognosie > Deel 2 > Flashcards

Flashcards in Deel 2 Deck (22)
Loading flashcards...
1
Q
A
  • Amfotericine B is een polyeen AB
  • Macrocyclische lactones met een 26 – 38-ledige ring
  • Reeks geconjugeerde E-dubbele bindingen (onstabiel !)
    • amphotericine B : heptaeen (& nystatine : tetraeen)
  • Antifungale werking (geen antibacteriële activiteit)
  • Mechanisme : complexvorming met sterolen in de eukaryotische celmembraan 10x sterker met ergosterol (fungi) dan met cholesterol (zoogdieren)
    • → Verandering van permeabiliteit celwand , vorming van poriën
      • → Verlies van ionen (Ca2+, Na+ en K+)
        • Celdood +
  • Biosynthese:

Schematisch:

  1. Start met een Ac-Coa (starter unit) op de plaats waar de ketenbreuk komt (hier is het de lacton). Het einde is waar een S-CoA groep is, dus de groep ernaast is het begin, de Ac-CoA.
  2. Verleng deze met of Malonyl CoA (15x) of Me-Mal-CoA (3x) (extenders). Afhankelijk welke nodig is.
  3. Maak het “skelet”. Maak je nog geen zorgen over de dubbele bindingen of de OH’s
  4. Nou moet je aangeven of er de volgende reacties heeft plaatsgevonden
    1. Eerste reductie = van de C=O naar C-OH
    2. Dehydratatie = van de C-OH naar C=CH
    3. Tweede reductie = van de C=C naar C-C
  5. Hou ook rekening met tauto-enol isomerisatie. Hier wordt dat gebruikt voor cyclisatie
2
Q
A
  • Macrolide antibiotica
  • Macrocyclische lactones met een 12 – 16-ledige ring
  • Antibacteriële werking: gram positieve bacteriën
  • Mechanisme: - inhibitie van de bacteriële proteïnesynthese (inhibitie van binding 50s subunit van bacteriële ribosomen)

Junaid had een S. aureus infectie en kreeg erythromycine van de huisarts. S. aureus is gram pos.

eRITROmycine = RIBOsomen

  • Biosynthese:

Schematisch:

  1. Starter unit is anders hier dan bij amfotericine B. Starter is Prop-CoA en extender is Me-mal-CoA (6x)
  2. Kijk goed waar deze start. Deze is tricky omdat het een propyl groep heeft.
  3. Doe dezelfde stappen als bij 1. Amfotericine B.
  4. Als er ergens zonder reden OH bijkomt dan is dat vanwege secundaire oxidaties. Gewoon dit erbij schrijven. Dat is voldoende. Je hoeft de reactiemechanisme niet te geven.
3
Q

3.

A
  • Is een macrolide.
  • Breed-spectrum nematocide (__nematoden aka rondwormen__) tegen rondwormen
  • AB: Humaan- veterinair tegen wormen, insecten, parasieten
  • Zeer actief bij
    • Rivier Blindheid” (Onchocerciasis) (chronische inflammatie in de cornea)
    • Lymphatische Filariasise (chronische zwelling - lymphoedeem)
      • o.a. Elephantiasis
  • Werkingsmechanisme : glutamate-gated chloride kanalen

The avermectins block the transmission of electrical activity in invertebrate nerve and muscle cells mostly by enhancing the effects of glutamate at the invertebrate-specific glutamate-gated chloride channel, with minor effects on gamma-aminobutyric acid receptors.

  • Biosynthese:

Schematisch:

  1. (Let op!) Starter is hier weer anders
  2. Keten maken
  3. =O kan weg in de vorm van H2O en laat C=C achter
  4. Sec oxidaties aangeven
  5. Lacton vorming - 2x keten sluiting (ring vorming )
  6. Epoxide vorming
4
Q
A
  • Gebruikt als immunosuppressiva, gebruik na orgaantransplantaties ( lever - nier) of lokaal ( eczeem)
  • Werkingsmechanisme : zoals cyclosporine A (cyclisch peptide) maar 100x actiever

inhibitie van T-cel activatie

  • Neveneffecten : neuro- en nefrotoxiciteit (__zoals cyclosporine A)
  • Pittige Taco’s geven nierproblemen en zenuwproblemen en uitslag op je anus*
  • Biosynthese:

Schematisch:

  1. Starter unit is hier weer anders
  2. Secundaire reacties NK
  3. =O weg en C=C in de plaats (2X)
5
Q

5.

A
  • Polyether antibiotica, (microbiële oorsprong – Streptomyces)
  • Voornamelijk veterinair
  • werkzaam als ionoforen :
    • verhoogde Na+ influx in parasiet → fatale stijging van osmotische druk
  • Biosynthese:

Schematisch:

  1. =O weg en C=C in de plaats
  2. Een drietal epoxidaties op dubbele bindingen
6
Q
A
  • Stamplant: Hypericum perforatum - Sint janskruid

Hyperici herba = gedroogde bloemtoppen

  • Inhoudsstoffen
    • Hypericine, pseudohypericine (fotosensibilisatie leidt tot→ fototoxiciteit (hypericisme)
      • heeft een antivirale activiteit (na activatie door licht))
      • antidepressieve werking (van Sint janskruid)
    • Hyperforine
      • antidepressieve werking (van Sint janskruid)
    • Flavonoiden
      • antidepressieve werking (van Sint janskruid)
  • Wat is de werking van sint-janskruid:
    • antidepressiva werking bij milde depressie
    • Hoe? Reuptake –inhibitie van noradrenaline, serotonine, dopamine in CZS = minder selectief dan (SSRI’s)
  • Heeft interacties met andere geneesmiddelen
    • SSRI’s + Sint janskruid → overactiviteit = serotiene syndroom
  • Inductie van de afbraak Van andere geneesmiddelen ( cytochroom p450)
    • lagere plasmaconcentratie → werking van middelen daalt
    • Voorbeeld: orale anticonceptiva, anti HIV
  • Hyperforine, hypericine behoren tot de aromatische polyketiden
  • Biosynthese:

Schematisch:

  1. Zie Deel 1 anthrachinnon tot Emodin Anthrone
  2. Radicaliseren
  3. Radicaal koppelen
  4. Oxideren 3x ( Ringsluiting)
  5. L-fenylalanine en L tyrosine [4. Shikimizuur derivaten]
7
Q
A
  • Er is een aandoening waarbij een bepaalde stap niet plaatsvindt en fenylalanine wordt omgezet in fenylpyrodruivenzuur in plaats van l-tyrosine.
    • Dit wordt phenylketonurie genoemd
    • Het is een erfelijke ziekte (1/18.000)
      • onbehandeld : mentale achterstand
      • behandeling : eiwitarm dieet
    • zoetstof aspartaam vermijden
    • Diagnose wordt gedaan door en neonatale screening ( een hielprik)
  • Biosynthese:

Zie begin Shikimizuur en vervolg bij L-fenylalanine

8
Q
A

Dicoumarol

  • Stamplant: Honingklaver (Melilotus officinalis). Komt voor in beschimmelde honingklaver
  • Werking: Dicoumarol is een vitamine K antagonist. Heeft een anticoagulerende werking
  • Reacties worden door de microben uitgevoerd bij de vorming van dicoumarol
  • vitamine K antagonisten Inhiberen in de lever de synthese van bepaalde stollingsfactoren
  • V_itamine K antagonisten worden gegeven bij de Behandeling en preventie van thrombo-embolische aandoeningen_ (diepe veneuze thrombose, longembolie)
  • voorbeeld van een vitamine K antagonist is warfarine

Mannen stoppen hun dicks in honing

VitK

Vitamine K2 is een Terpenoid chinonen

Menachinonen

Vitamine K2 Bacteriën, schimmels

Vitamine K1 : afkomstig van plantaardige voeding

Vitamine K2 : afkomstig van intestinale flora

Rol in de bloedstolling (carboxylatie van glutamaat resten in prothrombine)

9
Q
A
  • Stamplant: berenklauw - reuzeberenklauw
  • Lotte die psoriasis heeft vocht met een beer om haar scoutkinderen te redden.*
  • Het is Fototoxisch voor de huid
    • Met zonlicht raakte de huid ernstig geïrriteerd (fotodermatitis)
  • Waarvoor gebruikt?
    • bij de behandeling van psoriasis
      • PUVA (s (Psoraleen oraal of plaatselijk + UV-A))
      • Psoriasis = versnelde deling en verminderde differentiatie van hoorncellen in de opperhuid
  • Werking:
    • intercalatie van furocoumarines in DNA
      • Adduct gevormd tussen DNA en Fucocoumarines - Celverdeling verbroken - geen ongecontroleerde deling meer
    • vorming van cyclo-additie producten o.i.v. UV-straling

Biosynthese: 2 fotos

10
Q
A
  • Glucoside van salicylalcohol (salicine) komt voor in Salix sp. (wilgenbast)
  • na inname : enzymatische splitsing
    • oxidatie tot salicylzuur : werkt pijnstillend, koortswerend, ontstekingsremmend (POKemon)
  • Salicine heeft een ether voor zijn glucose eenheid. Deze O wordt geoxideerd tot OH waardoor er acetylsalicylzuur ontstaat
  • Salicine is de uitgangsstof voor acetylsalicylzuur (aspirine)
  • Salix alba (Schietwilg) en andere Salix soorten: Wilgenbast wordt gebruikt tegen koorts, pijn, bij rheumatische aandoeningen

Methylsalicylaat

  • Bestanddeel van wintergreen olie
  • gebruikt in zelfde als huid prikkel middel bij reumatische ziekten

COOme

I OH

Benzeen /

11
Q
A
  • Stamplant: Piper methysticum (Piperaceae) Kava plant

Stof zit in de wortel, rhizoom : 5 – 8% kava-pyrones (kava-lactones)

  • Gebruik: waterig extract van wortel en rhizoom :
    • als euforiserende drank door volkeren van de Stille Oceaan (Polynesië, Melanesië, Micronesië)
    • In de Fytotherapie : als anxiolyticum, bij spanning, agitatie en slapeloosheid
  • Hoe werkt het:
    • interactie met glutamaat, GABA, dopamine en serotonine neurotransmitter systemen.
  • Levertoxiciteit ??
    • Verboden ! maar verbod ondertussen opgeheven in Duitsland
    • Oorzaak? Aanwezigheid van het alkaloide pipermethystine in groene delen van de plant ? (worden traditioneel niet gebruikt)
  • Jan Willem gaat spelen met kawa (plant)

Kawa is dronken en euforisch met Justin

12
Q
A

6-gingerol

Stamplant:

  • Zingiber officinale (Zingiberaceae) Gember
  • wortel : Zingiberis rhizoma (Gemberwortel)

Inhoudsstoffen zijn:

  • Terpeen (Zorgen voor de aromatische geur
  • Gingerolen - shogaolen - zingeron zorgen voor de scherpe smaak

Gebruik:

  • Stomachicum (Een eetlust opwekkend middel dat ook de spijsvertering verbetert.),
  • Carminativum (Een windverdrijvend middel wat wordt toegepast bij de ophoping van gassen in het darmkanaal.)
  • Digestivum (Spijsverteringbevorderend)
  • Hogere dosis (> 2 g wortelstok poeder) : anti-emeticum (reisziekte)

Ruftende ginger Ed sheeran die meer wilt eten omdat hij geen last meer heeft van maagzuur. Hij hoeft ook niet meer te kotsen terwijl hij aan het touren is.

Curcumine:

Stamplant:

  • Curcuma domestica (Curcuma longa) (Zingiberaceae)
  • wortel : Curcumae domesticae rhizoma (Curcumawortel)
  • Oost-Azië

Inhoudsstoffen:

  • Terpeen→ Vluchtige olien
  • Curcuminoiden
    • anti-oxidatief, ontstekingsremmend, preventie van kanker
    • Gebruikt als kleurstof in textiel en levensmiddelen
    • gebruikt in specerijen: curry
    • bevordert de spijsvertering
  • Biosynthese
13
Q
A

Resveratrol is een polyfenol (meer bepaald een stilbenoïde), dat in diverse plantensoorten voorkomt, maar vooral in de schil van blauwe druiven

Flavonoïden hebben een antioxidatieve/radicaal vangende werking

Daarvoor is het belangrijk dat er een Pro oxidatieve of anti-oxidatieve balans bestaat.

Pro oxidatief:

  • Verdedigingsmechanismen
    • Endogeen,
    • Enzymatisch
    • Vitaminen (C, E)
    • Anti-oxidanten in voeding
      = vnl. Polyfenolen

Anti-oxidatieve:

  • “Reactive Oxygen Species” – ROS
    • Superoxide anion,
    • hydroxyl radikaal, …
    • Fysiologische functies (afweer, …)
    • Schadelijk bij overmaat
      • Wordt ook wel Oxidatieve Stress genoemd
    • ROS zorgen voor Veroudering, diabetes, kanker, …

Franse Paradox

In Frankrijk is de plasma cholesterol even hoog als in USA, maar toch minder hart-en vaatziekten

Verklaring ? Regelmatige consumptie van rode wijn. Rode wijn bevat veel polyfenolen die antioxidatieve zijn (Polyfenolen als resveratrol

Oxidatie van LDL is een belangrijk element bij de ontwikkeling van atherosclerose. Wordt tegengegaan door anti-oxidanten

Biosynthese:

14
Q
A

Kenmerken:

  • Stamplant is Silybum marianum (Mariadistel)
  • Komt voor in de Middellandse zeegebied

Farmacologische werking en gebruik

  • Hepatoprotectief effect (Beschermt de lever)Legalon ®
    • Inhibitie van schadelijke effecten van levertoxische verbindingen
      • indien Silybine op voorhand ingenomen is er bescherming tegen paddestoelgiften, CCl4 , paracetamol, …
      • Ondersteunende therapie bij leverziekten
    • Werkingsmechanisme
        • membraan-stabiliserende werking op hepatocyten (minder absorptie van toxines)
        • fenolisch karakter : antioxidatieve werking / ontstekingsremmende werking
        • stimulatie van proteïnsynthese (celregeneratie)
        • verhoogde aanmaak van glutathione in de lever (belangrijk antioxidant) door verhoogde cysteïne synthese

Biosynthese:

15
Q
A
  • Voornaamste voedingsbron Soja
  • Farmacologische werking en gebruik
    • Structuur is gelijk aan oestradiol
    • Daizeine heeft een zwak oestrogene werking
      • in afwezigheid van oestradiol : agonist
      • in aanwezigheid van oestradiol : antagonist
    • bescherming tegen het ontstaan van:
      • oestrogeen-afhankelijke kankers (borstkanker)
      • cardiovasculaire aandoeningen
      • Osteoporose
    • Gebruikt bij menopauzale klachten (osteoporose, warmte-opwellingen)
    • Gebruikt als alternatief voor hormonale substitutie-therapie wegens risico op kanker, hartaandoeningen, cerebro-vasculaire aandoeningen
  • Biosynthese:
16
Q

Eucalypthol

A
  • Biosynthese: Zie reacties in schrift
  • Eucalyptol: monoterpenen
    • Stamplant: Eucalyptus globulus
    • Antiseptisch
    • Expectorend: het ophoesten, het opgeven van slijm uit de luchtwegen
    • Gegeven bij bronchitis en verkoudheden
    • Zetpillen: niet bij kinderen jonger dan 30 maanden of kinderen die voorgeschiedenis hebben van epilepsie
  • Kamper
    • Stamplant: kamferboom
    • Zeer Oude bomen
    • komen voor in Zuidoost en oost-azië
    • Uitwendig gebruikt bij rheumatische pijnen
    • Inwendig zoals eucalyptol (zetpillen niet bij kinderen <30 maand!)
  • Menthol
    • Hoofdbestanddeel van muntolie
    • Komt uit stamplant Pepermunt (Mentha piperita)
    • Heeft een Jeukwerende werking (menthol-talk)
  • Thymol
    • Is hoofdbestanddeel van thijmolie
    • Stamplant: (Thymus vulgaris)
    • Werkt Antiseptisch

Toegediend bij bronchitis en hoest

5 fotos

17
Q

lre

A
  • Bio synthese
  • Inhoudsstoffen:
    • Inhoudsstoffen (Vluchtige olie)
      • Sesquiterpeen-carbonzuren : valereenzuur
      • Valepotriaten (Valeria-epoxy-triësters)
        • Valtraat
        • didrovaltraat
        • isovaltraat
        • acevaltraat

3 fotos

18
Q
A
  • Hoort bij de sesquiterpeen lactonen
  • Alkylerende werking op DNA → Dit is cytotoxisch
  • veroorzaken allergische reacties ( contact dermatitis)
  • pathenolide zit in moederkruid
  • de inhoudsstoffen van moederkruid zijn:
    • pathenolide
    • vluchtige olie met kamfer

Werking en gebruik van Panthenolide

  • Gebruikt voor: M migraine, artritis, tandpijn, menstruele pijnen
  • Gebruikt ter preventie van migraine. Inhibitie van vrijstelling van serotonine uit bloedplaatjes : vasodilatatie

Biosynthese:

3 DMAPP → aan elkaar hechten met opp aan een einde

19
Q

At

A
  • Product:
    • Hoort bij de sesquiterpenen (anderhalf)
    • Artemisia annua (Zomeralsem)
    • in China gebruikt bij malaria ( veroorzaakt door plasmodium)
  • Mechanisme plasmodium sp.:
    • Toxisch product gevormd (haemzoine) door de vertering van Haemoglobine in zure voedsel vacuolen → overleven parasiet
    • Artemisinine: Interferentie met Heem detoxificatie mechanisme
    • Complexvorming→ Haem groepen (Fe2+) + artemisinine
      • coördinatie van Fe2+ ( Heem) met de peroxide brug
    • Vorming van reactieve artemisinin radicalen ( activatie).
      • Reageren met membraan- gebonden eiwit van de malariaparasiet
      • Toxiciteit voor parasiet; Nano moleculaire concentratie
      • toxiciteit voor zoogdieren: micro moleculaire concentratie
  • Semi synthetische derivaten
    • zijn derivaten van dihydro artemisinine.
      • lipofiele precursoren blijven langer actief
      • Artesunaat is een wateroplosbare precursor
    • goed tegen acute aanvallen maar geen bier wensen
  • Bio synthese:
  1. 3x DMAPP levert keten. FPP in EE vorm
  2. Maak er EZ vorm van
  3. OPP eraf waardoor + lading ontstaat. Orden als in begin figuur,
  4. Ringsluiting via a. Dubbele binding E gaat weg en sluit linker ring, + lading ontstaat
  5. Hydride shift → + lading shuift op
  6. Ringsluiting via b plaats, dubbele binding gaat weg en sluit rechter ring, + lading ontstaat
    • lading weg door dubbele binding vorming
  7. Oxidatie naar carbonzuur
20
Q

Vitd

A

Situeer het product:

  • Triterpenen , steroïden

Farmacologische werking en gebruik

  • Vitamine D wordt in de lever en de nieren geactiveerd door hydroxylatie tot calcitriol (Vitamine D3 )
  • Vitamine D bevordert de GI absorptie van calcium en de renale reabsorptie van calcium en fosfaat
    • Hierdoor krijg je verhoogde plasmaspiegel van calcium en fosfaat
    • Hierdoor krijg je verhoogde afzetting van calcium in de beenderen
  • vitamine D wordt via de voeding opgenomen ( melkproducten en lever en Visolie)
  • normale blootstelling aan de zonlicht is noodzakelijk
  • Vitamine D gebrek leidt tot botmisvormingen (kinderen)

Biosynthesis

Schematisch:

  1. protosteryl kation → Lanosterol
    1. H+ gaat weg
    2. Dubbele binding gevormd
    3. Methyl schuif op
    4. H shuift op 2x en + lading wordt normaal
  2. Lanosterol→ 7- dehydrocholesterol
    1. Dubbele binding weg isopreen unit
    2. 3 methylen weg
    3. Dubbele binding schuift op
    4. Dubbele binding erbij
  3. 7- dehydrocholesterol → vit D3 (Fotochemische reactie hv schrijven)
    1. Ring opening (dubbele bindingen schuiven o0
    2. H wordt opgenomen en dubbele bindingen schuiven op
    3. Rotatie as
21
Q
A

Situeer het product:

  • Tetra-terpenen
  • Komen voor in planten (wortelen), Niet in het Dierenrijk
  • spelen rol in de fotosynthese (opvangers van lichtenergie)

Activiteit en gebruik

  • in lage dosis ( Beta caroteen) → cardio protectieve effect
  • in Hoge dosis ( betacaroteen) → raakt het cardioprotective effect verloren

Vitamine A1

  • vitamine A wordt in de lever gevormd uit betacaroteen
  • dierlijke bronnen van vitamine A zijn:
    • Vlees, Ei Geel, lever, zuivelproducten, vis
    • Levertraan = olie uit de lever van kabeljauw en verwanten vissoorten (ook vitD)
  • tekort aan vitamine A→
    • problemen bij het zien ( nachtblindheid)
    • Hyperkeratose ( verdikking van de epidermis)

Biogenese uitgaande van DMAPP:

Schematisch:

  1. 4 DMAPP (Fosfaat groep einde)+ 4 accepterende DMAPP ( pos. lading)
  2. Isomerisatie: van Z naar E
  3. Ringvorming: uiterste dubbele binding trekt H aan en tweede dubbele binding sluit ring.
  4. Interne dubbele binding vorming
22
Q
  1. Waar komt het woord shikimizuur vandaan
  2. Hoe maak je shikimizuur
  3. Wat is de C6C3 bouwsteen
  4. Waar komt het woord flavenoiden
  5. Wat is lignine
  6. Wat zijn Macroliden en wat doen ze
A
  1. Shikimi komt van shikimi-no-ki = steranijs en is een bouwsteen
  2. Erythrose 4p en phosphoenolpyruvaat
  3. Fenyl (benzeen) propaan
  4. Flavenoide: noide betekent lijkend op net als androide. Flave komt van het latijnse woord geel. Flavenoiden werden vroeger gebruikt om dingen geel te kleuren zoals bv wol. Flavenoiden zijn vnl kleurstoffen in fruit en groenten.
  5. Lignine is houtstof
  6. Macroliden zijn antibiotica en te beschouwen als macrocyclische lacton-ringen (met 14, 15 of 16 atomen) waarop twee suikerringen zijn ingeplant. Ze inhiberen de translocatie-reactie ter hoogte van het 50S-ribosoom. Ze werken bacteriostatisch bij de in vivo bereikbare concentraties. Ze zijn bactericide tegenover de meest gevoelige bacteriën bij hogere concentraties.