DEEL 2 hoofstuk 1: het recht is rationeel en wetenschappelijk opgebouwd Flashcards

1
Q

Wat is een wet?

A

specifieker dan een norm, het is een norm uitgaande van een daartoe bevoegde overheid.
-> onderscheid maken tussen wet in formele zin en wet in materiële zin.
bij wet in formele zin praten we over:
1. wetten
2. decreten
3. ordonnanties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is een juridische norm?

A

een norm waarvan van overheidswege opgelegden minstens van overheidswege erkende, sancties verbonden zijn.
-> er bestaan ook nog hulpregels , deze krijgen een normatief karakter in combinatie met andere regels.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is een norm?

A

gedragsvoorschrift dat betrekking heeft op een onbepaald aantal situaties of personen.

kenmerkende elementen:

  • algemeenheid
  • verbindend karakter
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Geef de definitie van een gebiedende norm.

A

Als A, dan B

Bv als je minderjarig bent, dan moet je je houden aan de leerplicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Geef de definitie van een verbiendende norm.

A

als C, dan niet B.

BV: als je minderjarig bent, mag je geen sterke drank.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is een dwingende regel?

A

regels waarvan je niet mag afwijken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat zijn aanvullende regels?

A

normen waar men wel mag van afwijken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is een norm van openbare orde?

A

deze behoren tot de dwingende normen MAAR ze kijken hierbij niet naar particuliere belangen maar naar openbare belangen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat bedoeld men met ‘ een algemeen voorschrift is reglementair’?

A

ze houden een nieuwe regel in.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is objectief recht?

A

het recht bekeken als abstracte normen, los van concrete toepassing.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is subjectief recht?

A
  • het gaat de objectieve norm toepassen op een werkelijke situatie met rechtssubjecten.
  • het is de concrete bevoegdheid of macht om iets te vragen, eisen of vorderen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat zijn rechtsobjecten?

A

dieren, dingen, goederen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat zijn rechtssubjecten?

A

drager van subjectieve rechten en plichten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is subjectieve aansprakelijkheid?

A

het concrete gedrag moet beoordeelt worden om te zien of een fout hem kan toegerekend worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat is objectieve aansprakelijkheid?

A

met moet instaan voor bepaalde gevolgen op basis van een bepaalde regel of hoedanigheid.
BV: werkgever is aansprakelijk voor de gewone fouten van zijn werknemers.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wie zijn de bekendste rechtspersonen - publiekrechtelijk vlak?

A
  • verschillende overheden (belgische staat, vlaams gewest etc)
  • openbare instellingen (polderbedrijven, intercommunals etc)
17
Q

wie zijn de bekendste rechtspersonen op privaatrechterlijk vlak?

A
  • vennootschappen (bvba, nv, cvba)
  • verenigingen zonder winstoogmerk
  • stichtingen
  • verenigingen van mede-eigenaars van een appartement mede-eigendom.
18
Q

wie is rechtsbekwaam?

A

houd in dat men rechten (en plichten) heeft.

-> we spreken ook wel over genotsbekwaamheid omdat we van rechten kunnen genieten.

19
Q

wat is handelingsbekwaam?

A

houd in dat men zijn rechten en plichten ook effectief zelf kan uitvoeren, afdwingen en toepassen.

natuurlijke pers. zijn handelingsbekwaam vanaf 18 jr.

20
Q

wat zijn de uitzonderingen op de handelingsbekwaamheid?

A
  • minderjarig, minder als 15 jr. oud maar vertegenwoordigd door ouders/voogd.
  • erge geesteszieke
  • handicap
  • verkwisters (kunnen risicovolle handelingen zelf niet verrichten)
  • strafrechtelijke veroordeelden
  • situatiespecifieke beperkte onbekwaamheden
21
Q

wat is een rechtsfeit?

A

een gebeurtenis waar rechtsregels aan vastgeknoopt zijn.
BV vaas breken door het binnen voetballen
-> het was niet je intentie de vaas te breken, er is een menselijke tussenkomst.

22
Q

een rechtsfeit kan op 2 manieren, welke?

A
  • met menselijke tussenkomst
  • zonder menselijke tussenkomst

BV wanneer er bliksem inslaat op je huis is dit een rechtsfeit omdat de brandverzekering zal moeten tussenkomen.

23
Q

wat is een rechtshandeling?

A

een handeling van de mense met doel rechtsgevolgen erbij te roepen
BV huis kopen

24
Q

wat zijn de verschillende vormen van een rechtshandeling?

A
  • éénzijdige rechtshandelingen: wil van 1 persoon aanwezig
    BV testament
  • meerzijdige RH: wil van 2 of meer personen aanwezig
    BV overeenkomst
  • RH ten bezwarende titel:” voor wat - hoort wat” principe
  • RH ten kosteloze titel
    BV schenking
  • RH onder levenden: RH krijg haar volle uitwerking als alle personen om wie het gaat nog in leven zijn.
  • RH ter oorzaak des doods: RH heeft pas effect bij het overlijden van de persoon in kwestie
    BV testament
25
Q

wat is een translatieve RH?

A

eigendom gaat over naar iemand anders, soort overdracht dus.

26
Q

wat is een constitutieve RH?

A

BV oprichting vennootschap

27
Q

wat is een declaratieve RH?

A

BV vernietigen van de OK

28
Q

wat is de materiële motivering?

A

dit omvat de inhoudelijke elementen, waarop een beslissing gestoeld is.

29
Q

wat is een formele motivering?

A

dit is de schriftelijke vorm waarin die juridische en feitelijke elementen uitdrukkelijk worden beschreven.

30
Q

wat is een formele rechtsbron?

A

dit is de vorm waarin het recht verschijnt:

  • RS
  • wet
  • RL
  • gewoonte
  • algemene rechtsbeginselen
31
Q

wat zijn materiële rechtsbronnen?

A

dit zijn echter alle factoren die aan de basis liggen van de tot standkoming van het recht:

  • sociale evolutie
  • klimatologische omstandigheden
32
Q

wat is het verschil tussen wettig en wettelijk?

A

wettig: synoniem voor rechtsgeldig, rechtmatig
wettelijk: refereert naar een concrete wet

33
Q

wat is het verschil tussen rechtsgeleerd, rechtskundig en rechterlijk?

A

rechtsgeleerd, rechterlijk en rechtskundig: verwijzen naar bepaalde takken van het recht

rechterlijk: verwijst naar iets dat eigen is aan een rechter, de RB of de rechtsbeding.

34
Q

wat zijn de verschillen in sancties?

A

uitvoering bij equivalent: financiële situatie, kan hardhandig afgedwongen worden via een beslagprocedure.

nietigheid

herstel in vorige toestand

35
Q

wat zijn de sancties in publiekrechtelijke takken?

A

enkel pecunaire sancties

BV administratieve geldboete.

36
Q

wat zijn de tuchtstraffen?

A
  • terugzetting in graad
  • schorsing, schrapping
  • waarschuwing