Deel 3 REVERSE Flashcards
(88 cards)
de (braad)pan
de (braad)pannen
the frying pan

de (stoof)pot
de (stoof)potten
The casserole pot

de bourgondiër/s
the gourmand
de werker/s
the werker
het kruidentuiltje
de kruidentuiltjes
the herb bouquet

de azijn
the vinegar

de olie

de mosterd

de kruidnagel
the cloves

de stroop
de siroop

het lawaai
the noise
het stoofvlees
the stew

vriendelijk/onvriendelijk
friendly/unfriendly
open/gesloten
open/closed
beleefd/onbeleefd
polite/rude
ernstig/vrolijk
serious/happy
georganiseerd/chaotisch
organised/chaotic
dom
intelligent/slim
stupid
intelligent/smart
chauvinistisch
chauvanistic
stipt
punctual
gierig
stingy
bakken
ik bak
bakte(n)
(hebben) gebakken
klaarmaken in hete olie of boter in een pan (vlees, vis, aardappelen) of in de oven (brood, cake, koekjes)

braden
ik braad
braadde(n)
(hebben) gebraden
een groot stuk vlees of vis, of een kip klaarmaken in de oven

gieten
ik giet
goot (goten)
hebben gegoten
to pour










