Brainscape's Knowledge GenomeTM


Top Flashcards (Certified)
All Flashcards

Dutch 3 CLT Mondeling > Deel 5 > Flashcards

Deel 5 Flashcards

(62 cards)

Start Studying
1
Q
A

de universiteit

de universiteiten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

the training

A

de opleiding

de opleidingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q
A

de lagere school

de lagere scholen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

playschool/kindergarten

A

de kleuterschool

de kleuterscholen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

education

A

het onderwijs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

primary education

A

het basisonderwijs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

secondary education

A

het secundair onderwijs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

higher education

A

hoger onderwijs

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q
A

de bankbediende

de bankbedienden/de bankbediendes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q
A

de kinderverzorgster

de kinderverzorgsters

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

the work

A

het werk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

voluntary work

A

het vrijwilligerswerk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

fantastic

A

fantastisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

awful

A

afschuwelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

to follow

A

volgen

ik volg

volgde(n)

heb gevolgd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

to practice

A

oefenen

ik oefen

oefende(n)

heb geoefend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

to complain

A

klagen

klaagde(n)

heb geklaagd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

I work as a nanny for a family

A

Ik werk als kinderverzorgster bij een gezin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

I found work as a nanny for a family

A

Ik vond werk als kinderverzorgster bij een gezin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

I find the weather fantastic

A

Ik vind het weer fantastisch

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

I agree with Edmir

A

Ik ben het eens met Edmir

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

He came to Belgium to studie economics

A

Hij is naar België gekommen om economie te studeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

What did Emina do after primary education?

A

Wat heeft Emina na het basisonderwijs gedaan?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

What was Emina’s profession in Turkey?

A

Wat was het beroep van Emina in Turkije?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
When did she come to Belgium?
Wanneer is zij naar België gekomen?
26
Did she receive education in Belgium? If so, what?
Heeft zij onderwijs gevolgd in België? Zo ja, wat?
27
What is her profession in Belgium?
Wat is haar beroep in België?
28
Where did she learn Dutch?
Waar heeft zij Nederlands geleerd?
29
What does she do to practice her Dutch?
Wat doet zij om haar Nederlands te oefenen?
30
Is she married? Does she have children?
Is ze getrouwd? Heeft ze kinderen?
31
What does she say about the weather in Turkey?
Wat zegt ze over het weer in Turkije?
32
What does she think of the weather in Belgium?
Wat vindt ze van het weer in België?
33
I first went to school when I was 4 years old.
Ik ging voor het eerst naar school toen ik 4 jaar was.
34
I went to primary/secondary education when I was 4/11 years old.
Ik ging naar het basisonderwijs/het secundair toen ik 4/11 jaar was.
35
I was educated in music
Ik volgde een opleiding in muziek
36
I studied music at university/college
Ik studeerde muziek aan de universiteit/hogeschool
37
subject (e.g. in school)
onderwerp/vak
38
Where would you like to work?
Waar zou jij werken?
39
what job did you want to do
welk beroep wilde je doen
40
I study Dutch to talk to Flemish people
Ik studeer Nederlands om met Vlamingen te praten
41
It is warm
het is warm
42
it is cold
het is koud
43
it is hot
het is heet
44
it is cloudy
het is bewolkt
45
it is raining
het regent
46
it is snowing
het sneeuwt
47
it is hailing
het hagelt
48
it is freezing
het vriest
49
it is windy
het waait/er is veel windt
50
it is stormy
het stormt
51
there's thunder and lightening
het bliksemt en het dondert
52
is has rained
het heeft geregend
53
is has frozen
het heeft gevroren
54
it has snowed
het heeft gesneeuwd
55
it was cloudy
he was bewolkt
56
the sun shined
de zon heeft geschenen
57
There was a lot of wind
Er was veerl windt
58
It was hot/warme
Het was heet/warme
59
There was cloud
Er was bewolking
60
It hailed
het heeft gehageld
61
There was (It) thundered and lightening
Het heeft gebliksemd en gedonderd
62
secondary school
middelbare school

Dutch 3 CLT Mondeling (10 decks)

Brainscape helps you reach your goals faster, through stronger study habits.
© 2025 Bold Learning Solutions. Terms and Conditions