Deel 8 Flashcards

1
Q

autobiografisch geheugen

A

Herinneringen aan eigen leven opgeslagen.
- Pollyannaprincipe: aangename gebeurtenissen makkelijker herinnerd dan onaangename gebeurtenissen
- Info over verleden die niet overeenkomt met huidig zelfbeeld makkelijker vergeten
- 70-jarige weten veel uit fase tussen 20 en 40 jaar, recente gebeurtenissen zijn het compleetst, afgelopen tientallen jaren minst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Verklaringen voor
cognitieve
veranderingen
ouderen

A
  • Omgevingsfactoren: medicatie die geheugen verslechtert, verandering in levensomstandigheden (pensioen), minder motivatie
  • Fouten in informatieverwerking: moeite om irrelevante informatie op zij te zetten en verstoren probleemoplossing, snelheid neemt af, minder goed op nieuw materiaal focussen, organisatie in geheugen verloopt minder efficiënt.
  • Biologische factoren: achteruitgang hersenen en rest van het lichaam (oestrogeen, frontaalkwabben, cellen in hippocampus nemen af). Niet altijd bewezen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Leren voor ouderen

A

Onderwijsprogramma’s voor ouderen helpen mentaal, psychologisch en sociaal actief te blijven. Ouderen hebben meestal geen moeite om het niveau van colleges te volgen. Ouderen worden gezien als een verrijking door levenservaring. Barrières:
- Generatiekloof door technologie. Deze generatiekloof zal smaller worden.
- Vloeiende intelligentie neemt af, dus moeilijk aan te leren (niet onmogelijk)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Theorie van
cognitieve reserve
(Stern)

A

Hoogopgeleiden kunnen geheugenverlies en cognitief verval langer uitstellen door hersenschade beter te compenseren. De diagnose van Alzheimer vindt later plaats in verder stadium van hersenaftakeling. Hierdoor zullen hoogopgeleiden vanaf diagnose sneller overlijden dan laagopgeleiden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Ontwikkeling
persoonlijkheid
ouderdom

A

Ondanks stabiliteit van fundamentele persoonlijkheidstrekken kan onze persoonlijkheid in de loop der tijd wel degelijk veranderen: ingrijpende veranderingen in sociale omgeving tijdens gehele volwassenheid leiden tot veranderingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Erikson’s stadium van
Ik-integriteit versus
wanhoop

A

Proces van terugkijken op eigen leven, evalueren en vrede erin vinden. Hierin slagen zorgt voor uitblijven spijt en moedeloosheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Ontwikkelingstaken
van Peck

A

o Herdefiniëren van het ik versus preoccupatie met de werkrol: opnieuw definiëren van waarden en zichzelf los van werk.
o Trandescentie van het lichamelijke versus preoccupatie met het lichaam: leren omgaan en verder kijken dan lichaam
o Trandescentie van het ik versus preoccupatie met het ik: vrede vinden met aanstaande dood, inzien dat ze een bijdrage hebben geleverd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Levinsons laatste
seizoen winter

A

Mensen moeten zichzelf leren beschouwen als iemand die de ouderdom gaat bereiken en accepteren van nieuwe waarden en rollen die hierbij horen. Verlies van macht, respect en autoriteit. Anderzijds een bron van steun en informatie voor andere generaties en brengt deze fase een nieuwe vrijheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Vier
persoonlijkheidstypen
van Neugarten

A

Onderzoek naar verschillende manieren waarop mensen met ouder worden omgaan: vier persoonlijkheidstypen
o Gedesintegreerd en ongeorganiseerd type: niet accepteren en wanhoop
o Passief-afhankelijk type: angstig en snel hulp inroepen
o Afwerend type: tegenhouden ouderdom, gedragen zich actiever en jonger, onrealistische verwachtingen waardoor teleurstelling
o Geïntegreerd type: acceptatie en gevoel van eigenwaarde (meeste).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Life review

A

Terugblikken op het eigen leven is bij alle onderzoekers de rode draad. Life review wordt bij ouderen ingezet door definitiever worden van vooruitzicht eigen dood. Verbinding tussen heden en verleden. Voordelen
- Psychologisch opzicht: gebeurtenissen beter begrijpen, oude conflicten oplossen.
- Sociaal opzicht: gevoel van wederkerigheid en verbondenheid
- Cognitief opzicht: goed voor activatie geheugen
- Levensboek voor ernstig zieke mensen: positievere aandacht
Nadelen
- Obsessie met verleden en hierdoor ongelukkig voelen (boos, schuldig, depressie).
- Verbitterd voelen omdat mooie tijden voorbij zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Leeftijdsstratificatie

A

economische hulpbronnen, macht en privileges zijn ongelijk verdeeld tussen mensen in verschillende levensstadia. Minder invloed in families. Verdienen minder. Minder begrip technologie. Waardoor terugval in status.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wijsheid

A

De deskundige kennis over de praktische aspecten van het leven (moeilijk te definiëren en meten). Verschil met intelligentie: dat gaat om kennis te maken met hier en nu en logisch nadenken, wijsheid is tijdloze kennis en begrip van menselijk gedrag. 20-jarigen en 80-jarigen werden vergeleken in probleemoplossing: ouderen gaven meer wijze woorden, mogelijk door betere ToM.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Disengagement
theorie

A

Ouderdom gaat gepaard met geleidelijke terugtrekking uit de wereld op lichamelijk (minder energie), psychologisch (minder belangstelling aan de wereld om ons heen) en sociaal niveau (minder interacties). Dit is een wederzijds proces: normen en verwachtingen over ouder worden zoals pensioen waarbij ze zich móeten losmaken. Kritiek: onvoldoende door resultaten ondersteund, zorginstellingen werden geïsoleerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Activity theorie

A

Gelukkig ouder worden is wanneer hobby’s, activiteiten en sociale contacten uit middelbare leeftijd worden voortgezet. In veel niet-westerse samenlevingen is dit vanzelfsprekend. Weggevallen activiteiten moet je vervangen. Actief bij samenleving betrokken blijven. Wonen in de wijk, ouderenorganisaties tot bloei en vervallen leeftijdsgrenzen. ‘Rust roest’ dus ouderen moeten gestimuleerd worden. Kritiek: niet elke activiteit zal effect hebben op geluk (soort belangrijker dan frequentie), voor sommigen is minder beter (kalmer aan doen, dus meer disengagement).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Continuity theorie

A

Voor een maximaal gevoel van welzijn een door hen gewenst niveau van betrokkenheid bij maatschappij zien vast te houden: synthese van disengagement en activity. Mensen die voorheen actief en sociaal waren, zijn het gelukkigst als ze hiermee doorgaan en vice versa. Daarnaast:
- Ouderen zijn beter in staat emoties te reguleren.
- Goede lichamelijke en mentale gezondheid is belangrijk
- Financiële middelen, autonomie en controle over leven
- De manier waarop ouderen naar ouderdom kijken is van invloed op tevredenheid:
verval van ouderdom is gedeeltelijk geestesgesteldheid (placebo-effect). Ouder worden lijkt bepaalde mate van tevredenheid op te leveren (gelukkiger dan jonge mensen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Selectieve
optimalisering

A

Proces waarbij mensen zich concentreren op specifieke vaardigheden ter compensatie voor verliezen op andere gebieden. Hulpbronnen versterken en tegelijkertijd selecteren specifieke terreinen waar ze belangstelling voor hebben, daarnaast compenseren voor verliezen. Een leven die beperkter is maar aangepast dus gelukkig.

17
Q

Hospitalisering

A

Psychologische toestand onder invloed van opname in instelling waarin mensen apathisch en onverschillig worden en niet meer voor zichzelf zorgen. Ontstaat deels door aangeleerde hulpeloosheid: geen controle meer hebben over eigen omgeving. Mensen die nog mogen kiezen waren gelukkiger en gezonder en leefden langer. Bij geen keuzemogelijkheden effect op welzijn.

18
Q

Vier niveaus van
religie

A
  1. Verbondenheid met het transcedente: connectie met iets of iemand die het zelf en de mensheid overstijgt (god of heelal). Verwondering, hoop en bewondering
  2. Verbondenheid met het zelf: zoeken naar innerlijke harmonie, bewustzijn, authenticiteit en zelfkennis. Puur op eigen persoon.
  3. Verbondenheid met anderen: connectie met anderen om je heen zowel familie, vrienden als vreemden. Empathie, compassie en zorgzaamheid.
  4. Verbondenheid met natuur: connectie met natuur. Verwondering, dankbaarheid
    en zorgzaamheid.
    Het ervaren van connectie met transcedente en anderen zijn voorspeller van beter welbevinden. Aan de hand van vragenlijsten kijken op welk vlak een cliënt kan groeien om tot beter welbevindente komen. Spirituele Attitude en Interesse Lijst (26 stellingen met 6 puntsschaal).
19
Q

Vergeving en ego-
integriteit op
menselijke
gezondheid

A

Erikson stelt dat bij niet bereiken ego-integriteit er meer depressieve klachten zijn. Bepaalde mate van vergeving kan positief effect hebben op ego-integriteit en daarmee gezondheid.
- Vergeving, ego-integriteit en wanhoop hebben vooral effect op (minder) depressieve klachten en (meer) levenstevredenheid maar niet op lich gezondheid.
- Vergeving kan wel via beteren sociale relaties een positieve invloed hebben op gezondheid
Vergeving is proces met affectief, cognitief, motivationeel en gedragsmatige verandering die het gevolg zijn van een interpersoonlijk aanval. Vraagt afzien van vergelding en gevoelens van wrok en bevorderen prosociale gedachten en positieve gevoelens als compassie, liefde en sympathie. Enright Forgiveness Inventory (EFI) meet specifieke vergeving (gericht op bepaalde gebeurtenis of person in gedachte) in drie subschalen: affect, gedrag en cognitie. Score van 20 of hoger op pseudo-items duidt op geen vergeving.

20
Q

Huwelijk en ouderdom

A

Percentage getrouwde mannen groter dan vrouwen (leven langer en huwelijksgradiënt). De meeste die nog getrouwd zijn melden tevreden te zijn: kameraadschap en emotionele steun. Huwelijken kunnen onder druk komen door veranderingen in het leven (pensioen).

21
Q

Scheiding en ouderdom

A

Toename in aantal scheidingen onder 65-plussers. Echtscheiding heeft ingrijpende gevolgen: voor veel vrouwen was echtgenote zijn een grote rol en daarmee keldert geluk. Voor vrouwen lastig omdat de kans klein is voor volgende relatie. Scheiding gaat gepaard met een daling in zelf gerapporteerde gezondheid. Hoewel op eerder leeftijd (35-41 jaar) ernstigere daling is dan later (44-51 jaar) mogelijk doordat deze beter om kunnen gaan met de stress of dat kinderen ouder zijn of de veranderende tijdsgeest; scheiding meer geaccepteerd

22
Q

Dood partner in ouderdom

A
  • Intens verdriet na zo lang samen: verlies kameraadschap en vertrouwenspersoon
  • Gevolgen financieel: achteruitgang in welvaart waarmee pijnlijke beslissingen moeten worden gemaakt zoals verkopen huis
  • Gevolgen sociaal: derde wiel in de wagen voelen en uitdoven vriendschappen), hoewel vriendschappen met alleenstaanden ontstaan
  • Rol van weduwe moeten aannemen en verlies rol partner.
  • Familie geeft steun maar deze verdwijnt snel
23
Q

Aanpassingsproces
weduwschap

A
  1. Voorbereiding: adaptief gedrag en vaardigheden aanleren (testament etc.)
  2. Verdriet en rouw: directe reactie op dood partner, shock en pijn. Hoelang dit duurt is afhankelijk van sociale steun en persoonlijkheid
  3. Adaptatie: acceptatie verlies, reorganisatie rollen, nieuw leven opbouwen, hulpbronnen gebruiken, re-integratie met opbouw nieuwe identiteit Timing varieert aanzienlijk. Sommigen gecompliceerd verdriet. Meeste slagen erin.
24
Q

Vriendschap en ouderdom

A

Genieten even veel van vriendschappen en verkiezen vaak boven familie (meer steun). Meer controle over vriendschappen dan familie en tijdens ouderdom is veel verlies van controle. Vriendschappen zijn vaak flexibeler, zonder verplichtingen en conflicten. Als partner sterft zoeken ze gezelschap van vrienden om verlies te verwerken en deel kameraadschap in te vullen. Vrienden sterven ook: waarde van vriendschap bepaalt hoe ingrijpend.

25
Q

Sociale steun en geluk

A

Sociale steun speelt grote rol in gelukkig ouder worden:
- Lotgenoten hebben meer begrip en goede suggesties
- Materiële steun in praktische hulp of advies
- Verschaffer heeft ook voordelen (nut en waarde)
Wederkerigheid: verwachting dat als iemand iets positiefs doet voor een ander, dit uiteindelijk zal worden terugbetaald (wordt geprefereerd). Met ouder worden moeilijker: scheve relatie.

26
Q

Ouderdom en kinderen

A

Belangrijker dan broers en zussen. Geografisch en psychologisch dichtbij (75% woont minder dan 30 min. vandaan). Dochters hebben vaker contact, en moeders krijgen meer aandacht. Ouders en kinderen hebben gelijke denkbeelden over hoe kinderen zich moeten gedragen. Niet altijd wederkerig: ouders willen hechtere relatie, hebben meer ontwikkelingsbelang terwijl kinderen autonomie willen behouden. Ouders minimaliseren conflicten hierdoor. Ouders blijven belangstelling en bezorgdheid houden over kinderen.

27
Q

Eenzaamheid en ouderdom

A

Percentage dat eenzaam is neemt toe met de leeftijd. Mensen van 75 jaar of ouder zijn vaker eenzaam dan jongeren (ongeveer 7% tegenover 2%). M.n. door: slechtere gezondheid, overlijden partner of andere mensen, verlies mobiliteit. 2 vormen
- Emotionele eenzaamheid: tekort aan intieme relaties zoals partner
- Sociale eenzaamheid: gemis aan netwerk met vrienden, buren en collega’s Iemand met weinig contacten is niet gelijk eenzaam: frequentie en eenzaamheid hangen wel samen (minder vaak dagelijks contact en minder participatie in samenleving).

28
Q

Sociaal kapitaal en ouderdom

A

Organisatie van sociaal netwerk, normen en sociaal vertrouwen.
- Focus op externe relaties met overbruggende functie
o Bridging: aangaan en onderhouden zwakke horizontale relaties (vrienden, buren).
o Linking: zwakkere verticale relaties (leidinggevende of medewerker).
- Focus op interne relaties op emotionele horizontale verbinding
o Bonding: intieme en hechte relaties met familie
Hoe hoger het sociaal kapitaal, hoe minder eenzaamheid er wordt gerapporteerd.
Twee factoren:
- Sociale steun als cognitieve hulpbron
- Sociale participatie als structurele hulpbron

29
Q

Interventies voor
sociaal kapitaal

A
  • Netwerk vormen met gezondheidscentra en gemeenschapsorganisaties: zakelijke relaties met als doel de eenzaamheid te reduceren. Linking.
  • Groepsprogramma voor eenzame ouderen voor sociale steun en participatie. Relatie tussen leiders en deelnemers is linking. Deelnemers onderling is bridging.
    Na de interventies:
  • Minder ervaren eenzaamheid
  • Ervaren sociale steun en participatie toegenomen
  • Vaker gebruik maken van gezondheidscentra
  • 65.8% had sociale contacten opgedaan, na 2 jaar 44.7% nog in contact
  • Na 2 jaar: effecten nog meetbaar en ervaren depressieve symptomen afgenomen
30
Q

Klinisch dood vs hersendood

A

Klinisch dood: afwezigheid van hartslag en ademhaling. Na reanimeren kan het weer starten: definitie niet langer in gebruik.
Hersendood: afwezigheid van alle hersenactiviteit (elektrische hersengolven). Deze functie kan niet hersteld worden. Dit wordt niet altijd gemeten. Er kan nog primitieve hersenactiviteit zijn maar zonder kunnen denken, voelen en wereld ervaren (zoals in coma), dan ook vaak gesproken van de dood.