défi 2 Flashcards
(59 cards)
een toename
un accroissement
een (terroristische) aanslag
un attentat (terroriste)
de zelfstandigheid
l’autonomie (f.)
de autoriteit, de macht, de bevoegdheid
l’autorité (f.)
een extralegaal voordeel
un avantage extralégal
een mislukking
un échec
het ondernemerschap
l’entrepreneuriat (m.)
een onderneming
une entreprise
de ontwikkeling, de groei, de ontplooiing
l’épanouissement (m.)
een evenwicht
un équilibre
een uitbreiding, expansie
une expansion
de onzekerheid
l’incertitude (f.)
de loyaliteit, de trouw aan
la loyauté (envers)
een update, een actualisering
une mise à jour
het multitasken
le multitasking
een kennisgeving, een bericht
une notification
een zoektocht
une quête
een erkenning
une reconnaissance
de veiligheid
la sécurité
een socioloog
un(e) sociologue
de stabiliteit
la stabilité
een derde
un tiers
strijdlustig
combattif (-ve)
gefocust, geconcentreerd
concentré(e)