Dermatovenereologie voor de eerste lijn Flashcards
H3.11 (1-) (36 cards)
Wat is allergie?
Een abnormaal immunologisch reactiemechanisme tgv contact met een antigeen
Bij een allergie is zijn er humorale en cellulaire componenten.
Ja
Wat zijn 2 voorbeelden van humorale componenten in een allergische reactie?
immunoglobulinen, complementfactoren
Wat zijn 3 voorbeelden van cellulaire componenten in een allergische reactie?
T-cellen, B-cellen, Langerhans-cellen
Bij welke soort allergische reactie is er primaire sensibilisatie?
4
Bij welk type allergische reactie is er IgE?
Type I
Bij welk type allergische reactie zijn er mestcellen?
Type I
Bij welk type allergische reactie zijn er T-lymfocyten?
Type IV
Bij welk type allergische reactie zijn er Langerhans-cellen?
Type IV
Bij welk type allergische reactie zijn er granulocyten?
Type I
Bij welk type allergische reactie is er histamine?
Type I
Bij welk type allergische reactie zijn er immuuncomplexen?
Type III
Bij welk type allergische reactie zijn er macrofagen?
Type IV
Bij welk type allergische reactie is er IgG, IgM en complement? (2)
Type II en Type III
Welk type allergische reactie is anafylactische shock?
Type I
Welk type allergische reactie is trombocytopenische purpura?
Type II
Welk type allergische reactie is Serumziekte?
Type III
Welk type allergische reactie is allergisch contacteczeem?
Type IV
Welk type allergische reactie asthma bronchiale?
Type I
Welk type allergische reactie is Urticaria?
Type I
Welk type allergische reactie is auto-immuunhemolytische anemie?
Type II
Welk type allergische reactie is purpura?
Type III
Welk type allergische reactie is fotoallergische reacties?
Type IV
Welk type allergische reactie is Rinitis?
Type I