Dienend leiderschap (hoofdstuk 10) Flashcards
(7 cards)
1
Q
Betekenis ‘dienaar’
A
- Iemand in persoonlijke dienst van een meester
- Ondergeschikte
2
Q
Karakteristieken van een dienend leider
A
- Luisteren
- Empathie
- Helen
- Bewustzijn
- Overtuiging
- Conceptualisering
- Vooruitziendheid
- Rentmeesterschap
- Commitment aan groei van mensen
- Bouwen van gemeenschappen
3
Q
Overige karakteristieken (breder aanbod dienend leider)
A
- Faciliteren
- Bescheidenheid
- Op de achtergrond aanwezig zijn
- Kennen van zijn/haar beperkingen
- Het hebben van een ethische visie
- Medewerkers doelen geven
- Moedig zijn
4
Q
Excellent leiderschap en dienend leiderschap
A
- Het verlenen van het gevoel dat men er als werknemer toe doet
- Het vaststellen van een visie en het samenstellen van bepalende waarden voor de organisatie
- Enthousiasme en zelfvertrouwen
- Empathisch vermogen
- Het ‘delen’ van de macht met zijn medewerkers
- Het zoeken van compensatie bij anderen voor de eigen ‘zwaktes’
- Vaardig als coach
5
Q
Gezichtspunten voor excellente organisaties en dienend leiderschap (boek ‘in search of excellence’ van Peters en Waterman)
A
- Actiegerichtheid
- Autonomie en ondernemerschap
- Productiviteit door mensen
- Persoonlijke inzet en waardenbewustzijn
- Eenvoudige organisatie met kleine ‘staf’
- Vrijheid en gebondenheid
6
Q
Misvattingen over dienend leiderschap
A
- Dienend leiderschap is doelloos
- Afhankelijke opstelling van dienende leiders
- Onzichtbaar zijn van/zich wegcijferen door dienende leiders
- Alles mag
- Soft
- Een truc
- Werkt niet in crisistijd
- Het is een religieuze aangelegenheid
- De zoveelste leiderschapshype
- Onderdeel van andere leiderschapsstijlen
- Niet haalbaar in de praktijk
7
Q
Dienend leiderschap en het 4R-model (Paul Schnabel)
A
- Richting
- Ruimte
- Resultaten
- Rekenschap