Diverse inkomsten Flashcards
Wat is het overzicht van diverse inkomsten?
- Artikel 90 = limitatieve lijst
- 1° Occasionele winsten of baten
1°bis- 1°quater Onbelast bijverdienen
2° Prijzen en subsidies voor geleerden, schrijvers of kunstenaars
3°-4° Onderhoudsuitkeringen
5° Inkomsten uit onroerende rechten
6° Loten van effecten van leningen
7° Opbrengsten van verhuring van jacht-, vis- en vogelvangstrechten
8° Meerwaarden op ongebouwde onroerende goederen
9° Meerwaarden op aandelen
10° Meerwaarden op gebouwde onroerende goederen
11° Vergoeding voor ontbrekende coupon
12° Vergoedingen voor uitvindingen
Diverse inkomsten = steeds verworven buiten uitoefening beroepsactiviteit
Wat zijn occasionele winsten of baten?
- Onroerende inkomsten: zie meerwaarden op onroerend vermogen
- Roerende inkomsten: zie meerwaarden op roerend vermogen
- Bepaling van het netto-inkomen: art. 97 § 1 en art. 103 § 1
- Bruto bedrag min verbonden kosten
- Verlies 5 jaar overdragen binnen “art. 90, 1°” inkomsten
- Tarief: art. 171, 1°: 33%
Kan een inkomen dat door de wet als OI of RI wordt aangemerkt toch een DI zijn op grond van art. 90, 1°?
- Neen: het WIB bevat een typedwang (Cass. 22 jan 2010)
- Maar als het een onbelast RI betreft, kan het toch een DI zijn (Cass 6 mei 2011)
- Typedwang geldt ook voor OI (Cass. 4 oktober 2013), maar toch nog veel lagere rechtspraak (bijv. Gent 15 maart 2016)
Wat zijn onderhoudsuitkeringen?
- Artikel 90, 3° en 4°: onderhoudsuitkeringen
- Toepassingsvoorwaarden:
- Uitkeringen gestort in uitvoering van een verplichting opgelegd door het B.W., het Ger. W. of gelijkaardige buitenlandse verplichting
- Uitkering tussen ouders en afstammelingen, echtgenoten (bijv. tijdens of na echtscheiding), wettelijk samenwonenden,…
- De begunstigde maakt geen deel uit van het gezin van de schuldenaar
- De uitkering moet regelmatig zijn toegekend
- Administratie gaat ervan uit dat de uitkering ‘regelmatig’ is toegekend bij betaling maximaal drie maanden na het begin van de maand waarop ze betrekking heeft
- Belasting genieter staat los van al dan niet toepassing van de aftrek van de betaalde uitkeringen door de schuldenaar en vice versa
- Ook uitkeringen in natura komen in aanmerking (bijv. terbeschikkingstelling woning)
- Uitkeringen gestort in uitvoering van een verplichting opgelegd door het B.W., het Ger. W. of gelijkaardige buitenlandse verplichting
Wanneer zijn onderhoudsuitkeringen belastbaar?
- Wanneer belastbaar?
- Inkomsten zijn belastbaar in het belastbaar tijdperk waarin ze worden betaald of toegekend
Wat is de belastbare grondslag van onderhoudsuitkeringen?
- Periodieke inkomsten: 80 % van het werkelijk geïnde bedrag (d.w.z. forfaitaire kostenaftrek, art. 99)
- Kapitalen (art. 90, 3°): fictieve rente vanaf de dag waarop het kapitaal wordt toegekend of betaald tot de dag van het overlijden van de verkrijger
- Rente wordt berekend volgens omzettingscoëfficiënten (art. 170 WIB en 73 KB/WIB)
- 80% van deze rente wordt in aanmerking genomen
Wat is het tarief van onderhoudsuitkeringen?
- Art. 90, 3°: progressief
- Art. 90, 4°: gemiddelde aanslagvoet m.b.t. geheel van de andere belastbare inkomsten (art. 171, 6°)
Wat houdt artikel 90, 5° in?
*
Wat houdt artikel 90, 7° in?
- Opbrengsten van verhuring van jacht-, vis-, en vogelvangstrechten
- Belastbaar bedrag: art. 98 tweede lid WIB
- Werkelijk betaald of toegekend bedrag + eventuele RV (maar geen RV verschuldigd als de verkrijger onderworpen is aan PB: art. 111 KB/WIB)
- Tarief: 30% (art. 171, 3° WIB)
Wat houdt artikel 90, 8° in?
- Art. 90, 8°: meerwaarden op ongebouwde onroerende goederen
- Meerwaarden op onroerend vermogen
- Belastbaar bedrag: art. 101 § 1 WIB
- Tarief: 33% of 16,5% (art. 171, 1° b) en 171, 4° d))
Wat houdt artikel 90, 9°?
- Meerwaarden op aandelen
- Zie meerwaarden op roerende goederen (aandelen)
- Belastbare basis: art. 102 WIB
- Tarief:
- Art. 90, 9°, eerste streepje (occasionele meerwaarden op aandelen): 33% (art. 171 ,1°, a))
- Art. 90, 9°, tweede streepje (belangrijke deelnemingen): 16,5% (art. 171, 4°, e))
Wat houdt artikel 90, 10° in?
- Art. 90, 10°: meerwaarden op gebouwde onroerende goederen
- Zie meerwaarden op onroerende goederen
- Belastbare basis: art. 101 § 2 WIB
- Tarief: 16,5% (art. 171, 4°, e))
Wat houdt onbelast bijverdienen?
- 3 categorieën van niet-beroepsmatige activiteiten die gunstig belast worden:
- Deeleconomie (art. 90, 1°bis)
- Occasionele diensten tussen burgers (art. 90, 1°ter)
- Verenigingswerk (art. 90, 1°quater)
- Gelijkaardige fiscale regeling voor deze activiteiten:
- Belastingplichtige mag tot een bepaald grensbedrag per jaar ‘bijverdienen’ zonder belasting (of sociale bijdragen) verschuldigd te zijn (art. 37bis § 2 WIB)
- Grensbedrag per jaar voor de drie activiteiten samen: EUR 6.340 (AJ 2021)
- En inkomsten uit occasionele diensten tussen burgers en verenigingswerk samen mogen niet meer dan een vast bedrag per per maand bedragen
- Belasting als BI (of DI) van zodra grens overschreden is
- Belastingplichtige mag tot een bepaald grensbedrag per jaar ‘bijverdienen’ zonder belasting (of sociale bijdragen) verschuldigd te zijn (art. 37bis § 2 WIB)
- Regime vernietigd door het Grondwettelijk Hof (GwH 23 april 2020, 53/2020)!
Wat zijn de toepassingsvoorwaarden van de deeleconomie?
- Levering van diensten
- Die niet uitsluitend RI of OI (of inkomsten uit onderverhuur) opleveren
- Bijv. verhuur onroerend goed = OI (zie hoger)
- Buiten een beroepswerkzaamheid
- Diensten mogen dus geen verband houden met bestaande beroepsactiviteit van de belastingplichtige als zelfstandige
- Enkel diensten aan niet-beroepsmatig handelende natuurlijke personen
- Uitsluitend via een erkend elektronisch platform
- Overeenkomst komt tot stand door tussenkomst van platform
- Vergoeding wordt betaald door (tussenkomst van) het platform
- Erkenning gebeurt door Koning
Wat is de fiscale behandeling van de deeleconomie?
- Art. 37bis § 2: drempelbedrag van EUR 6.340 (AJ 2021)
- Indien bruto-inkomsten uit deeleconomie, occasionele diensten tussen burgers en verenigingswerk samen meer bedragen in het lopend of het vorig jaar è vermoeden dat het volledige bedrag BI vormt
- Tegenbewijs belastingplichtige mogelijk è dan belast als DI
- Vrijstelling indien de som van de 3 inkomstencategorieën niet meer bedraagt dan EUR 6.340 in het lopend en het vorig jaar (art. 90/1 WIB)
- Drempelvrijstelling → volledige bedrag wordt belastbaar wanneer de grens overschreden is
- Indien grens overschreden is (en het DI zijn) è tarief van 33% (art. 171, 1°)
- Belastbare grondslag: brutobedrag verminderd met werkelijke kosten (art. 97/1 WIB)
- Art. 102ter WIB: “Verliezen die in het belastbare tijdperk zijn geleden bij het verrichten van handelingen als vermeld in artikel 90, eerste lid, 1°bis, 1°ter of 1°quater worden evenredig afgetrokken van de andere inkomsten uit zulke handelingen”