Dossier 4 En Route 1 Flashcards
(23 cards)
1
Q
Elkaar ontmoeten
A
Se rencontrer
2
Q
Liefde op het eerste gezicht
A
Le coup de foudre
3
Q
Afspreken
A
Se donner rendez-vous
4
Q
In het geheim
A
En cachette
5
Q
Trouwen
A
Se marier
6
Q
Een gouden hart hebben
A
Avoir un cœur en or
7
Q
Verliefd worden op
A
Tomber amoureux de
8
Q
Zomers, zomer-
A
Estival
9
Q
Een ontmoeting
A
Une rencontre
10
Q
Kussen
A
Échanger un baiser
11
Q
Voelen
A
Ressentir
12
Q
Seizoens-
A
Saisonnier
13
Q
De aandacht trekken
A
Taper dans l’œil
14
Q
Zich voegen bij
A
Rejoindre
15
Q
Een afstandsrelatie
A
Une relation à distance
16
Q
Vechten voor
A
Se battre pour
17
Q
Van elkaar houden
A
S’aimer
18
Q
Elkaar verlaten
A
Se quitter
19
Q
Elkaar terugzien
A
Se revoir
20
Q
Ontroeren
A
Émouvoir
21
Q
Verlaten
A
Quitter
22
Q
Een koppel
A
Un couple
23
Q
Een scheiding
A
Une separation
