Duits p45_48 deel 2 Flashcards
(51 cards)
1
Q
het avondeten
A
das Abendessen die Abendessen
2
Q
de buggy
A
der buggy die buggys
3
Q
de reis naar huis
A
die Heimreise die heimreisen
4
Q
het kleed
A
das Kleid die Kleider
5
Q
de Markt
A
der Makrt die Märkte
6
Q
de kerk
A
das Münster die Münster
7
Q
het museum
A
Das Museum Die Museen
8
Q
de reis
A
Die Reise Die Reisen
9
Q
de ring
A
Der Ring Die Ringe
10
Q
het kasteel
A
Das Schloss Die Schlösser
11
Q
de bezienswaardigheid
A
die Sehenswürdigkeit Die Sehenwürdigkeiten
12
Q
de wandeling
A
der Spaziergang Die Spaziergänge
13
Q
de file
A
der Stau die Staus
14
Q
het uur
A
die Stunde die Stunden
15
Q
het terras
A
Die Terrasse Die Terrassen
16
Q
de vertraging
A
Die Verspätung Die Verspätungen
17
Q
De trein
A
Der Zug Die Züge
18
Q
bezoeken
A
besuchen
19
Q
bieden
A
bieten
20
Q
blijven
A
Bleiben
21
Q
boeken
A
Buchen
22
Q
luieren
A
Faulenzen
23
Q
genieten
A
GenieBen
24
Q
klimmen
A
Klettern
25
houden
lieben
26
bedoelen
meinen
27
huren
mieten
28
regenen
regnen
29
paardrijden
reiten
30
roeien
rudern
31
zich vervelen
sich langweilen
32
dromen
Traümen
33
doen
treiben
34
wandelen
wandern
35
zullen/worden
werden
36
weten
wissen
37
vertrekken
abfahren
38
opstaan
aufstehen
39
beginnen
beginnen
40
bezichtigen
besichtigen
41
vinden
finden
42
prberen
ausprobieren
43
fotograferen
fotografieren
44
reizen
reisen
45
smaken
schmecken
46
zwemmen
schwimmen
47
ontmoeten
treffen
48
missen
verpassen
49
wachten
warten
50
tonen
zeigen
51
kamperen
zelten
