dumichki Flashcards
(181 cards)
Дума
Woord
издънка, филиз
uitloper
често
dikwijls
разклонение
dе vertakking
заобиколен
omringen - omringde - heeft omringd
скулптор
de beeldhouwer
скелет, рамка
het geraamte*
прикаченият
de aanhechting
прикачвам
aanhechten, hechtte aan - heeft aangehect
реалистичен
natuurgetrouw
указание за посока
richtingaanduidingen
Напоявам
weken, weekte - heeft geweekt
Крайник
de ledemaat
водя / довеждам
aanvoeren - voerde aan - heeft aangevoerd
извеждам / транспоритрам
afvoeren - voerde af - heeft afgevoerd
мембрана*
het vlies
крехък/трошлив
bros
обяснявам
uiteenzetten, ik zet uiteen - ik zette uiteen - ik heb uiteengezet
удължен
langgerekt
нишки, струни
draden
свивам
samentrekken, trok samen - is samengetrokken
неуморим
onvermoeibaar
набразден / волеви мускули
dwarsgestreepte spier
неволен
onwillekeurig