Dutch 1500-2000 Flashcards
(501 cards)
1
Q
A
2
Q
wisdom
A
wijsheid
3
Q
persuade
A
overtuigen
4
Q
certainty
A
zekerheid
5
Q
cloth
A
lap
6
Q
eager
A
gretig
7
Q
deserve
A
verdienen
8
Q
sympathetic
A
sympathiek
9
Q
cure
A
genezing
10
Q
trap
A
val
11
Q
puzzle
A
puzzel
12
Q
powder
A
poeder
13
Q
raw
A
rauw
14
Q
mankind
A
mensheid
15
Q
glad
A
blij
16
Q
blame
A
schuld
17
Q
whenever
A
wanneer dan ook
18
Q
anxiety
A
spanning
19
Q
bus
A
bus
20
Q
tremble
A
beven
21
Q
sacred
A
heilig
22
Q
fortunate
A
gelukkig
23
Q
glory
A
heerlijkheid
24
Q
golden
A
gouden
25
neat
keurig
26
weekend
weekend
27
treasury
schatkist
28
overcome
overwinnen
29
cat
kat
30
sacrifice
offer
31
complain
klagen
32
elect
kiezen
33
roar
brullen
34
sake
belang
35
temple
tempel
36
self
zelf
37
compete
concurreren
38
nurse
verpleegkundige
39
stuff
spullen
40
stomach
maag
41
peculiar
ongewoon
42
repair
reparatie
43
storm
storm
44
ton
ton
45
desert
woestijn
46
allowance
toelage
47
servant
bediende
48
hunger
honger
49
conscience
geweten
50
bread
brood
51
crash
neerstorten
52
tip
tip
53
strengthen
versterken
54
proof
bewijs
55
generous
genereus
56
sir
meneer
57
tonight
vanavond
58
whip
zweep
59
tongue
tong
60
mill
molen
61
merchant
handelaar
62
coal
kolen
63
ruin
vernietigen
64
introduction
invoering
65
courage
moed
66
actor
acteur
67
belt
riem
68
stir
roeren
69
package
pakket
70
punish
straffen
71
reflection
reflectie
72
breathe
ademen
73
anywhere
overal
74
amuse
amuseren
75
dull
saai
76
fate
lot
77
net
netto
78
fellowship
gemeenschap
79
fault
schuld
80
furniture
meubilair
81
beam
straal
82
pencil
potlood
83
border
grens
84
disappoint
teleurstellen
85
flame
vlam
86
joke
grap
87
bless
zegenen
88
corn
maïs
89
shell
schelp
90
tempt
verleiden
91
supper
avondeten
92
destruction
vernietiging
93
dive
duiken
94
anxious
gespannen
95
shine
glans
96
cheap
goedkoop
97
dish
gerecht
98
distant
afstandelijk
99
greet
begroeten
100
flood
overstroming
101
excuse
excuus
102
insect
insect
103
ocean
oceaan
104
ceremony
ceremonie
105
decrease
afname
106
prize
prijs
107
harm
leed
108
insure
verzekeren
109
verse
vers
110
pot
pot
111
sincere
eerlijk
112
cotton
katoen
113
leaf
blad
114
rub
wrijven
115
medicine
geneesmiddel
116
stroke
hartinfarct
117
bite
beet
118
lung
long
119
lonely
alleen
120
admission
erkenning
121
stupid
dom
122
scratch
kras
123
composition
samenstelling
124
broadcast
uitzending
125
drum
trommel
126
resist
weerstaan
127
neglect
verwaarlozen
128
absent
afwezig
129
passenger
passagier
130
adventure
avontuur
131
beg
smeken
132
pipe
pijp
133
beard
baard
134
bold
vetgedrukt
135
meanwhile
In de tussentijd
136
devil
duivel
137
cheer
juichen
138
nut
moer
139
split
gesplitst
140
melt
smelten
141
swear
zweren
142
sugar
suiker
143
bury
begraven
144
wipe
veeg
145
faint
flauwvallen
146
creature
schepsel
147
tail
staart
148
wealth
rijkdom
149
earnest
ernstig
150
translate
vertalen
151
suspicion
vermoeden
152
noble
edele
153
inquiry
navraag
154
journey
reis
155
hesitate
huiveren
156
extraordinary
uitzonderlijk
157
borrow
lenen
158
owe
schuldig zijn
159
funeral
begrafenis
160
ambition
ambitie
161
mixture
mengsel
162
slope
helling
163
criminal
crimineel
164
seldom
zelden
165
map
kaart
166
spin
draaien
167
praise
loven
168
spare
sparen
169
plow
ploeg
170
telegraph
telegraaf
171
barrel
loop
172
straighten
rechtzetten
173
scarce
schaars
174
lunch
lunch
175
slavery
slavernij
176
creep
kruipen
177
sweat
zweet
178
gay
homo
179
stiff
stijf
180
brave
moedig
181
seize
grijpen
182
convenient
handig
183
horizon
horizon
184
moderate
gematigd
185
complicate
compliceren
186
dig
graven
187
curse
vloek
188
weigh
wegen
189
priest
priester
190
excessive
excessief
191
quarrel
ruzie
192
widow
weduwe
193
modest
bescheiden
194
dine
dineren
195
politician
politicus
196
custom
aangepast
197
educate
opvoeden
198
salesman
verkoper
199
nail
nagel
200
tap
kraan
201
eastern
oostelijk
202
possession
bezit
203
satisfaction
tevredenheid
204
behave
gedragen
205
mercy
genade
206
scatter
verstrooien
207
objection
bezwaar
208
silver
zilver
209
tent
tent
210
saddle
zadel
211
wrap
wrap
212
nest
nest
213
grind
malen
214
spell
spellen
215
plaster
gips
216
arch
boog
217
swell
zwellen
218
friendship
vriendschap
219
bath
bad
220
bundle
bundel
221
grateful
dankbaar
222
crown
kroon
223
boundary
grens
224
nowhere
nergens
225
asleep
in slaap
226
clock
klok
227
boil
koken
228
altogether
helemaal
229
lend
lenen
230
holiday
vakantie
231
precious
schitterend
232
wander
dwalen
233
ugly
lelijk
234
reputation
reputatie
235
ticket
ticket
236
pretend
doen alsof
237
dismiss
afwijzen
238
delicate
delicaat
239
despair
wanhoop
240
awake
wakker
241
tea
thee
242
ONWAAR
243
fortune
fortuin
244
cap
dop
245
thread
draad
246
haste
haast
247
bare
kaal
248
shirt
shirt
249
bargain
koopje
250
leather
leer
251
rail
spoor
252
butter
boter
253
dot
punt
254
inquire
informeer
255
warmth
warmte
256
decisive
besluitvol
257
vessel
schip
258
pity
medelijden
259
steam
stoom
260
pin
pin
261
bound
gebonden
262
companion
metgezel
263
toe
teen
264
reward
beloning
265
forbid
verbieden
266
wherever
waar dan ook
267
tower
toren
268
bathe
baden
269
lodge
logeren
270
swallow
slikken
271
multiply
vermenigvuldigen
272
bow
boog
273
kingdom
koninkrijk
274
garage
garage
275
permission
toestemming
276
pump
pomp
277
prevention
preventie
278
urgent
dringend
279
aunt
tante
280
zero
nul
281
idle
inactief
282
fever
koorts
283
christmas
Kerstmis
284
regret
spijt
285
jaw
kaak
286
soap
zeep
287
pronounce
uitspreken
288
empire
Empire
289
bowl
schaal
290
outline
overzicht
291
organ
orgaan
292
imitation
imitatie
293
caution
voorzichtigheid
294
mineral
mineraal
295
disagree
niet mee eens
296
blade
blad
297
trick
truc
298
treasure
schat
299
immense
enorm
300
convenience
gemak
301
disapprove
afkeuren
302
destructive
destructief
303
fork
vork
304
noon
middag
305
ownership
eigendom
306
tune
afstemmen
307
polish
Pools
308
poison
vergif
309
shame
schaamte
310
loyalty
loyaliteit
311
cottage
huisje
312
astonish
verbazen
313
shave
scheren
314
feather
veerkracht
315
sauce
saus
316
lid
deksel
317
debt
schuld
318
fade
vervagen
319
confess
toegeven
320
classification
classificatie
321
descend
afdalen
322
cape
kaap
323
mild
mild
324
clever
slim
325
envelope
envelop
326
invention
uitvinding
327
sheep
schaap
328
splendid
schitterend
329
stamp
stempel
330
float
vlot
331
brick
baksteen
332
rice
rijst
333
businessman
zakenman
334
backward
achteruit
335
qualification
kwalificatie
336
artificial
kunstmatig
337
attraction
attractie
338
lamp
lamp
339
curl
krul
340
shower
douche
341
elder
ouderling
342
bunch
veel
343
bell
klok
344
steer
sturen
345
flavor
smaak
346
spit
spit
347
rob
beroven
348
cream
room
349
interrupt
onderbreken
350
pen
pen
351
weave
weven
352
orange
oranje
353
rescue
redden
354
crush
verbrijzeling
355
humble
nederig
356
fancy
modieus
357
decay
verval
358
polite
beleefd
359
tribe
stam
360
bleed
bloeden
361
coin
munt
362
fond
dol op
363
autumn
herfst
364
classify
classificeren
365
omit
weglaten
366
loyal
loyaal
367
needle
naald
368
lessen
verminderen
369
complaint
klacht
370
pad
stootkussen
371
steep
stijl
372
skirt
rok
373
curtain
gordijn
374
calculation
berekening
375
laughter
gelach
376
solemn
plechtig
377
grease
vet
378
interfere
onderbreken
379
explode
ontploffen
380
fasten
vastmaken
381
flag
vlag
382
resign
ontslag nemen
383
postpone
uitstellen
384
patience
geduld
385
boast
opscheppen
386
rope
touw
387
envy
jaloezie
388
airplane
vliegtuig
389
rid
ontdoen
390
shield
schild
391
veil
sluier
392
kneel
knielen
393
tray
dienblad
394
explosive
explosief
395
brass
messing
396
taxi
taxi
397
wax
was
398
duck
eend
399
button
knop
400
invent
uitvinden
401
remedy
remedie
402
bush
struik
403
thunder
donder
404
weaken
verzwakken
405
poverty
armoede
406
scrape
schrapen
407
arrow
pijl
408
tender
teder
409
cruel
wreed
410
soften
verzachten
411
mouse
muis
412
hay
hooi
413
anyhow
hoe dan ook
414
alike
gelijk
415
circular
circulaire
416
juice
sap
417
shelf
plank
418
bake
bakken
419
hatred
haat
420
cautious
voorzichtig
421
basket
mand
422
wreck
wrak
423
width
breedte
424
confident
vol vertrouwen
425
log
loggen
426
heap
hoop
427
suck
zuigen
428
ladder
ladder
429
gap
gat
430
obey
gehoorzamen
431
hut
hut
432
axe
bijl
433
translation
vertaling
434
collar
kraag
435
delivery
levering
436
reproduce
reproduceren
437
confession
bekentenis
438
pan
pan
439
prejudice
vooroordeel
440
voyage
reis
441
tobacco
tabak
442
simplicity
eenvoud
443
paste
plakken
444
cake
taart
445
elephant
olifant
446
ribbon
lintje
447
harvest
oogst
448
ashamed
beschaamd
449
cave
grot
450
customary
gebruikelijk
451
thief
dief
452
damp
vochtig
453
sew
naaien
454
rust
roest
455
separation
scheiding
456
waiter
bediende
457
pet
huisdier
458
straw
rietje
459
upset
boos
460
towel
handdoek
461
refresh
vernieuwen
462
essence
essence
463
fur
bond
464
ambitious
ambitieus
465
defendant
verweerder
466
daylight
daglicht
467
dip
duik
468
suspicious
verdacht
469
imaginary
denkbeeldig
470
ash
as
471
carriage
koets
472
educator
opvoeder
473
saw
zaag
474
stove
fornuis
475
rubber
rubber
476
rug
tapijt
477
misery
mis
478
awkward
ongemakkelijk
479
rival
rivaal
480
roast
gebraden
481
deed
daad
482
preference
voorkeur
483
explosion
explosie
484
theatrical
theatraal
485
cultivate
cultiveren
486
collector
verzamelaar
487
miserable
miserabel
488
wrist
pols
489
rabbit
konijn
490
accustom
gewend
491
tide
tij
492
insult
belediging
493
thumb
duim
494
lump
klont
495
annoy
ergeren
496
toy
speelgoed-
497
heal
genezen
498
shallow
oppervlakkig
499
repetition
herhaling
500
soup
soep
501
whistle
fluit
