Dutch Test 3 January 2024 Flashcards
To study the words in vocabulary H3 en 4 (100 cards)
1
Q
aardig
A
nice, friendly
2
Q
altijd
A
always
3
Q
baard, de
A
beard, the
4
Q
beroep, het
A
profession, the
5
Q
beschrijven
A
to describe
6
Q
bijvoorbeeld
A
for example
7
Q
blond
A
blond
8
Q
bril, de
A
glasses, the
9
Q
broer, de
A
brother, the
10
Q
clown, de
A
clown, the
11
Q
dik
A
thick
11
Q
denken
A
to think
12
Q
dezelfde
A
the same
13
Q
dief, de
A
thief, the
14
Q
dochter, de
A
daughter, the
15
Q
dood
A
dead
15
Q
dom
A
stupid
16
Q
druk
A
busy
17
Q
dun
A
thin
18
Q
elkaar
A
each other
19
Q
emotioneel
A
emotional
20
Q
familie, de
A
family, the
21
Q
fiets, de
A
bicycle, the
22
Q
geduldig
A
patient
23
gelukkig
luckily / happy
24
gemeen
mean
25
gescheiden
divorced
26
gespierd
muscular
27
gestolen
stolen
28
grappig
funny
28
getrouwd
married
29
groen
green
30
haar, het
hair, the
31
helemaal
totally
32
herhalen
to repeat
33
iemand
somebody
34
ijverig
diligent
35
jammer
unfortunately / a pity
36
jong
young
37
kind, het
child, the
38
klein
small
39
krullend
curly
40
kort
short
41
lang
long
42
langzaam
slow(ly)
43
leven
to live
44
lijken op
to resemble
45
logeren
to stay over
46
lui
lazy
47
mensen, de
people, the
48
natuurlijk
of course
49
neef, de
nephew, the / cousin, the
50
netjes
decent
51
nicht, de
niece, the / female cousin, the
52
nog
yet / still / further
53
normaal
normal
54
of
or
55
nuchter
down-to-earth
56
oma, de
grandmother, the
57
ongeduldig
impatient
58
ongeveer
approximately
59
onzeker
uncertain
60
oog, het
eye, the
61
oom, de
uncle, the
62
opa, de
grandfather, the
63
optimistisch
optimistic
64
oud
old
65
overleden
deceased
66
pessimistisch
pessimistic
67
postuur, het
posture, the
68
precies
precise, exactly
69
realistisch
realistic
70
romantisch
romantic
71
rustig
quiet
72
schoonzus, de
sister-in-law, the
73
secretaresse, de
secretary, the
74
slank
slender
75
slim
smart, intelligent
76
slordig
sloppy
77
snel
fast, quickly
78
snor, de
mustache, the
79
somber
miserable
80
sportief
sporty
81
stamboom, de
family tree, the
82
tante, de
aunt, the
82
sterk
strong
83
tegenovergestelde, het
opposite, the
84
topsporter, de
professional athlete, the
85
uiterlijk, het
appearance, the
86
uitspraak, de
pronunciation, the
87
vader, de
father, the
88
vrolijk
gay, cheerful
89
want
because
90
wegfietsen
to bike away
91
wisselen
to change
92
zelfverzekerd
confident
93
zoon, de
son, the
94
zus, de
sister, the
95
zwager, de
brother-in-law, the
96
zwart
black
