e-a-e; voltooid deelwoord op -en Flashcards

1
Q

Aangeven

A

Gaf aan
Gavan aan
Hebben aangegeven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Doorgeven

A

Gaf door
Gaven door
Hebben doorgegeven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Eten

A

At
Aten
Hebben gegeten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Genezen

A

Genas
Genazen
Hebben / zijn genezen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Geven

A

Gaf
Gaven
Hebben gegeven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Lesgeven

A

Gaf les
Gaven les
Hebben lesgegeven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Meten

A

Mat
Maten
Hebben gemeten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Opgeven

A

Gaf op
Gaven op
Hebben opgegeven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Optreden

A

Trad op
Traden op
Hebben / zijnopgetreden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Overgeven

A

Gaf over
Gaven over
Hebben overgegeven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Treden

A

Trad
Traden
Zijn getreden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Uitgeven

A

Gaf uit
Gaven uit
Hebben uitgegeven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Vergeten

A

Vergat
Vergaten
Hebben / zijn vergeten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Voorlezen

A

Las voor
Lazen voor
Hebben voorgelezen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly