E-learning antibiotica week 6 Flashcards

(110 cards)

1
Q

antibiotica grijpen in op 4 punten van de bacterie:

A
  1. ingrijpen celwand of celmembraan
  2. ingrijpen bacteriële nucleïnezuursynthese
  3. blokkeren aanmaak foliumzuur
  4. remmen bacteriële eiwitsynthese in ribosomen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q
  1. Ingrijpen celwand of celmembraan
A

BÈTA-LACTAM ANTIBIOTICA:
- PENICILLINE: penicilline, flucloxacilline, amoxicilline, amoxicilline/clavulaanzuur
- CEFALOSPORINES: ceftriaxon
- CARBAPENEMS: meropenem
NAAST DE BÈTA-LACTAM, NOG 2 ANTIBIOTICA DIE HIEROP AANGRIJPEN:
- vancomycine
- fosfomycine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

fosfomycine wordt gebruikt bij de behandeling van urineweginfecties.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

antibiotica die aangrijpen op de bacteriële nucleïnezuur synthese, doen dat op verschillende manieren. maar ze zorgen er allemaal voor dat er geen replicatie kan plaatsvinden, zodat er geen DNA voor nieuwe bacteriën gemaakt kan worden. of ze maken het nucleïnezuur kapot.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q
  1. ingrijpen bacteriële nucleïnezuursynthese
A
  • CHINOLONEN: Ciprofloxacin
  • Rifampicine
  • Metronidazol
  • Nitrofurantoine
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Nitrofurantoine wordt alleen gegeven bij UWI’s.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q
  1. blokkeren aanmaak foliumzuur
A
  • Trimethoprim
  • Cotrimoxazol (combinatie van Trimethoprim met Sulfamethoxazol)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

foliumzuur is in de bacterie essentieel voor het aanmaken van basen in RNA en DNA en vele aminozuren. bacteriën kunnen foliumzuur niet opnemen uit voedsel, zoals zoogdieren dat wel kunnen. ze zijn afhankelijk van eigen aanmaak

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

als laatste heb je dus de groep antibiotica die de bacteriële eiwitsynthese in ribosomen remmen.
ribosomen zijn de eiwitfabrieken van de bacterie. ze bestaan uit twee delen/subunits. namelijk een 50S en een 30S subunit.
antibiotica uit deze groep binden zich aan bacteriële ribosomen, waardoor de eiwitsynthese geremd wordt.
omdat de ribosomen in een menselijke cel, op die van een bacterie lijken, heeft deze groep van antibiotica relatief veel bijwerkingen.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q
  1. remmen bacteriële eiwitsynthese in ribosomen
A

50S remming:
- MACROLIDEN: Erytromycine, Claritromycine, Azitromycine
- Clindamycine, Fusidinezuur, Chlooramfenicol
30s remming:
- TETRACYCLINEN: Doxycycline
- AMINOGLYCOSIDEN: Gentamicine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Het is belangrijk te weten welke antibiotica tot deze groep, bèta-lactam, behoren omdat de antibiotica uit deze groep allemaal een bèta-lactamring hebben waar patiënten allergisch op kunnen reageren. Een andere overeenkomst is dat bètalactamases (enzymen) gemaakt door bacteriën deze antibiotica onwerkzaam kunnen maken.

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

indicatie penicilline;

A
  • huid- of luchtweginfecties door streptokokken
  • intramusculair bij syfillis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

manier van toedienen van penicilline:

A
  • oraal
  • iv
  • (intra-musculair)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

bijwerkingen penicilline:

A
  • controleer bij langdurig gebruik de lever- en nierfunctie en bloedbeeld
  • allergie
  • (en kruisallergie met andere bèta-lactam antibiotica)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

spectrum van penicilline:

A
  • Grampositieve kokken: Streptokokken
  • Gramnegatieve staven: x
  • Gramnegatieve kokken: Neisseria meningitides
  • Anaeroben: (ja)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

opvallende bijzonderheden van penicilline;

A
  • cave kruisallergie tussen bèta-lactam antibiotica
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

indicatie Flucloxacilline:

A
  • infecties door S. aureus, zoals huidinfecties of diepe infectie, zoals infecties van de hartklep, gewricht of bot
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

manier van toedienen Flucloxacilline:

A
  • iv
  • oraal (tablet/suspensie)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

bijwerkingen Flucloxacilline:

A
  • allergie
  • (in hele hoge doseringen, nierinsufficiëntie)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

spectrum Flucloxacilline:

A
  • Grampositieve kokken: S. aureus en Streptokokken
  • Gramnegatieve staven: x
  • Gramnegatieve kokken: x
  • Anaeroben: x
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

opvallende bijzonderheden van Flucloxacilline:

A
  • Cave kruisallergie tussen bètalactam antibiotica
  • Dosis aanpassen aan slechte nierfunctie
  • Oraal: op een nuchtere maag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

indicatie amoxicilline:

A
  • huid- of luchtweginfecties door streptokokken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

manier van toedienen amoxicilline:

A
  • oraal (tablet/suspensie)
  • iv
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

bijwerkingen amoxicilline:

A
  • controleer bij langdurig gebruik lever- en nierfunctie en bloedbeeld
  • allergie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
spectrum amoxicilline:
- Grampositieve kokken: Streptokokken, Enterococcus faecalis - Gramnegatieve staven: Enterobacterales zonder ESBL/AMP-C, Pseudomonas aeruginosa - Gramnegatieve kokken: Neisseria meningitides (keel)
26
opvallende bijzonderheden amoxicilline:
- cave kruisallergie tussen bèta-lactam antibiotica
27
indicatie Augmentin:
- infecties KNO-gebied - bovenste of onderste luchtweginfecties - huidinfecties en buikinfecties
28
manier van toedienen Augmentin:
- iv - oraal
29
bijwerkingen Augmentin:
- allergie - diarree - controleer bij langdurig gebruik lever- en nierfunctie en bloedbeeld
30
spectrum Augmentin:
- Grampositieve kokken: S. aureus, Streptokokken, Enterococcus faecalis - Gramnegatieve staven: Enterobacterales zonder ESBL/AMP-C - Gramnegatieve kokken: Neisseria meningitides
31
opvallende bijzonderheden Augmentin:
- Dosering aanpassen aan slechte nierfunctie - Cave kruiallergie tussen bètalactam antibiotica
32
indicatie Ceftriaxon (Cefalosporine):
- ernstige infecties, zoals pneumonie, abdominale infecties, gewrichtsinfecties, huid- en wekedeleninfecties, meningitis en endocarditis - syfillis (intra-musculair) - neuroborreliosis (ziekte van Lyme)
33
manier van toedienen Ceftriaxon:
- alleen iv - en bij SOA (syfillis) intra-musculair
34
bijwerkingen Ceftriaxon:
- diarree - allergie
35
spectrum Ceftriaxon:
- Grampositieve kokken: S. aureus en Streptokokken - Gramnegatieve staven: Enterobacterales zonder ESBL/AMP-C en Enterobacterales met ESBL/AMP-C - Gramnegatieve kokken: Neisseria meningitides
36
opvallende bijzonderheden Ceftriaxon:
- cave kruisallergie tussen bètalactam antibiotica
37
indicatie Meropenem (carbapenem):
ernstige infecties: - meningitis - pneumonie - urineweginfecties - intra-abdominale infecties door zeer resistente bacteriën
38
manier van toedienen van Meropenem:
alleen iv
39
bijwerkingen Meropenem:
allergie
40
spectrum Meropenem:
het heeft 1 van de meest brede spectrum - Grampositieve kokken: S. aureus en Streptokokken - Gramnegatieve staven: Enterobacterales met en zonder ESBL/AMP-C en Pseudomonas aeruginosa - Gramnegatieve kokken: Neisseria meningitides - Anaeroben: ja
41
opvallende bijzonderheden Meropenem:
- Dosering aanpassen aan slechte nierfunctie - Cave kruisallergie tussen bètalactam antibiotica - Kan de bloedspiegel van valproïnezuur verlagen
42
vancomycine werkt alleen tegen grampositieve bacteriën.
43
indicatie Vancomycine:
- iv bij: infecties met gram positieve bacteriën, waarvoor gebruikelijke antibiotische therapie niet geschikt is, zoals MRSA en E. faecium - oraal bij: darminfectie met C. difficile
44
manier van toedienen Vancomycine:
- iv (bij systemische infecties) - oraal (bij darminfectie met C. difficile)
45
bijwerkingen Vancomycine:
- IV: vancomycine is dan ototoxisch en nefrotoxisch bij met name te hoge serumspiegels - De dosering moet dus worden aangepast aan de nierfunctie
46
spectrum Vancomycine:
- Grampositieve kokken: S. aureus, MRSA, Streptokokken, Enterococcus faecalis, Enterococcus faecium - Gramnegatieve staven: x - Gramnegatieve kokken: x - Anaeroben: ja, alleen grampositieve
47
opvallende bijzonderheden Vancomycine:
- Oraal wordt vancomycine niet geresorbeerd - Bij te snelle intraveneuze toediening kan roodheid van de huis van het hoofd en bovenlichaam optreden als gevolg van histaminerelease - IV dosering aanpassen op nierfunctie
48
indicatie Ciprofloxacin (Chinolonen):
- Infecties door gram negatieve staven, inclusief Pseudomonas (enige orale antibioticum dat tegen Pseudomonas werkt) - Pneumonie door atypische verwekker
49
manier van toedienen Ciprofloxacin:
- iv - oraal
50
bijwerkingen Ciprofloxacin:
- Tendinitis - Achillespeesruptuur - QTc verlenging - Hartafwijkingen (hartfalen en klepafwijkingen)
51
spectrum Ciprofloxacin:
- Grampositieve kokken: x - Gramnegatieve staven: Enterobacterales met en zonder ESBL/AMP-C en Pseudomonas aeruginosa - Gramnegatieve kokken: x - Anaeroben: x - Intracellulair: wel (dit zijn de zogenaamde ‘atypische’ verwekkers van een pneumonie, maar kan ook andere infecties geven)
52
opvallende bijzonderheden Ciprofloxacin:
- Dosering aanpassen aan slechte nierfunctie - Bij tegelijkertijd gebruik met calcium, magnesium, aluminium, zink of ijzer dan ontstaat in de darm een onoplosbaar complex. Dit wordt niet geresorbeerd, waardoor ciprofloxacine dan onvoldoende werkt tegen infecties.
53
indicatie Rifampicine:
- Infecties door stafylokokken van vreemd-lichaamsmateriaal (zoals prothese, of kunstklep) (die bacteriën vormen een biofilm rond de prothese) - Tuberculose
54
manier van toedienen Rifampicine:
- iv - oraal (tablet/suspensie)
55
bijwerkingen Rifampicine:
- Rode verkleuring van alle lichaamsvloeistoffen (onschuldig) - Griepachtig gevoel - Hepatitis
56
spectrum Rifampicine:
- Grampositieve kokken: S. aureus en MRSA - Gramnegatieve staven: x - Gramnegatieve kokken: x - Anaeroben: x - Intracellulair: x
57
opvallende bijzonderheden Rifampicine:
- Nooit als monotherapie geven! - Controleer de leverenzymen (ivm die mogelijke hepatitis) - Héél veel interacties met cytochroom P450 (daarom interactie checker raadplegen)
58
metronidazol heeft alleen werking tegen grampositieve en gramnegatieve anaerobe bacteriën.
59
indicatie Metronidazol:
- Infecties door anaerobe bacteriën - Ook is het de therapie bij infecties met amoeben en Giardia Lamblia - Vaginale infectie met Trigomonas vaginale
60
manier van toedienen Metronidazol:
- iv - oraal (tablet/suspensie)
61
bijwerkingen Metronidazol:
- Als je dit middel langer dan 4 weken gebruikt, dan kan je een perifere polyneuropathie (pijnlijke tintelingen aan handen en voeten) (dan behandeling stoppen) - Verstoring instelling vitamine-K-antagonisten
62
spectrum Metronidazol:
- Grampositieve kokken: x - Gramnegatieve staven: x - Gramnegatieve kokken: x - Anaeroben: ja - Intracellulair: x
63
opvallende bijzonderheden Metronidazol:
- Bij gebruik tegelijk met alcohol, een disulfiram-achtige reactie (braken, misselijkheid, rood gelaat) - Dosering aanpassen aan slechte nierfunctie
64
Cotrimoxazol = trimethoprim + sulfamethoxazol (in verhouding 1:5)
65
indicatie Cotrimoxazol:
- infecties door bacteriën met bewezen gevoeligheid voor cotrimoxazol - (dus grampositieve aerobe kokken en aerobe gramnegatieve staven) - PJP (PCP) profylaxe en behandeling
66
manier van toedienen Cotrimoxazol:
- iv - oraal
67
bijwerkingen Cotrimoxazol:
- Nefrotoxisch, nierfunctiestoornissen - Huiduitslag (van mild tot zeer ernstig) - Beenmergdepressie - Hyperkaliaemie
68
opvallende bijzonderheden Cotrimoxazol:
- Dosering aanpassen aan slechte nierfunctie - Gecontraindiceerd bij vitamine-K-antagonisten - Leverfunctie in de gaten houden - Niet geven met andere foliumzuur antagonisten, zoals methotrexaat
69
antibiotica die de eiwitsynthese in het ribosoom remmen:
50S subunit remming: - Macroliden: met als antibiotica Erytromycine, Claritromycine en Azitromycine - Clindamycine - Fusidinezuur 30S subunit remming: - Tetracyclinen: Doxycycline - Aminoglycosiden: Gentamicine
70
alle macroliden werken alleen maar tegen grampositieve aerobe bacteriën.
71
indicatie Claritromycine en Azitromycine (macroliden):
- Bovenste en onderste luchtweginfecties - bij penicilline allergie - bij atypische luchtwegverwekker - (Huidinfecties met Streptokokken) - (Behandeling van H. pylori)
72
manier van toedienen Claritromycine en Azitromycine:
oraal
73
bijwerkingen Claritromycine en Azitromycine:
QT verlenging
74
spectrum Claritromycine en Azitromycine:
- Grampositieve kokken: S. aureus, MRSA en Streptokokken - Gramnegatieve staven: x - Gramnegatieve kokken: x - Anaeroben: x - Intracellulair: ja
75
opvallende bijzonderheden Claritromycine en Azitromycine:
- Claritromycine: Remmer en Substraat CYP3A en P-glycoproteïne (Pgp) - Azitromycine: GEEN remmer van CYP3A, wel remmer van P-glycoproteïne (Pgp) en immuunmodulerend effect
76
indicatie Erytromycine (macroliden):
- Bovenste of onderste luchtweginfecties - Atypische luchtweginfectie - Huidinfectie met streptokokken - Maagontledigingsstoornis
77
manier van toedienen Erytromycine:
- iv - oraal
78
bijwerkingen Erytromycine:
QT verlenging
79
opvallende bijzonderheden Erytromycine:
- remmer en substraat CYP3A - remmer en substraat P-glycoproteïne (Pgp)
80
indicatie Clindamycine:
- Infecties met grampositieve bacteriën of anaerobe bacteriën - met name huidinfecties en osteomyelitis
81
manier van toedienen Clindamycine:
- iv - oraal
82
bijwerkingen Clindamycine:
Pseudomembraneuze colitis (antibiotica gerelateerde darminfectie)
83
spectrum Clindamycine:
- Grampositieve kokken: S. aureus, MRSA en Streptokokken - Gramnegatieve staven: x - Gramnegatieve kokken: x - Anaeroben: ja - Intracellulair: x
84
opvallende bijzonderheden Clindamycine:
neuromusculair blokkerende werking
85
indicatie Fusidinezuur:
huidinfecties met grampositieve bacteriën
86
manier van toedienen Fusidinezuur:
- oraal - ook in crème vorm
87
bijwerkingen Fusidinezuur:
crème heeft bijna geen bijwerkingen
88
spectrum Fusidinezuur:
- S. aureus - MRSA - Streptokokken (grampositieve kokken) - Anaeroben
89
opvallende bijzonderheden Fusidinezuur:
geen
90
indicatie Doxycycline (Tetracyclinen):
- Bovenste en onderste luchtweginfecties (inclusief pneumonie door atypische verwekkers) - Ziekte van Lyme, Q koorts, Malaria, Leptospirose, Rickettsia en syfillis
91
manier van toedienen Doxycyline:
- iv - oraal
92
bijwerkingen Doxycycline:
- Fotosensibiliteit (door zonlicht verbranden, meer dan normaal) - Irreversibele verkleuring van tanden
93
spectrum Doxycycline:
- Grampositieve kokken: S. aureus, MRSA en Streptokokken - Gramnegatieve staven: Enterobacterales zonder ESBL/AMP-C - Gramnegatieve kokken: x - Anaeroben: x - Intracellulair: ja
94
opvallende bijzonderheden Doxycycline:
- Gecontraindiceerd bij zwangeren en kinderen tot 8 jaar iv irreversibele verkleuring van tanden - Orale magnesium-, bismut-, aluminium-, calcium-, zink-bevattende preparaten en ionenwisselaars verminderen door vorming van onoplosbare complexen, de absorptie van oraal toegediende doxycycline - geneesmiddelen die de pH van de maag verhogen kunnen de absorptie verminderen
95
indicatie Gentamicine (Aminoglycosiden):
- Ernstige infecties met gramnegatieve staven, werkt niet tegen anaerobe bacteriën - Dus sepsis achtige beelden
96
manier van toedienen Gentamicine:
- iv --> oraal wordt het niet opgenomen door de darm, dus NIET oraal
97
bijwerkingen Gentamicine:
- Nefrotoxisch - Ototoxisch
98
spectrum Gentamicine:
- Grampositieve kokken: x - Gramnegatieve staven: Enterobacterales met en zonder ESBL/AMP-C en Pseudomonas aeruginosa - Gramnegatieve kokken: x - Anaeroben: x - Intracellulair: x
99
opvallende bijzonderheden Gentamicine:
- Moet aangepast worden aan de nierfunctie - Doseren met behulp van serum gentamicine dalspiegels (dus altijd spiegels in het bloed meten)
100
welke middelen bij UWI's?
- Nitrofurantoine - Trimethoprim
101
indicatie Nitrofurantoine:
- ongecompliceerde UWI - cystitis bij mannen
102
behandelduur nitrofurantoine:
5 dagen (mannen 7 dagen)
103
nierfunctiestoornis en Nitrofurantoine:
klaring < 30ml/min: gecontra-indiceerd
104
bijwerkingen Nitrofurantoine:
zeldzaam: - pneumonitis - leverfalen - agranulocytose
105
indicatie Trimethoprim:
- ongecompliceerde UWI - cystitis bij mannen
106
behandelduur met Trimethoprim:
3-5 dagen (mannen 7 dagen)
107
nierfunctiestoornis en trimethoprim:
aanpassen aan nierfunctie
108
bijwerkingen Trimethoprim:
- hyperkaliaemie - hematologische afwijkingen door foliumzuur deficiëntie
109
contra-indicatie bij Trimethoprim:
andere foliumzuur antagonisten (bijv. methotrexaat)
110