Economie begrippen Flashcards
(27 cards)
Chartaal geld
Muntgeld en briefgeld
Giraal geld
Online geld op de bankrekening
Saldo
Het bedrag dat op je bankrekening staat
Indirecte ruil
Geld voor product
Directe ruil
product voor product
Elektronisch betalen
Online betalen
Sparen
Een deel van je
inkomsten niet uitgeven
Rente (bij sparen)
Een vergoeding van de bank
Voor jouw spaargeld
Geldfuncties
Spaarmiddel
Rekenmiddel
Ruilmiddel
Lenen
Geld gebruiken
van een ander
Maandtermijn
Een vast bedrag dat
je elke maand krijgt
voor een rente en
een lening
Aflossen
Geld terugbetalen
wat je hebt geleend
Rente (bij lenen)
Een vergoeding aan de
bank voor het lenen
van hun geld
Verzekering
Als je schade hebt en
je wilt dat het vergoedt
word door de
verzekering
Polis
Bewijs dat je een
verzekering hebt
afgesloten
Premie
Het bedrag dat je
betaald voor een
verzekering
Eigen risico
Het deel van de schade
dat je zelf moet betalene
en dat niet word vergoed
door de verzekering
Spaarmotieven
Doel
Voorzorg
Rente
Vaste rente
Rente die nooit veranderd
Variabele rente
Rente die altijd kan
veranderen
Spaardeposito
Geld staat voor een
afgesproken tijd vast
voor vaste rente
Spaarrekening
Je kan altijd bij
je geld en je krijgt
variabele rente
Credit saldo
Positief saldo
Debetsaldo
Negatief saldo