Economisch belangrijke plantenfamilies (Latijn -> Nederlands + vb) Flashcards
(32 cards)
Actinidiaceae
Kiwifamilie
(Actinidia chinensis, Actinidia deliciosa)
Anacardiaceae
Pruikenboomfamilie
(mango, cashewnoot, pistachenoot)
Amaryllidaceae
Narcisfamilie
(prei, ui, look)
Amaranthaceae
Amarantenfamilie
(spinazie, rode biet, quinoa)
Apiaceae
Schermbloemenfamilie
(anijs, venkel, wortel)
Asparagaceae
Aspergefamilie
(asperge, Agave tequilana, Agave salmiana)
Asteraceae
Composietenfamilie
(zonnebloem, witloof, artisjok)
Brassicaceae
Kruisbloemfamilie
(radijs, koolzaad, bloemkool)
Cannabaceae
Hennepfamilie
(Cannabis sativa, Humulus lupulus)
Convolvulaceae
Windefamilie
(zoete aardappel, akkerwinde)
Cucurbitaceae
Komkommerfamilie
(komkommer, meloen, pompoen)
Dioscoreaceae
/
(yam)
Euphorbiaceae
Wolfsmelkfamilie
(maniok/cassave, Braziliaanse rubberboom, wonderboom)
Fagaceae
Napjesdragers- of beukenfamilie
(beuk, kurkeik)
Lamiaceae
Lipbloemenfamilie
(munt, lavendel, rozemarijn)
Lauraceae
Laurierfamilie
(avocado, laurier, kaneel)
Leguminosae
Vlinderbloemenfamilie
(bonen, erwten, sojabonen)
Linaceae
Vlasfamilie
(vlas)
Malvaceae
Kaasjeskruidfamilie
(katoenplant, cacaoboom, baobab)
Musaceae
Banaanfamilie
(babybanaan, bakbanaan, Cavendish banaan)
Myrtaceae
Mirtefamilie
(eucalyptusboom, guave, kruidnagelboom)
Oleaceae
Olijffamilie
(olijfboom, es, jasmijn)
Orchidaceae
Orchideeënfamilie
(vanille-orchidee)
Palmaceae
Palmenfamilie
(oliepalm, dadelpalm, kokospalm)