Energie Flashcards

1
Q

1 cal

A

4.18 Joulle

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

1 kCal

A

4.18 kJ

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Bruto energie

A

Maximaal energetisch potentieel van chemische verbindingen in voer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe meet je de bruto energie?

A

Met een bomcalorie meter. Voeder inbrengen, verbranden met hoge O2 druk, voer oxideert en warmte komt vrij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe gaat de formule van Schieman?

A

BE = 23.9xRE + 39.7 RVET + 20 RC + 17.40K

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat bepaald de bruto energie?

A
  • oxidatiegraad, de verhouding C/O/H. Hoe minder O des te lager de energiewaarde
  • Staat los van de dierfactoren
  • In ruwvoer is de verhouding koolhydraten/vetten/eiwitten ongeveer gelijk, rond de 18.4 MJ/kg DS
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de formule van verteerbare energie?

A

Ve = BEvoeder - BEfaeces

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Verteerbare energie is afhankelijk van 2 factoren, welke factoren zijn dit?

A
  • Dierfactoren : Diersoort, ras en leeftijd spelen een rol. Bij oudere dieren is de vaak de volledige enzympool ter beschikking.
  • Voederfactoren : Chemisch, fysisch, transit en additieven
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de correlatie tussen de ruwe celstof en de verteerbaarheid?

A

Negatief. Hoe hoger het zetmeel gehalte binnen een dezelfde grondstof des te minder de verteerbare energie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Pectine

A

Vooral aanwezig in bietenpulp, is goed fermenteerbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Intacte mais heeft een verteerbaarheid van 40%, als je gaat pletten weinig effect. Malen dan wel beter verteerbaar. Gepofte mais is zeer goed verteerbaar. Wat is de toepassing van gepofte mais?

A

Bij paarden voeren om te vermijden dat ze koliek krijgen door teveel zetmeel in de dikke darm.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waarom is er weinig verschil wat betreft pre-iliale vertering van geplette haver en intacte haver en waarom geeft men de voorkeur aan haver ten opzichte van gerst?

A

Haver bevat minder zetmeel dan gerst. Door de hoeveelheid ruwe celstof gaat het paard er langer op kauwen, dat zorgt voor een zelfde effect als pletten. Verteerbaarheid zal maar iets verbeteren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de formule voor metaboliseerbare energie?

A

Me = Be - Efaeces - Eurine - Egassen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Bij welke dieren zijn de verliezen in energie in de urine hoger dan bij andere dieren?

A

Herkauwers, maar ook bij pluimvee. Urinezuur maken kost relatief veel energie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Energie verlies bij gassen, welke gassen spreken we dan over?

A

Methaan, kan een verlies opleveren van 7-9% van de bruto energie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe kun je de methaan productie beperken?

A

Meer voeder, de tijd in de pens is kleiner, dus minder fermentatie vertering en dus meer enzymatische vertering in de darm.

17
Q

Bij welke dieren werken we niet met metaboliseerbare energie?

A

Bij pluimvee omdat we daar geen onderscheid kunnen maken tussen feaces en urine

18
Q

Snellere transit bij het paard

A

Meer fermenteren

19
Q

Snellere transit bij het rund

A

Minder fermenteren

20
Q

Noem twee voorbeelden van verteringsverteraars

A

Coocidiostaticum en monensin, sturen de pens richting de productie van propionzuur. Propionzuur is een efficiëntere energiebron dan azijnzuur en boterzuur. Voederopname wordt gestimuleerd en methaan productie verlaagd. Het doel van die producten is verbeteren van metaboliseerbare energie door de fermentatie verliezen te beperken en de netto energie te laten stijgen door het verhogen van propionaat productie. In de EU verboden, wel toegepast voor koeien die in de NEB zitten.

21
Q

Wat is de formule voor netto energie

A

NE = Me - Eextra warmte

22
Q

In de formule van netto energie hebben we extra warmte, voor wat is dit een maat?

A

Voor de energetische inefficiëntie van een proces.

23
Q

Is er in nuchtere toestand ook warmteverlies?

A

Ja

24
Q

Door wat wordt de efficiëntie van energie weergeven?

A

k ; weergeeft hoe efficiënt een dier kan omgaan met de aangeleverde energie om zijn doel te bereiken.

25
Q

Wat is de formule van k en wat weergeeft k?

A

De formule is NE/ME, weergeeft hoe efficiënt een dier kan omgaan met de aangeleverde energie om zijn doel te bereiken.

26
Q

Van wat hangt K af?

A
  • Chemische samenstelling
  • De vorm van het eindproduct (vet/eiwit) efficiëntie van energie omzetting van vetten en koolhydraten is hoger dan bij eiwitten. Bij eiwitten hebben we relatief meer voeding nodig voor dezelfde netto opbrengst.
  • Diersoort
27
Q

Uitgebereidere formule van K

A

K = Me - extra warmte / ME

28
Q

Wat is het probleem van een lage K waarde?

A

Dat is het voer niet efficiënt en wordt er veel warmte geproduceerd.

29
Q

Bij welke voeders is de k-waarde laag?

A

Bij voeders met veel ruwe celstof, dit vergt meer kauw-verteringsarbeid en fermentatie warmte.

30
Q

Wat wordt weergeven door q?

A

De verhouding tussen metaboliseerbare en bruto energie. Staat in relatie met K.

31
Q

Wanneer is een lage q-waarde juist goed?

A

Bij een lage omgevingstemperatuur. Als je een voeder geeft met een hoge q-waarde dan ga je hoogkwalitatieve nutriënten aanwenden tot warmtebron, dat is niet efficiënt.

32
Q

Voor wat staat TWP?>

A

Totale warmte productie, dit zijn de verschillende warmtevormen. Bv fermentatie warmte en warmte die van arbeid en onderhoud verloren gaat.

33
Q

Wat is de formule van netto energie productie

A

NEproductie = ME - TWP (totale warmte productie). Hoe kun je de NEp productie schatten? Op basis van vergelijkende slachttechniek. Gewicht aan begin en aan het einde wegen.

34
Q

Verteerbare energie hoe meet je dat?

A

Door mest op te vangen

35
Q

Metaboliseerbare energie hoe meet je dat?

A

Door het opvangen van mest, urine en fermentatie gassen.

36
Q

Netto energie hoe bereken je dat?

A

Door directe of indirecte calorimeting