English Club SEM1 Flashcards
(61 cards)
1
Q
In elkaar zetten, opstellen
A
set up
2
Q
zich baseren op iets
A
base on
3
Q
in de lift zitten, populair zijn
A
catch on
4
Q
garant staan voor iemand
A
vouch for
5
Q
volhouden
A
stick at
6
Q
zorgen voor iemand of iets
A
care for
7
Q
langskomen, naar iemand toekomen
A
come around
8
Q
vrij nemen
A
take off
9
Q
alles regelen
A
sort out
10
Q
eraf werken
A
work off
11
Q
beknibbelen
A
nibble away at
12
Q
in elkaar steken, monteren
A
put together
13
Q
op bezoek vragen, bij je uitnodigen
A
ask over
14
Q
breken (een relatie stopzetten)
A
break up
15
Q
hechten aan
A
attach to
16
Q
buitengooien
A
kick out
17
Q
sterven
A
pass away
18
Q
uit de doeken doen, uitleggen
A
spell out
19
Q
veroorzaken
A
bring about
20
Q
verlaten
A
run out on
21
Q
aangaan
A
go on
22
Q
wakker worden, ontwaken
A
wake up
23
Q
ontslag nemen
A
stand down
24
Q
te binnen schieten, zich voordoen
A
occur to
25
afzien van, toch niet doen
decide against
26
in de rij gaan staan
queue up
27
doven, uitdoen
put out
28
uitrekken, afdoen
take off
29
overval
hold up
30
van je sokken blazen
knock your socks off
31
zaken bespreken
talk turkey
32
iemand voor het hoofd stoten
put someone's nose out of joint
33
de bloemetjes buiten zetten, de boel op stelten zetten, de stad onveilig maken
paint the town red
34
heel erg mis
wide of the mark
35
naar het toilet gaan
answer the call of nature
36
je bruggen opblazen
burn your bridges
37
je bruggen opblazen
burn your boats
38
voor eens en altijd
once and for all
39
de aap uit de mouw
let the cat out of the bag
40
carte blanche, vrij spel
carte blanche
41
omkopen
grease someone's palm
42
te verwachten zijn
par of the course
43
het super goed doen
going great guns
44
de rekening betalen, trakteren
pick up the tab
45
de rekening betalen, trakteren
pick up the bill
46
met alle foutjes
warts and all
47
broekschijter
yellow-bellied
48
je bent wat je eet
you are what you eat
49
een pauze nemen
take a break
50
beschaamd zijn
have egg on your face
51
een wolf in schaapskleren
a wolf in sheep's clothing
52
de rem optrekken
put the brakes on
53
op iets focussen, inzoomen
zero in on
54
zich in een moeilijke situatie bevinden
behind the eight ball
55
te snel van wal steken
jump the gun
56
het neusje van de zalm
the cream not the crop
57
frisse moed, kracht en energie
vim and vigor
58
nul tolerantie
zero tolerance
59
in slechte papieren zitten
in a bind/ fix/ jam
60
een beslissing nemen
make up your mind
61