examen Flashcards

(40 cards)

1
Q

wat is een andere naam voor de Griekse wereld?

A

Hellas
= gescheiden door bergen, zeeën of lang verbrokkelde kustlijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is een andere naam voor een stadstaat

A

polis (poleis)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat hebben stadstaten gemeen met elkaar

A
  • zelfde taal, godsdienst en cultuur
  • politiek verdeeld & cultureel 1
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is het Griekse kerngebied

A
  • schiereiland Peloponnesus
  • Egeïsche zee, kreta en klein-Azië
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

hoe noemen we de kleine eilandjes in de Egeïsche Zee

A

de Cycladen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

hoe beschermden ze hun polis

A
  • verdedigingsmuren
  • heuvel met versterkte burcht
  • beschermgod(in)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

hoe noemt het middelpunt van het polis

A

agora (marktplein)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

waar staan de tempels van het polis

A

acropolis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

welk land was het centrum van de zeehandel

A

Kreta
= olijven, olijfolie en aardewerk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is een ander woord voor heerschappij op zeemacht

A

thalassocratie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

door wie werd de heersschappij herontdekt

A

Arthur Evans

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

waar lag het paleis met labyrint

A

Knossos

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

waarom was het en open paleizenbeschaving

A
  • niet versterkt
    = ze verwachten geen aanval
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat was de kunst in Knossos

A
  • keramiek
  • fresco’s
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

hoe is de Minoïsche samenleving ten einde gekomen (hypotheses)

A
  • vulkaanuitbarsting Santorini
  • vloedgolf
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat wou Mycene doen

A

Kreta veroveren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

hoe noemt de cycloop in de Myceense beschaving

A

Peloponnesos
- 1600 v.C. - 1100 v.C.

18
Q

wie was homerus

A
  • schreef de Ilias en Odyssee
19
Q

wat deed Heinrich Schliemann

A

herontdekte troje en mycene

20
Q

was Mycene een gesloten of open beschaving en hoe kwam dat

A
  • gesloten
  • ze bouwden beschermde burchten
21
Q

wat gebeurde er in 1200 v.C.

A

Doriërs veroveren Kreta
= de donkere eeuwen

22
Q

wat bedoelen ze met de kelten verdeeld maar toch 1

A

hun stammen waren onafhankelijk maar ze hadden wel dezelfde cultuur

23
Q

welke 3 periodes zijn er

A
  • Hallstatt-periode 800V.C.-500V.C.
  • La Tène-periode 500 V.C- 50V.C.
  • Gallo- Romeinse periode 55V.C.-486
24
Q

waar lagen alle keltische naties

A
  • Bretagne
  • Het eiland Man
  • Cornwall
  • Wales
  • Schotland
  • Ierland
25
waar lag het huidige Hallstatt
Oostenrijk
26
wat was het 'goud' van de Hallstatt periode
zout = voedsel in bewaren
27
waar lag het huidige La Tène
zwitserland
28
waar stond de La Tène periode voor bekend
groot handelsnetwerk
29
hoe is de Gallo-Romeinse periode gestart
kolonisatie van Julius Caesar 58 v.C.-51V.C.
30
wat gebeurde er bij de kolonisatie met de kelten
gedood of geromaniseerd
31
hoe zijn mensen dingen te weten gekomen over de kelten
- geen geschreven bronnen = veroveringen van de romeinen
32
hoe zagen de kelten hun natuurgodsdienst
- natuurelementen als goden - heilig plaatsen - eik & maretak = vruchtbaarheid
33
voor wat stond het hoofd
huis van de ziel
34
wat is een ander woord voor grafheuvels en leg de term uit
- tumulus - ze begraafden hun lijken daar.
35
wie zit er allemaal in de adelstand
- stamhoofd - druïde (priester) - bard - krijgsadel
36
wie zit er in het gewone volk
- ambachtslieden - boeren - handelaars
37
wie zit er in de laagste stand
slaven
38
wat weet je over leven van het land
- sedentair - veeteelt - handel - landbouw - werktuigen
39
welke werktuigen gebruikten landbouwers
- zeis - sikkel - ijzeren ploeg
40
voor wat zorgde veeteelt en landbouw
- voedseloverschotten= handel --> vernieuwende werktuigen worden gemaakt 0é