examen wiskunde Flashcards

alle theorie (18 cards)

1
Q

Een functie

A

is een verband waarbij elk argument hoogstens één beeld heeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Het bereik

A

van een functie is de verzameling van alle functiewaarden.
van een functie is de verzameling van alle functiewaarden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

het domein

A

van een functie is de verzameling van alle reële getallen
waarvoor je een functiewaarde kunt bepalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Een nulwaarde

A

van een functie is een getal waarvoor de functiewaarde 0 is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

de eerstegraadsvergelijking

A

Een eerstegraadsvergelijking in één onbekende x is een vergelijking
met als standaardvorm ax + b = 0 (met a ∈ R0 en b ∈ R)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Een eerstegraadsfunctie

A

is een functie met een voorschrift van de vorm f (x) = ax + b
(a ∈ R0, b ∈ R).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

het recht evenredig verband in woorden

A

2 grootheden y en x zijn recht evenredig als de verhouding y/x constant is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

het recht evenredig verband in symbolen

A

y/x=a –> y=a.x ( a is de evenredigheidsfactor, a=/ 0

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

de richtingscoëfficiënt

A

van een rechte is de verandering (afname of toename) van een functiewaarde als het argument met 1 eenheid toeneemt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

het differentie quotiënt

A

de verandering van de y-waarde/de verandering van de x-waarde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Lineair verband

A

Het verband tussen twee grootheden y en x is lineair als y = ax + b.
Daarbij is b de beginwaarde en a de constante verandering van y per eenheid van x.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Een vergelijking van een rechte

A

is een voorwaarde waaraan de coördinaat van een punt
moet voldoen om tot de rechte te behoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

een vector

A

is een grootheid die volledig bepaald wordt door
- grootte
- richting
- zin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

de norm

A

van een vector AB –> is de lengte van het lijnstuk {AB}

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

gelijke vectoren

A

2 vectoren zijn gelijk als en slechts als ze
- dezelfde grootte hebben
- dezelfde richting hebben
- dezelfde zin hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

tegengestelde vectoren

A

2 vectoren zijn tegengestelde vectoren als en slechts als ze
- dezelfde grootte hebben
- dezelfde richting hebben
- tegengestelde zin hebben

17
Q

formule van Chasles-Möbius

A

voor 3 punten A,B en C in het vlak geldt:AB–> +BC–> = AC–>