10 vectoren Flashcards
(6 cards)
1
Q
een vector
A
een grootheid die volledig bepaald wordt door
- een grootte
- een zin
- een richting
2
Q
de norm van een vector AB ->
A
de lengte van het lijnstuk [AB]
//AB//-> =/AB/
3
Q
gelijke vectoren
A
2 vectoren zijn gelijk als en slechts als
- dezelfde grootte
- dezelfde richting
- dezelfde zin
4
Q
tegengestelde vectoren
A
2 vectoren zijn tegengesteld als en slechts als
- dezelfde grootte
- dezelfde richting
- tegengestelde zin
5
Q
formule Charles-Möbius
A
voor drie punten A, B, C in vlak geld: AB -> + BC -> =AC ->
6
Q
Orthonomaal assenstelsel
A
is een assenstelsel waarbij de
- assen loodrecht op elkaar staan
- de eenheden op beide assen zijn gelijk aan de gekozen lengte-eenheid