Examenvragen Flashcards
(137 cards)
Welke cellen komen er voor in de binnenste korrellaag van de retina?
Deze bevat de cellichamen en nuclei van de integratorcellen en de cellen van Muller.
Bespreek ICC.
Interstitiële Cellen van Cajal - ICC cellen › soorten en functies = Pacemakerfunctie in de maag regeling maaglediging en in spijsverteringstelsel regulatie darmmotiliteit. Pace-maker cells : interstitiële cellen van Cajal = Tussen circulaire en longitudinale spierlaag, via GAP junctions AP doorgeven aan naburige gladde spiercellen
Bespreek T4.
Wordt geproduceerd in de schildklier. Deze is geordend in follikels, waarvan de wand van elke cel bestaat uit eenlagig kubisch epitheel. In het follikellumen ligt colloid, wat een inactieve vorm is van het secreet dat uitgescheden wordt. Itt andere endocriene organen slaat de schildklier het secreet extracellulair op ipv intracellulair, waarbij opslag sowieso al ongewoon is voor een endocrien orgaan. Het colloid is thyreoglobuline waaruit schildklierhormoon wordt gevormd, wat in 2 fasen verloopt: Vormen en opslaan in de follikelruimte, waarbij de tyrosinegroepen worden gejodeerd. Het vrijmaken van schildklierhormoon ( T3 en T4) uit de gejodeerde thyreoglobuline. De synthese en opslag van T3 en T4 gebeurt als volgt: Synthese thyreoglobuline in het ER en GA. Opname jodide via actief transport. Transport jodide naar apicale deel van de cel, waar het wordt geoxideerd tot hypojodiet, wat reageert met de tyrosyloverblijfsels van thyreoglobuline. Dit laatste gebeurt in het lumen van de follikel. De tyrosulresiduen vormen eerste MIT en dan DIT. 2 stuks DIT vormen samen T4(thyroxine) en een MIT samen met een DIT wordt T3(trijodothyronine), alhoewel dit laatste gebeurt door dejodering van T4, wat vnl in de lever gebeurt.
Wat wordt er geproduceerd in de zona glomerulosa van de bijnierschors?
In deze zone worden mineralocorticoiden gevormd, zoals aldosteron (Na resorptie in distale niertubuli). Bij sommige HD is er ook een zona intermedia aanwezig, waar de niet gedifferentieerde cellen van de zona glomerulosa en de zona fasciculata te vinden zijn.
Wat zijn epsiloncellen?
Deze behoren tot het extraglomeraal apparaat, welke is te vinden in de wand van de distale tubulus contortus thv waar dde afferente arteriole het nierkapsel binnendringt. Hier zit het juxtaglomerulair apparaat en hier komen de cellen van de tubulus, de arteriole en het nabijgelegen nierparenchym samen. Het apparaat omvat de macula densa, de epsilon/reninecellen, het extraglomerulair mesangium en de peripolaire cellen. De macula densa bestaat uit gedifferentieerde cellen van de distale tubulus en is te vinden waar de arteriole en de dt elkaar raken. Deze cellen zijn vrij groot. Rond de afferente arteriole is een ring van reninecellen te vinden. Dit zijn gespecialiseerde spiercellen met een gezwollen nucleus en reninegrana in het cytoplasma. Renine wordt vrijgegeven uit de grana als de bloeddruk te laag ligt. De extraglomerulaire mesangiumcellen (lacis cells) en de peripolaire cellen hebben tot nu toe onbekende functies.
Bespreek de histologie van de neus en de larynx.
- Neus: De externe openingen van de neus zijn de neusgaten, of nares. Het epitheel in de neus loopt continue over met dat van de huid: mucocutaneuze overgang. De nares zijn afgelijnd met wat haartjes ter bescherming tegen stof en insecten. Dieper in de neus begint het repiratorisch epitheel. Dat is een pseudomeerlagig epitheel, voorzien van trilharen en slijmbekercellen. Dit is te vinden in alle luchtwegen, behalve het chemosensorisch gebied van de neus. De neusholte is verdeelt in twee delen door de septum nasi, met aan de dorsale zijde van de holtes conchae, botspiralen die bedekt zijn met pseudomeerlagig cillindrisch epitheel. Het epitheel wat het dorsale septum, de conchae en het dorsale deel van de neusholte bedekt is specifiek voor chemoreceptie: olfactorisch epitheel. Dit bevat net als respiratorisch epitheel trilharen, maar deze zijn veel langer. Naast steuncellen en basale cellen bevat het reukepitheel neuronen die dienst doen als reukcellen. Deze hebben lange aangepaste cilliën die in het lumen uitsteken. Aan het oppervlak van de cellen liggen receptoren voor “geur”. Als hier een geurmolecuul op bindt treed er depolarisatie op. Via het axon gaat het signaal naar de craniale zenuw (fila olfactoria in de lamina propria) naar de reukkwab van de hersenen. De reukcellen zelf zijn bipolaire neuronen met de kern basaal gelegen Na een tijd zal een receptor ongevoelig worden voor een geurmolecuul en zullen de tubulo-alveolaire klieren van Bowman secreet produceren, zodat de receptoren schoongespoeld worden. Verder bevat de neus nog het vomeronasaal orgaan (orgaan van Jacobson), wat een paar uitstekende divertikels zijn in de neusholte. Ze zijn verantwoordelijk voor chemoreceptie van met name weinig-vluchtige stoffen. - Larynx: dit is een kraakbeenbuis waarin de epiglottis openzwaait. Aan de bovenste delen van het kraakbeen zijn skeletspieren gehecht. Hier is het pseudomeerlagig meerlagig pleveiselepitheel van de mondholte naar het respiratorisch epitheel van het binnenste deel van de epiglottis duidelijk zichtbaar. Het kraakbeen is hyalien thv van de cartilago thyroidea, cricoidea en arytenoidea. Thv van de cartilago epiglottica, cuneiformes en corniculatae is het elastisch. De larynx bevat ook de valse en ware stembanden. De valse stembanden zijn de plicae ventriculares/vestibulares. Deze bevatten respiratorisch epitheel, losmazig bw met veel seromuceuze klieren en enkele elastische vezels (vestibulair ligament). De ware stembanden zijn de plicae vocales. Deze zijn bedekt met meerlagig onverhoornd plaveiselepitheel, bevatten bw met veel elastische vezels (vocaal ligament). Tussen de stembanden is de laryngeale ventrikel te vinden. De epiglottis slaat dus uit in de larynx en is aan de linguale zijde en een deel van de laryngeale zijde bedekt met meerlagig onverhoornd plaveiselepitheel. De laryngeale zijde is bedekt met repiratorisch epitheel.
Wat zijn de cellen van Hensen?
Dit zijn gedifferentieerde steuncellen te vinden in het orgaan van Corti in het oor
Wat is de functie van een pneumocyt type 2?
Type II: Liggen verspreid tussen type I, kubische cel met ronde kern, progenitoren van type I en II, secreteren surfactant (veel mitochondrien, RER, golgi app en een oppervlak met microvilli, lamellaire lichaampjes
Wat is stria vascularis
Scala media: bevat de ductus cochlearis zelf met het orgaan van Corti. Is gevuld met endolymfe. Het orgaan van Corti rust op de membrana basilaris en bevat 2 groepen cellen tegen de membrana basilaris liggen, wat overdekt is met een membrana tectoria. Het membraan is aan het uiteinde van de wand van de ductus cochlearis vast gezet met een ligamentum spirale. Het membraan bedekt te twee celgroepen over de hele spiraal. Op het ligamentum spirale is de stria vascularis opgebouwd uit meerdere cellagen. De bovenste cellen zijn kubisch met microvilli. Hier wordt het endolymfe geproduceerd. Er zijn veel bloedvaten aanwezig. De scala media is niet in rechtstreekse verbinding met het ronde venster.staat
Wat produceren de parietale cellen van de fundus?
De cardia en pylorusklieren zijn vertakte tubulaire, muceuze klieren die evenals de muceuze hals/nekcellen in de fundusklieren mucus produceren dat de maag beschermt tegen de pH. De lage pH ontstaat door de parietale cellen van de fundusklieren. Fundusklieren zijn vertakt tubulair die muceuze nekcellen hebben die tot slijmnapcellen differentiëren. De parietale celeln zijn grote acidofiele cellen die tussen de hoofdcellen en muceuze nekcellen in liggen.
Waarom zijn er bepaalde delen van de nier donker gekleurd?
Dit komt door het ontstaan van de concentratiegradient, veroorzaak door de nefronen en de vasa recti.
Bespreek de huidreceptoren.
- Vrije zenuwuiteinden in de epidermis die tussen de epitheelcellen dringen. - Lichaampje van Meissner: eivormige tastlichaampjes van ongeveer 100μm lang. Ze zijn opgebouwd uit een aantal platte, loodrecht op lengteas staande gliacellen met daartussen vertakkingen van niet gemyeliniseerde afferente zenuwvezels. Bij aanraking vervormen de gliacellen, wat geregistreerd wordt op de zenuwvezels en dus de mechanosensitieve kanalen opent, waardoor een signaal wordt afgegeven. Ze detecteren voornamelijk langzame vibraties en zijn te vinden in de dermpapillen. - Lichaampjes van Vater-Pacini: zeer grote structuren die lijken op een doorgesneden ui. Het zijn fibroblasten die in concentrische lamellen rond een centrale zenuwvezel liggen. Het hele systeem is omgeven door een sterk gevasculariseerde bindweefsel schede. Ook deze receptor werkt via mechanische vormverandering, alleen dan voor de snelle trillingen. - Lichaampje van Krause: vooral in stratum papillare van conjunctiva thv tong en externe genitalia. Bolvormige mechanoreceptor. - Lichaampje van Ruffini: in stratum reticulare. Spoelvormige receptor. Sensibel voor druk en spanning. - Cellen van Merkel: komen voor in het stratum basale en zijn het talrijkst op plaatsen zoals de vingertoppen. Ze behoren tot het diffuus neuroendocrien systeem (DNES) en zijn geinnerveerd. Ze kunnen dus prikkels uit de omgeving ontvangen en doorsturen naar het zenuwstelsel. Ze bevatten secretorische vesikels: dense-cored vesicles (DCV’s).
Waaruit bestaat het pars nervosa?
De hypofyse bestaat uit een pars distalis, een pars intermedia, een pars tuberalis en een pars nervosa. De pars nervosa en pars inermedia vormen samen de lobus posterior. De pars tuberalis en het infundibulum vormen de hypofysaire steel. De pars tuberalis zit om de hypofysaire steel heen en de pars distalis vormt de lobus anterior. Pars nevosa is opgebouwd uit zenuwweefsel in vezelbundels met hier doorheen bloedvaten. De cellichamen van de liggen in de nucleus supraopticus of de nucleus paraventricularis. Vanuit de nuclei tuberali lopen aconen naar de hypofyse om te eindigen in de hypofysaire steel. De axonen van de supraopticus en paraventricularis vervoeren stoffen die door de hersnen zijn geproduceerd naar diepere delen van het pars nevosa, op te synapteren met bloedvaten. Zo kan bijv. oxytocine en vasopressine worden opgeslagen en vrijgegeven. Hier tussendoor liggen nog glia-cellen.
Bespreek de microscopische bouw van de klauw.
Dit zijn in feite nagels, alleen groeit de klauwplaat vanuit een cirkelvormige nagelmatrix die de kroon heet, beschermd door een klauwplooi. Keratinocyten prolifereren, schuiven naar distaal op en verhoornen. De klauwplaat ligt op het klauwbed, wat op de dermis ligt. Onderaan de klauw zit een zool, welke bestaat uit zacht keratine. Onderaan de poot zit een zoolkussen, wat bestaat uit dik verhoornd meerlagig plaveiselepitheel. Bij de kat zijn deze zooltjes zacht, bij de hond ruw vanwege de dermpapillen. Het digitaalkussen wordt gevormd door de hypodermis en bestaat uit clusters van adipocyten die van elkaar gescheiden zijn en omgeven zijn door septa van collageen en elastische vezels. In het digitaalkussen liggen merocriene zweetklieren.
Bespreek het rechter ovarium van een kip/duif.
Deze bestaat niet, vogels hebben alleen een linker ovarium.
Waar zitten somatotrope cellen?
Deze zitten in de pars distalis van de hypofyse en produceren groeihormoon.
Bespreek de groei van een haar.
Vanuit de bulbus groeit door celproliferatie de haar langer. Als de maximale lengte is bereikt stopt de proliferatie in de bulbus en valt de haar uit. De cylcus kent verschillende fasen: - Anagene fase: actieve productiefase. Haar groeit door celproliferatie. - Catagene fase: productie nieuwe haarcellen neemt langszaam af om uiteindelijk te stoppen. Het haar kan hierbij al enigszins losraken uit de matrix en wordt dan enkel door de cuticula in de follikel gehouden. - Telogene/overgangsfase: haar valt uit en follikel hernieuwt zich.
Waar wordt het bloed in de lever naar toe gevoerd na de vena centralis?
Centraal in een lobuli is een centrale venen te vinden (v. centrolobularis), wat al het afgegeven bloed weer verzameld en afvoert via de v. hepatica terug naar de bloedcirculatie.
Waar bevinden zich de Clara-achtige cellen en wat zijn de eigenschappen?
Clara-achtige cellen bevinden zich direct naast de neuro-epitheliale lichaampjes. Clara achtige cellen secreteren eiwitten uniek voor dit celtype, maar verder gelijk aan Clara cellen qua structuur en secretie van CCSP (Clara cel secretoire proteinen). Reageren ook verschillend op aantal stimuli.
Bespreek de opbouw van de bronchiaalboom.
Broncus principalis – bronchi lobares – bronchi segmentales – rami bronchales segmentorum – bronchi intralobularis – bronchioli – terminale bronchioli – respiratoire bronchioli – ductus alveolaris – sacculus alveolaris – alveole.
Wat is de limiterende/bepalende factor van de filtratie in de nier?
De bloeddruk. Te hoog zorgt voor beschadiging van het filter, als te laag is filtratie niet mogelijk.
Bespreek het reukorgaan.
De neusholte is verdeelt in twee delen door de septum nasi, met aan de dorsale zijde van de holtes conchae, botspiralen die bedekt zijn met pseudomeerlagig cillindrisch epitheel. Het epitheel wat het dorsale septum, de conchae en het dorsale deel van de neusholte bedekt is specifiek voor chemoreceptie: olfactorisch epitheel. Dit bevat net als respiratorisch epitheel trilharen, maar deze zijn veel langer. Naast steuncellen en basale cellen bevat het reukepitheel neuronen die dienst doen als reukcellen. Deze hebben lange aangepaste cilliën die in het lumen uitsteken. Aan het oppervlak van de cellen liggen receptoren voor “geur”. Als hier een geurmolecuul op bindt treed er depolarisatie op. Via het axon gaat het signaal naar de craniale zenuw (fila olfactoria in de lamina propria) naar de reukkwab van de hersenen. De reukcellen zelf zijn bipolaire neuronen met de kern basaal gelegen Na een tijd zal een receptor ongevoelig worden voor een geurmolecuul en zullen de tubulo-alveolaire klieren van Bowman secreet produceren, zodat de receptoren schoongespoeld worden. Verder bevat de neus nog het vomeronasaal orgaan (orgaan van Jacobson), wat een paar uitstekende divertikels zijn in de neusholte. Ze zijn verantwoordelijk voor chemoreceptie van met name weinig-vluchtige stoffen.
Wat is de utriculus?
Dit is een onderdeel van de maculae, wat onderdeel is van het vestibulaire systeem. Deze liggen in de grote bolvormige uitbreidingen van het vestibulaire systeem en zijn ook gevuld met endolymfe. De uitbreidingen bevatten de sacculi en de utriculi, welke ook haarcellen bevatten die erg op de cristae ampullae in de halfecirkelvormige kanalen. Deze zones bevatten gehoorsteentjes/statoconia(otolieten) die bovenop de haartjes liggen. In de maculae vormen de haartjes een spiegelbeeld rond de striola, waarbij het beeld in de utriculus het tegenovergestelde is van het beeld in de saccculus. Door de zwaartekracht oefenen de steentjes een constante kracht uit op de haartjes, wat dus als stabiel wordt ervaren.
Wat zijn neuro-epitheliale lichaampjes?
Neuroepithelial body (NEB), een zeer complexe receptor die te vinden is in de luchtwegen. Het zijn geinnerveerde groepjes van neuroendocriene cellen en zijn te vinden in het intrapulmonaire epitheel.