Extra Flashcards

1
Q

Debet

A

(Bezit)
Vaste activa
Vlottende activa
Liquide activa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Credit

A

(Schuld)
Eigen vermogen (=reserves etc)
Lang vreemd vermogen
Kort vreemd vermogen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

conversiekoers in procenten

A

(aantal obligaties * nominale waarde + bijbetaling)/(aantal aandelen) *100%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

emissiekoers in procenten

A

contante waarde obligaties/nominale waarde *100%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

contant maken

A

OP BASIS VAN DE MARKTRENTE!!
CW SI= Ta (r^n-1)/(r-1)
T= termijn bedrag
a= kleinste getal in de rij
r= reden, vermenigvuldigingsfactor
n= aantal termen in de reeks (aantal stortingen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Eindwaarde kapitaal SI

A

=Ta (r^n-1)/(r-1)
T= termijn bedrag
a= kleinste getal in de rij
r= reden, vermenigvuldigingsfactor
n= aantal termen in de reeks (aantal stortingen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

intrinsieke waarde

A

= EV

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

dividend verdeling

A

1) preferent dividend
2) dividend belasting
3) stockdividend
4) netto cashdividend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

onder KVV valt ook:

A

nog te betalen:
- intrest
- loonheffing
- omzetbelasting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat valt er nog meet onder financiële vaste activa

A
  • deelnemingen
  • ontvangen leverancierskrediet
  • ontvangen afnemerskrediet
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

onder VLA vallen ook:

A

effecten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly