Fairheid Flashcards

(10 cards)

1
Q

Bedreigingen voor fairheid

A
  1. Testinhoud
  2. Testcontext
  3. Testrespons
  4. Kans om te leren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Testinhoud

A

Constructirrelevante variantie als gevolg van onaangepaste testinhoud of niet-faire testinhoud → bepaalde inhouden die niets te maken hebben met het construct dat men wil meten, waardoor test dus niet fair wordt gemaakt

  • Moeilijke woorden
  • Verschillen in interesse voor testmateriaal
  • Verschillen in herkenning in het testmateriaal
  • Beledigend karakter van items
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Testcontext

A

Voorbeelden
- Vaagheid van testinstructies
- Interacties met examinator: stereotypedreiging
- Taal van testing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Testrespons

A

Voorbeelden
* Verschillen in vertrouwdheid / voorkeur voor bepaalde antwoorden tussen cliënten
* Vorm van de antwoorden kunnen additionele vaardigheden vereisen
* Verschillende interpretaties van wat een goede wijze van antwoorden is – wat denkt men dat sociaal wenselijk is
* Kan interageren met scoringssleutel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Kans om te leren

A
  • Hadden de personen de kans om de inhoud en de vaardigheden van de test te kunnen leren?
  • Hangt af van context:
  • Fairheid indien zowel opleiding als testing door zelfde instantie gebeuren
  • Fairheid niet noodzakelijk in het gedrang bij toegang tot specialiseerde opleiding – wil niet zeggen dat bepaalde mensen altijd benadeeld zullen zijn
  • Is moeilijk te definiëren en te kwantificeren op het individuele niveau
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe omgaan met fairheid

A
  1. Universeel design/proefopzet
  2. Bij testcontructie: beoordeling van testinhoud -> transparante richtlijnen voor beoordelaars opstellen
  3. Bij testvalidering
  4. Bij testgebruik -> adapteren van tests
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Universele proefopzet

A

Doel = omgevingen zo te ontwikkelen van bij de start dat ze tegemoet komen aan de noden van zoveel mogelijk gebruikers

Op voorhand duidelijk specificeren welk construct men precies wenst te meten en voor welke doelgroep de meting precies is bedoeld: duidelijk identificeren welke kenmerken van de geteste kunnen interfereren met de meting van het bedoelde construct

DUS: Test zo ontwikkelen dat hij fair is voor alle individuen in de doelgroep

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Omgaan met fairheid bij testconstructie

A

Beoordeling van iteminhoud → opstellen van transparante richtlijnen voor beoordelaars

  • Vermijden van cognitieve bronnen van constructirrelevante variantie
    -> Woorden uit specifieke contexten die er niet toe doen bv. met betrekking tot hobby’s of religie
    -> Taal en moeilijkheidsniveau van taal bv. examen
  • Vermijden van affectieve bronnen van constructirrelevante variantie
    -> Omstreden standpunten – mensen die daardoor geraakt worden waarschijnlijk slechter scoren
    -> Pijn en dood
    -> Religie
    -> Stereotypen
  • Vermijden van fysische bronnen van constructirrelevantie
    -> Visuele weergave – niet eerlijk voor mensen met visuele beperking
    -> Auditieve weergave – niet eerlijk voor mensen die slechthorend zijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Omgaan met fairheid bij testvalidering

A
  • Interne structuuranalyses
  • Itemvertekeningsanalyses: kijken of specifieke items op equivalente wijze worden geïnterpreteerd door verschillende groepen
  • Onderzoeken van predictieve vertekening – nagaan of verwachte associaties hetzelfde zijn in verschillende groepen, of de relatie hetzelfde is
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Omgaan met fairheid bij testgebruik

A

Adapteren van tests

  • Testaccommodatie: vergelijkbaarheid van de scores blijft behouden – aanpassen aan gestandaardiseerde procedures
    (wordt vaak over gediscussieerd omdat velen zeggen dat ze extra voordeel krijgen)
  • Testmodificatie: leidt tot niet-vergelijkbare scores die het bedoelde construct veranderen – sterk veranderen waardoor een andere methodologie en dus niet meer met zelfde normen vergelijken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly