Farmacologie Flashcards

(55 cards)

1
Q

Werkingsmechanisme acetylsalicylzuur

A

Bindt irreversibel aan COX-1 waardoor het de omzetting van arachidonzuur in TXA2 blokkeert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Geneesmiddelgroep acetylsalicylzuur

A

Salicylaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het verschil tussen reversibele en irreversibele binding van trombocytenaggregatieremmers

A
  • Reversibel: werkt gedurende halfwaarde tijd
  • Irreversibel: werkt gedurende de levensduur van het bloedplaatje (7-10 dagen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

P2Y12-remmers (3)

A

Clopidogrel, presugrel, ticagrelor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Werkingsmechanisme clopidogrel en presugrel

A

Binden irreversibel aan de ADP P2Y12-receptor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is er speciaal aan clopidogrel?

A

Het is een prodrug en wordt gemetaboliseerd door CYP2C19

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waarbij moet je oppassen met clopidogrel? (2)

A
  • IA met omeprazol (via CYP2C19)
  • Polymorfisme (CYP2C19)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Glycoproteïne IIb/IIIa receptorantagonisten (2)

A

Tirofiban en Eptifibatide (alleen iv in het ziekenhuis)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Werkingsmechanisme VKA’s

A

Ze blokkeren de werking van vitamine K epoxide reductase complex (VKORC), waardoor vitamine K hydrokinine wordt uitgeput

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

VKA’s remmen de aanmaak van welke stollingsfactoren (4)

A

2, 7, 9 en 10

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

VKA’s (2 + verschil)

A

Acenocoumarol (werkt enkele dagen) en fenprocoumon (werkt enkele weken)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waar moet je mee oppassen met VKA’s

A

Doordat het moet zorgen voor een depletie van vitamine K, duurt het een aantal dagen (~5 dagen) voordat er een antitrombotisch effect wordt bereikt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat remmen VKA’s nog meer? (2)

A
  • Trombine
  • Proteïne S en C
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe behandel je een acuut event met VKA

A

Bij initiatie met VKA’s altijd worden behandeld in combinatie met een LMWH (direct werkend middel, kan ook DOAC zijn) tot ten minste 2 dagen een INR van 2 is bereikt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe krijg je mogelijk op de eerste dag behandeld met VKA meer stolling?

A

Door afname van proteïne C

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Antidotum VKA’s (2)

A
  • Vitamine K
  • Protrombinecomplex
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Nadeel Vitamine K als antidotum

A

Werkt niet direct omdat de stollingsfactoren eerst op gang komen moeten komen (bij een acute bloeding is dit lastig)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat geef je bij een acute bloeding (stap 1 en 2)

A
  1. Protrombinecomplex + fenprocoumon geven.
  2. INR monitoren of 1 gift protrombinecomplex genoeg is om de intrede van de werking van fenprocoumon te overbruggen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is de INR van een persoon zonder deficienties in de bloedstolling?

A

1,0

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Streefwaarden INR bij iemand die behandeld wordt met antstolling

A

2-3

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Uitzondering op de streefwaarde bij … (2 + nieuwe streefwaarde)

A

Bij hoog-risico patiënten met een kunstklep in de mitralis-positie en bij recidiverende VTE bij adequate antistolling, wordt een hogere INR van 2,5-3,5 geaccepteerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat gebeurd er als je boven en onder de streefwaarde komt?

A
  • Onder de 2,0 dan neemt de kans op een beroerte toe
  • Boven de 3,0 dan neemt de kans op een intracraniele bloeding toe.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Beruchte IA met VKA’s

A

Azolen: cotrimoxazol, miconazol, fluconazol, voriconazol

24
Q

Voor welke indicaties is een VKA eerste en enige keuze (2)

A
  • Hartklepprotheses (CI DOAC)
  • Antifosfolipidensyndroom
25
Door welke factoren kun je o.a. een schommelende INR krijgen (2)
- Voeding - Infectie (ziekte)
26
Werkingsmechanisme heparine
Bindt aan antitrombine, wat zorgt voor de afbraak van trombine (IIa) en factor Xa (--> remming omzetting fibrinogeen naar fibrine)
27
Voordelen Laag moleculair gewicht heparine (LMWH) (5)
- Betere farmacokinetiek - Grotere affiniteit voor de remming van trombine - Thuis te gebruiken - Geen vaste controle nodig - 10 x lagere kans op HIT
28
Wat is een vervelende bijwerking van heparines
Heparin Induced Thrombocytopenia (HIT)
29
Mechanisme HIT
Antilichaam reactie tussen factor 4 en heparinecomplex. Hier gaan je plaatjes van kapot --> trombocytopenie. Plaatjes die overblijven zijn hoog geexciteerd en die zorgen voor trombose.
30
Wat te doen bij HIT (2 alternatieve middelen)
Indien HIT voorkomt, moet heparine direct worden gestopt en is er een alternatieve vorm van antistolling noodzakelijk (bijvoorbeeld argatroban (IV broertje van dabigatran) of (fondaparinux))
31
Waarop wordt bijgestuurd om bloedingen na heparine gebruik te voorkomen?
Geactiveerde partiële tromboplasminetijd (aPTT)
32
Antidotum heparines
Protamine
33
Behandeling DVT (stap 1 en 2)
1. Start met subcutaan LMWH-toediening + oplaaddosis cumarine. 2. De LMWH gebruik je voor 5 dagen, daarnaast wordt een cumarine voor 3 tot 6 maanden gebruikt.
34
Twee meest gebruikte heparines
Nadroparine en dalteparine
35
Nadelen LMWH (3)
- Bloedingen (protamine gedeeltelijk werkzaam) - Niet oraal (veel thuiszorg nodig voor spuiten) - HIT (treedt minder op, maar kan nog steeds voorkomen)
36
Pentasaccharide (heparine)
Fondaparinux
37
Kenmerken fondaparinux (4)
- Synthetisch actief pentasaccharide (5 suikers) deel van het heparine molecuul - Alleen binding via antitrombine aan FXa en niet aan trombine (te kort) - Toegenomen t½ t.o.v. LMWH - Antidotum protamine werkt niet
38
Enige indicatie fondaparinux
NON-STEMI ACS
39
DOAC's (4)
Rivaroxaban, apixaban, edoxaban en dabigatran
40
Werkingsmechanisme rivaroxaban, apixaban, edoxaban
Remmen factor 10a (Xa(ban))
41
Werkingsmechanisme dabigatran
Remt trombine (factor 2a) (dabigaTRan)
42
Voordelen DOAC's (t.o.v. VKA's) (3)
- Geen controle nodig - Minder groot risico op grote craniale bloedingen - Directwerkend
43
Wanneer geef je liever geen rivaroxaban en waarom
Mensen met een slechte voedingsstatus omdat de absorptie van rivaroxaban sterk afhankelijk is van voeding
44
Wanneer geef je geen dabigatran
Nierfunctie onder de 30
45
Bij welke nierfunctie mogen DOAC's niet meer gebruikt worden
< 15
46
Opmerking dosering DOAC's
Lager voor profylaxe in vergelijking met behandeling van bijvoorbeeld atriumfibrilleren (nog hoger bij longembolie)
47
Welke aanpassing in dosering doe je bij dabigatran op basis van nierfunctie (3)
- eGFR > 50: 2dd 150 mg - eGFR 30-50: 2dd 110 mg - eGFR < 30: NIET GEVEN
48
Wanneer apixaban halveren als behandeling atriumfibrilleren
eGFR 15-29 (2dd 5 mg --> 2dd 2,5 mg)
49
Contra-indicatie DOAC's (voornamelijk dabigatran)
Kunstklep
50
Voor welke IA moet je uitkijken met DOAC's (4 + reden + gevolg)
Fenobarbital, fenytoïne, carbamazepine en Sint-Janskruid (CYP3A4) --> sterk verminderde werking DOAC dus alternatief zoeken
51
Harde IA met DOAC's (+ oplossing)
Rifampicine, andere optie zoeken. VKA kun je wel bijsturen icm rifampicine (wel IA dus trombosedienst moet het wel weten, dosering moet in het begin omhoog)
52
Wat moet je doen bij NSAID's + DOAC's
Voorzichtig, niet te lang, denk aan risicopreventie (PPI, zoals omeprazol)
53
Wat vind je van de combinatie LMWH en DOAC
Werken allebei direct en via de 10a route. Weinig zin om te combineren.
54
Welke DOAC geeft de minste kans op maagdarmbloedingen
Apixaban
55
Wat geef je als je ernstige (hersen)bloedingen krijgt bij het gebruik van trombolytica?
Tranexaminezuur