Farmacologie Flashcards

(45 cards)

1
Q

Wat is farmacokinetiek

A

Wat het lichaam mrt het geneesmiddel doet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is farmacodynamiek

A

Wat het geneesmiddel met het lichaam doet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is biotransformatie in AMDE

A

Metabolisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe gaat het opgenomen deel geneesmiddel naar de lever

A

Via de vena porta

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waar vind de meeste opname plaats

A

Dunne darm door de plooien en hierdoor oppervlakte vergroting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Worden hydrofiele (wateroplosbaar) of lypofiele stoffen beter opgenomen

A

Lipofiel, omdat het membraan dit ook is. Vette stoffen kunnen er beter doorheen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Route geneesmiddel naar bloed

A

Door mucus naar lipofiele bipolaire celmembraan
Nu in entrocyt, door basale membraan,
Door interstitiele ruimte
Door endotheel
In bloed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is transcellulaire diffusie, welke moleculen gaan hierdoor?

A

een passieve vorm die over het membraan heengaat
lipofiele moleculen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is paracellulaire difussie, welke moleculen gaan hierdoor?

A

een passieve vorm die tussen de endotheel cellen door gaat
hydrofiele moleculen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is de wet van fick en wat zijn de onderdelen

A

hoe diffusie wordt beschreven
concentratie gradient
oppervlakte
permeabiiteit
eigenschappen farmacon:
- moleculair gewicht, groter wordt minder makkelijk opgenomen
- lipofilie, vetoplosbaarheid
- ionisatiegraad, geladen moleculen kunnen het membraan niet goed passeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

zijn hydrofiele moleculen geladen of ongeladen, hoe passeert dit het membraan?

A

geladen, membraan niet goed passeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

hoe werkt carrier gemedieerd transport

A

passief: geneesmiddel gaat met een dragereiwit mee, gefaciliteerde diffusie
actieff transport: nodig om concentratie gradient te behouden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

kenmerken actief transport

A

atp afhankelijk, het gaat tegen de concentratie gradient in
verzadigbaar, gelimiteerd aantal transporters
competitie, weinig transporters, stoffen hebben competitie om te binden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

hoe worden de meeste geneesmiddelen opgenomen

A

via passieve diffusie, transcellulair

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

waardoor wordt passieve diffusie beinvloed

A

snelheid, hangt af van toedieningsvorm. -tablet is langzamer dan oplossing
-concentratiegradient
- het oppervlak
fysiochemische eigenschappen:
- lipofilie
- moleclair gewicht
- ionisatiegraad
maagdarm vloeistof, zuurgraad.
opbouw maagdarm kanaal
- doorbloeding
- oppervlakte
- maagledeging, lege maag is sneller
- motiliteit, als je braakt is het contactmoment korter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat betekend geioniseerd

A

hydrofiel, ongeladen wordt beter opgenomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

welke absorptie vorm kan oneindig door gaan en welke stopt

A

oneinding: passieve diffusie
stopt: carrier mediated transport, transporters verzadigd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

wat is pka

A

bij welke pH een molecuul voor de helft in zijn geïoniseerde (geladen) vorm en voor de helft in zijn ongeladen vorm is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

wat betekend een grote log waarde

A

lipofiel, en dus wordt de stof beter opgenomen

20
Q

wat voor interacties kunnen twee geneesmiddelen hebben

A

pH verandering: als een de ph veranderd kan de andere minder goed opgenomen worden
complex voriming: geneesmiddelen kunnen met elkaar of met voedsel een complex vormen, grote neemt toe van molecuul, wordt minder snel opgenomen
competitie drager eiwitten: als een geneesmiddel en bijv een voeding allebei door hetzelfde drager eiwit naar binnen willen is dit een probleem want ze zijn er maar beperkt

21
Q

wat doet biotransformatie, metabolisme. welk orgaan vooral
hoe heet de stof hierna

A

stoffen hydrofieler maken zodat ze kunnen uitgescheden worden
lever, met enzymen
hydrofiele metaboliet

22
Q

welke enzymen doen de biotransformatie

23
Q

welke fases heb je bij biotransformatie

A

1: functionaliserinsreacties. vaak doen cyp enzymen dit. ze ocxideren, reductie of hydrolyseren. hierdoor wordt een polaire groep aan een stof gekoppeld en wordt een metaboliet inactief
2: koppelingsreacties. door acetylering of glucuronidering. er wordt een heel groot ding gemaakt en dat neemt nooit op

24
Q

wat is een prodrug

A

stoffen die juist actief worden door het metabolisme

25
welk medicijn kan na fase 1 al worden opgenomen
verapamil
26
welke medicijnen ondergaan fase 1 en 2
codeine en paracetamol
27
dus wat doen cyp enzymen met een stof
polaire groepen inbouwen
28
hoe werken cyp enzymen
ze hebben een Heemgroep die bijdraagt aan de binding van het enzym met het substraat
29
wat is enzyminductie noem voorbeelden is het snel of langzaam proces en waarom
enzymactiviteit omhoog geneesmiddelen, alcohol en roken, sintjanskruid langzaam, transcriptiefactoren voor enzymen zijn op gen niveau
30
wat is enzyminhibitie hoe werkt het is het een snel oflangzaam proces
enzymactiviteit geremd competitie voor de bindingsplaats van het ijzermolecuul snel
31
wat zijn poor metabolizers en extensive metabolizers. waarom zijn deze twee opties er
genetische informatie bepaald hoeveel activiteit er van cyp enzymen is poor: lage enzymactiviteit, plasmaconcentratie van het geneesmiddel stijgt snel! extensive: meer activiteit, geneesmiddel dus sneller weg
32
wat is de biologische beschikbaarheid
dosis van geneesmiddel die na eerste passage maagdarmkanaal en lever onveranderd in de circulatie komt het zegt dus iets over hoe goed de stof wordt opgenomen en gemetaboliseerd
33
wanneer is de biologische beschikbaarheid 100% en wanneer kleiner
intraveneus is 100% want je hebt geen first pass effect van lever bij orale toediening kleiner sublinguaal werkt ook top
34
wanneer is er sprake van een groot first pass effect
als de lever veel geneesmiddel wegneemt
35
wat kan grapefruitsap doen
het remt bepaalde cyp enzymen. hierdoor kan bepaalde medicatie minder goed worden gemetaboliseerd worden en dus zal de plasmaconcentratie stijgen
36
wat kan chronisch alcohol doen
zorgt voor inductie van bepaalde cyp enzymen hierdoor is er meer metabolisme en zullen medicijnen minder goed werken
37
wat kan acute alcohol inname doen
sommige cyp enzymen bezetten waardoor een plasmaconcentratie juist heel hoog wordt
38
hoe werken geneesmiddelen die de pH van de maag willen verhogen
Antacida: basische stoffen die met H+ reageren, ph wordt hoger h2 receptoreantagonisten: blokkeren receptor van histamine waardoor parietale cellen minder zuur gaan uitscheidern protonpomp remmers: remmen de pomp waardoor er minder productie van HCL plaatsvind
39
voorbeeld antacida
magnesiumhydroxide
40
voorbeeld h2 receptor antagonist en welke cyp remt dit waardoor andere geneesmiddelen minder goed werken
famoditine cimetidine: cyp1a2, cyp2c9, cyp2d6
41
voorbeeld protonpompremmers en welke cyp remt dit waardoor andere geneesmiddelen minder goed werken
esomeprazol omeprazol allebei cyp2c19 pantoprazol
42
hoe werkt volumevergrotende laxantia en noem een voorbeeld, wanneer werkt het
mengt met darminhoud, trekt water aan, poep zachter mechanische prikkeling waardoor er meer peristaltiek is niet opgenomen maar uitgescheden werkt 12-24 uur voorbeeld: psylliumzaad
43
hoe werkt osmotische laxantia, voorbeelden en wanneer werkt het
Macrogol werkt na 1 a 2 uur: veel binding met water waardoor de poep groter wordt, peristaltiek neemt hierdoor ook toe lactulose werkt na 2 a 3 dagen: laat ph dalen wat de peristaltiek bevorderd waardoor het zachter wordt
44
hoe werkt contact laxantia/stimulerende laxantia (prodrug), voorbeelden en wanneer werkt het
in colon wordt hij actief stimuleert enterische zenuwstelsel waardoor peristaltiek stimuleerd werkt na 6-12 uur voorbeeld: bisacodyl
45
medicijn ijzergebrekanemie
ferrofumaraat