Fotosynthese Flashcards

(37 cards)

1
Q

3 stappen fotosynthese

A

capteren energie zonlicht (chlorofyl), lichtreactie (grana), donkerreactie (stroma)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

verband tussen golflengte en energie

A

hoe korter de golflengte, hoe hoger de energie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

chlorofyl a functie

A

licht rechtstreeks omzetten in chemische energie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

chlorofyl b functie

A

helper chlorofyl a, geeft golflengtes door aan chlorofyl a

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

carotenoïden

A

werken als antioxidant en neutraliseren vrije radicalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

phycobiloproteïnen

A

belangrijk in regio’s met weinig licht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

structuur chlorofyl

A

porphyrinering (ring met Mg2+ ion in midden, opname licht)
phytolstaart: hydrofobe staart van C-H

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

foto-elektrisch effect

A

licht verwijderd elektronen uit een pigmentmolecuul, energie foton verloren als warmte of geabsorbeerd door elektron van molecuul.
Geexiteerde elektronen worden overgedragen naar elektronendrager.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Het actiespectrum van fotosynthese geeft aan:

A

hoe effectief verschillende golflengtes van licht zijn bij het stimuleren van fotosynthese.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

fotosysteem bestaat uit:

A

antennecomplex en reactiecentrum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

antennecomplex

A

Capteert fotonen uit zonlicht en geeft energie door aan het reactiecentrum.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

reactiecentrum is een:
functie:

A

Transmembranair proteïne-pigmentcomplex.
Worden elektronen echt gecapteerd -> doorgegeven aan acceptor buiten systeem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

rol van elektronentransport in fotosynthese?

A

transport van elektronen door verschillende carriers in de elektronentransportketen genereert een H⁺-gradient over het thylakoïde membraan. Deze protonengradiënt wordt gebruikt door ATP-synthase om ATP te produceren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

fotosynthese met 1 fotosysteem (lichtafhankelijke, lichtreactie)

A

Anoxygene fotosynthese
en cyclische fotofosforylering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

fotosynthese met 2 fotosystemen ((lichtafhankelijke, lichtreactie)

A

Oxygene fotosynthese (niet-cyclisch)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

anoxygene fotosynthese

A

Enkel ATP synthese, geen NADPH vorming, berust op cyclische fotofosforylering

17
Q

cyclische fotofosforylering

A

hergebruiken van elektron die zorgt voor synthese ATP

18
Q

functie van Fotosysteem II in oxygene fotosynthese

A

Doneert geëxciteerde elektronen aan Fotosysteem I.
Vervangt gedoneerde elektronen door elektronen uit water.
Oxideert water, wat O₂ vrijmaakt.

19
Q

functie van Fotosysteem I in oxygene fotosynthese?

A

Ontvangt elektronen van Fotosysteem II.
Transfereert elektronen naar NADP⁺ om NADPH te vormen.

20
Q

Hoe wordt ATP gesynthetiseerd tijdens oxygene fotosynthese?

A

Een protonengradiënt drijft ATP-synthase aan.
Protonen stromen terug naar stroma via ATP-synthase, wat ATP produceert (chemiosmose).

21
Q

Wat gebeurt er in het stroma tijdens fotosynthese?

A

Protonen stromen terug in het stroma.
Het stroma bevat enzymen die de reacties van koolstoffixatie katalyseren met behulp van ATP en NADPH.

22
Q

Wat is de rol van de Calvincyclus in fotosynthese?

A

De Calvincyclus gebruikt ATP en NADPH om organische moleculen te maken uit H₂O en CO₂.

23
Q

Wat is de functie van ATP en NADPH in de Calvincyclus?

A

ATP: Levert energie voor de reacties.
NADPH: Zorgt voor het reducerend vermogen door elektronen af te geven.

24
Q

Wat is de nettoreactie van de Calvincyclus?

A

3 CO2 + 9 ATP + 6 NADPH + 5H2O G3P + 8 Pi + 9 ADP + 6 NADP+ + 2 H+

25
Wat gebeurt er tijdens de eerste stap van de Calvincyclus, koolstoffixatie?
Enzym RuBisCo katalyseert de reactie: RuBP + CO2 → PGA (3-fosfoglyceraat)
26
Wat gebeurt er tijdens de reductiefase van de Calvincyclus?
PGA (3-fosfoglyceraat) wordt gereduceerd tot G3P (glyceraldehyde-3-fosfaat). Dit proces verbruikt ATP en NADPH.
27
Wat gebeurt er tijdens de regeneratiefase van de Calvincyclus?
Een deel van G3P wordt gebruikt om RuBP (ribulose-1,5-bisfosfaat) te regenereren.
28
Hoeveel cycli zijn nodig voor de productie van één molecule G3P en glucose?
3 cycli: Voldoende om één molecule G3P te vormen. 6 cycli: Voldoende om één molecule glucose te vormen (2 G3P).
29
Wat zijn de mogelijke toepassingen van G3P in de plant?
Glucosevorming: Via stappen van omgekeerde glycolyse. Sucrosevorming: Voor transport als suiker. Zetmeelvorming: Stockage als onoplosbaar glucosepolymeer.
30
Wat is het belangrijkste eindproduct van de Calvincyclus?
G3P (glyceraldehyde-3-fosfaat), niet glucose. G3P wordt later gebruikt voor de vorming van glucose, sucrose of zetmeel.
31
Fotosynthese en cellulaire ademhaling
Fotosynthese gebruikt CO₂ als startsubstraat. Cellulaire ademhaling gebruikt glucose en O₂ als startsubstraten.
32
Glucoseproductie en glycolyse verwant
Glucose wordt geproduceerd uit G3P via gluconeogenese (tegenovergestelde van glycolyse).
33
RuBisCo-activiteiten
Carboxylatie (fixatie CO₂) in normale omstandigheden. Fotorespiratie (oxygenase): oxidatie van RuBP bij hoge O₂ concentraties.
34
Invloed van hitte op fotorespiratie
Hitte bevordert fotorespiratie en verlaagt fotosynthese-efficiëntie. Huidmondjes gesloten bij hitte, O₂ stapelt op, CO₂ daalt -> voorkeur voor O2 binden
35
Strategieën om fotorespiratie te vermijden
C3-planten: alleen C3 fotosynthese (Calvin cyclus). C4-planten: CO₂ fixatie door PEP carboxylase, grotere affiniteit voor CO₂. CAM-planten: C4-reactie 's nachts, Calvin cyclus overdag.
36
Definitie Chemosynthese
Bacteriën gebruiken energie van anorganische oxidatiereacties in plaats van licht.
37
Voorbeelden van chemosynthese
Stikstoffixerende bacteriën: N2 + 8 H+ + 8 e− → 2 NH3 + H2 + energie. Nitrificerende bacteriën: Nitrietbacteriën: 2 NH3 + 3 O2 → 2 HNO2 + 2 H2O + energie. Nitraatbacteriën: 2 HNO2 + O2 → 2 HNO3 + energie. Zwavelbacteriën: 2 H2S + O2 → 2 H2O + 2 S + energie.