frans h1b Flashcards
(56 cards)
1
Q
la construction
A
de bouw
2
Q
la solution
A
de oplossing
3
Q
l’ouvrier
A
de arbeider
4
Q
etre baitué <á
A
gewend zijn aan
5
Q
avant tout
A
boven/voor alles
6
Q
surtout que
A
vooral omdat
7
Q
il manque
A
er mist/ontbreekt
8
Q
en ce concerne
A
voor wat betreft
9
Q
en sécurité
A
in veiligheid
10
Q
le quartier
A
de wijk
11
Q
au milieu de
A
in het midden van
12
Q
se garer
A
parkeren
13
Q
les transports en commun
A
het openbaar vervoer
14
Q
avoir les moyes
A
het geld hebben
15
Q
couteux
A
duur
16
Q
le niveau de vie
A
17
Q
l’espace
A
de ruimte
18
Q
le désorde
A
de wanorde
19
Q
ranger
A
opruimen
20
Q
la limite
A
de grens
21
Q
faire intrusion
A
binnendringen
22
Q
l’adolescence
A
de puberteit
23
Q
s’opposer a
A
zich verzetten tegen
24
Q
avoir du mal avec
A
moeite hebben met
25
l'autorisation
de toestemming
26
de wijk
le quartier
27
er mist/ontbreekt
il manque
28
het voetbalveld
le terrain de foot
29
de winkel
le magasin
30
de plek
l'endroit
31
zich bevindeb
se trouver
32
eigen
propre
33
delen
partager
34
opruimen
ranger
35
slapen
dormir
36
zivh verzeten tegeb
s'opposer <á
37
moeite hebben met
avoir du mal avec
38
indiquer
aangeven
39
la distance
de afstand
40
découvrir
ontdekken
41
se réfugier
vluchten
42
confus
verward
43
garder
houden
44
recevoir
ontvangen
45
se plonger dans
zich storten in
46
une facon
een manier, wijze
47
het verkeer
la circulation
48
verboden
interdit
49
de bevolking
la population
50
dichtbij
tout
51
(ver) weg
loin
52
de toestemming
l'autorisation
53
in contact blijven
rester en contact
54
internetten
surfer sur internet
55
vrienden ontvangen
recevoir des amis
56
huiswerk maken
faire ses devoirs
