fysica Flashcards

(16 cards)

1
Q

lichtbron

A

dit produceer licht uit één of andere energievorm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

donker voorwerp

A

kan zelf geen licht produceren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

3 soorten voorwerpen

A
  • ondoorschijnend; laat geen licht door en je ziet niet wat erachter staat
  • doorschijnend; laat licht door, je ziet wazig wat er achter staat
  • doorzichtig; laat licht door en je ziet scherp wat erachter staat
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

maansverduistering

A

Wanneer de aarde tussen de zon en maan staat, en de maan zich in de kernschaduw van de aarde bevindt ken je een maansverduistering.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

zonsverduistering

A

wanneer ze maan tussen de aarde en zon staat, valt de kernschaduw op een stuk land. Dit stuk kent een totale zonsverduistering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

we kunnen een voorwerp zien als…

A
  • als er licht op het voorwerp valt en het dit terugkaatst
  • het licht verstrooid wordt
  • het verstrooide licht in onze ogen valt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

welke 2 soorten terugkaatsing zijn er

A
  • regelmatige: het voorwerp kaatst de evenwijdige bundel in één richting terug (spiegel)
  • diffuse: het voorwerp kaatst de evenwijdige bundel in alle richtingen terug –> het licht is verstrooid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wetten van terugkaatsing

A
  • de invallende straal, teruggekaatste straal, en normaal liggen in hetzelfde vlak
  • de stralengang is omkeerbaar
  • terugkaatsingshoek= invalshoek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

3 soorten breking

A
  • naar de normaal toe, van optisch ijl naar dicht
  • van normaal weg, van optisch dicht naar ijl
  • niet, als het loodrecht op het oppervlak invalt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

brekingswetten

A
  • de invallende straal, gebroken straal en normaal liggen in één vlak
  • de stralengang is omkeerbaar
  • als lichtstraal van middenstof a naar b gaat, geldt de wet van Snellius
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

totale terugkaatsing

A

Als er breking van optisch dicht naar ijl gaat en de invalshoek groter is dan de grenshoek, is er totale terugkaatsing op het scheidingsoppervlak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

hoofdeigenschap van lenzen

A

alle stralen die afkomstig zijn uit 1 punt, komen na breking samen in één punt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

3 bijzondere stralen

A
  • door optisch middelpunt O, wordt niet gebroken
  • evenwijdig met hoofdas, gaat na breking door F
  • door F , na breking evenwijdig met hoofdas
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

na breking is het beeld…

A
  • virtueel of reeël
  • omgekeerd of rechtop
  • vergroot of verkleind
  • voor of achter de lens
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

hoe bereken je de vergroting

A

G= -b/v

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

hoe bereken je de beeldgrootte

A

G= |BB’| / |VV’|