fysica Flashcards
(16 cards)
lichtbron
dit produceer licht uit één of andere energievorm
donker voorwerp
kan zelf geen licht produceren
3 soorten voorwerpen
- ondoorschijnend; laat geen licht door en je ziet niet wat erachter staat
- doorschijnend; laat licht door, je ziet wazig wat er achter staat
- doorzichtig; laat licht door en je ziet scherp wat erachter staat
maansverduistering
Wanneer de aarde tussen de zon en maan staat, en de maan zich in de kernschaduw van de aarde bevindt ken je een maansverduistering.
zonsverduistering
wanneer ze maan tussen de aarde en zon staat, valt de kernschaduw op een stuk land. Dit stuk kent een totale zonsverduistering
we kunnen een voorwerp zien als…
- als er licht op het voorwerp valt en het dit terugkaatst
- het licht verstrooid wordt
- het verstrooide licht in onze ogen valt
welke 2 soorten terugkaatsing zijn er
- regelmatige: het voorwerp kaatst de evenwijdige bundel in één richting terug (spiegel)
- diffuse: het voorwerp kaatst de evenwijdige bundel in alle richtingen terug –> het licht is verstrooid
wetten van terugkaatsing
- de invallende straal, teruggekaatste straal, en normaal liggen in hetzelfde vlak
- de stralengang is omkeerbaar
- terugkaatsingshoek= invalshoek
3 soorten breking
- naar de normaal toe, van optisch ijl naar dicht
- van normaal weg, van optisch dicht naar ijl
- niet, als het loodrecht op het oppervlak invalt
brekingswetten
- de invallende straal, gebroken straal en normaal liggen in één vlak
- de stralengang is omkeerbaar
- als lichtstraal van middenstof a naar b gaat, geldt de wet van Snellius
totale terugkaatsing
Als er breking van optisch dicht naar ijl gaat en de invalshoek groter is dan de grenshoek, is er totale terugkaatsing op het scheidingsoppervlak
hoofdeigenschap van lenzen
alle stralen die afkomstig zijn uit 1 punt, komen na breking samen in één punt.
3 bijzondere stralen
- door optisch middelpunt O, wordt niet gebroken
- evenwijdig met hoofdas, gaat na breking door F
- door F , na breking evenwijdig met hoofdas
na breking is het beeld…
- virtueel of reeël
- omgekeerd of rechtop
- vergroot of verkleind
- voor of achter de lens
hoe bereken je de vergroting
G= -b/v
hoe bereken je de beeldgrootte
G= |BB’| / |VV’|