Fysiologie - CH10 - Cells of the Nervous System Flashcards
(37 cards)
Centrale zenuwstelsel (CNS)
Bestaat uit de brein en en het ruggenmerg (spinal cord). Het is bedekt door 3 membranen:
- Dura mater, de buitenste
- Arachnoid, de middelste
- Pia mater, de binnenste
Ook heeft het verschillende mater:
- Grijs mater, bevat neuron cellichamen
- Wit mater, is rijk aan myeline
Nuclei
Neuronen binnen het CNS die vergelijkbare functies hebben.
Perifere zenuwstelsel (PNS)
Bestaat uit elementen die buiten de dura mater liggen:
- sensorische receptoren
- perifere delen van spinale en craniale zenuwen
- alle perifere delen van het autonoom zenuwstelsel
Afferent zenuwen
sensorische zenuwen die berichten van de periferie naar het CNS brengen
Efferent zenuwen
Motor zenuwen die berichten van het CNS naar de perifere weefsels brengen
Perifeer ganglia
Groepen van zenuwcellen die in kleine knopen geconcentreerd zijn en buiten het CNS liggen
Autonoom zenuwstelsel (ANS)
Deel van het zenuwstelsel dat onwillekeurige functies reguleert:
- hartslag
- bloeddruk
- spijsvertering
- temperatuur regulatie
- voortplantingssysteem
Neuronen en Glia cellen
Het brein bevat ~10^11 neuronen en iets meer glia cellen. Elke neuron kan met 1000 andere neuronen communiceren. Glia cellen zijn niet primaire signaalcellen.
Neuronen in de hersenen
Elk deel van de hersenen bevat neuronen met speciale vormen, connecties etc. Hierdoor kan één deel van het brein niet invallen voor een ander deel
Schwann en Schleiden
In 1838 kwamen zij met de theorie dat cellen de bouwstenen van het leven zijn en zeiden dat cellen spontaan kunnen ontstaan
Camillo Golgi
In 1885 introduceerde hij de ‘black reaction’ waardoor neuronen geheel onthuld konden worden met al hun processen.
Heeft nooit de neuron doctrine geaccepteerd
Santiago Ramón en Cajal
Gebruikte de Golgitechniek, en ontdekte dat het zenuw weefsels niet alleen bestaat uit individuele cellen maar dat de anatomie functioneel is bij cel communicatie
Heinrich von Waldeyer
Omschreef individuele cellen in het brein als neuronen, schreef in 1891 de neuron doctrine, ontdekt met een elektron microscoop waarbij te zien was dat neuronen helemaal van elkaar gescheiden zijn
Heinrich von Waldeyer
Omschreef individuele cellen in het brein als neuronen, schreef in 1891 de neuron doctrine, ontdekt met een elektron microscoop waarbij te zien was dat neuronen helemaal van elkaar gescheiden zijn
Cytoskelet neuron
Bestaat uit:
- neurofilamenten
- microtubules
- dunne filamenten
2 en 3 geven axonen en dendrieten de capaciteit om van vorm te veranderen
Cellichaam
Ook wel soma of perikaryon. Het deel van de cel wat de nucleus omringt. Bevat het ER en het Golgi-complex
Is verantwoordelijk voor neuronale huishouden zoals het verwerken van eiwitten
Dendrieten
Hoofdgebied voor het ontvangen van informatie dus membraan bevat veel receptoren die binden en reageren op neurotransmitters van omliggende cellen. Dit bericht heeft invloed op de prikkelbaarheid of functie van een neuron
Cytoplasma bevat netwerken van microtubules en verlengingen van het ER
Axon
Origin heet axon hillock en hieronder is een stukje niet-gemyeliniseerd, de intial segment. Hier kan een actiepotentiaal ontstaan.
Axoplasma:
- Bijna 1000 keer meer dan het cellichaam
- Bevat microtubules en neurofilamenten die voor stabiliteit zorgen
Myeline
Bestaat uit opgerolde celmembranen van glia cellen die zich om het axon wikkelen. Hierdoor springt het actiepotential van de ene node van Ranvier naar de andere
- In CNS wordt het door oligodendrocyten geproduceerd
- In PNS wordt het door schwann cellen geproduceerd
Presynaptic terminals
Als het actiepotentiaal dit bereikt worden er chemische signaalmoleculen losgelaten.
Is in contact met dendrieten en cellichamen.
Synaps
Bestaat uit:
de presynaptic terminal, het postsynaptic membraan en de synaptic cleft (synaps spleet)
Kunnen plasticiteit ondergaan: op lange termijn veranderingen ondergaan door voorafgaande activiteit
Microtubule-associated proteins (MAPs)
Associeren met micortubules en helpen deze te koppelen aan andere cel componenten:
- MAP-1 en MAP-2 hebben een hoger moleculair gewicht (meest voorkomend in dendrieten)
- Tau eiwitten hebben een lager moleculair gewicht (beperkt tot axonen)
Tau eiwitten
Zijn beperkt tot axonen waardoor de formatie van axonen niet de formatie van dendrieten wijzigt.
Kan zich samenvoegen tot neurofibrillary tangles die een kenmerk van Alzheimer zijn
Microtubules in structuren van neuron
- In axons liggen microtubules met hun plus einde weg van het cellichaam, wat de stroming van materiaal in en uit het axon polariseert
- In dendrieten hebben ze geen consequente oriëntatie, waardoor dendrieten functioneel vergelijkbaarder zijn met cellichamen