Gastro Flashcards

(168 cards)

1
Q

Welke aandoeningen worden besproken in het gastro-intestinaal systeem?

A
  1. Gastro-oesofageale reflux
  2. Peptische ulcus
  3. Gastritis
  4. Coeliakie
  5. Dyspepsie
  6. Pancreatitis
  7. IBS
  8. IBD
  9. Proctologie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is oesofageale reflux?

A

Het is een chronische aandoening waarbij de maaginhoud terugvloeit in de slokdarm dat leidt tot irritatie en ontsteking.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is een peptische ulcus?

A

Een zweer in de maagwand of in het begin van de dunne darm (duodenum) dat veroorzaakt wordt door een disbalans tussen maagzuur en beschermende slijmproductie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een gastritis?

A

Een ontsteking van het maagslijmvlies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is coeliakie?

A

Een auto-immuunziekte waarbij consumptie van gluten schade veroorzaakt aan het slijmvlies van de dunne darm.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is pancreatitis?

A

Ontsteking van de pancreas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waarvoor staat IBD en wat is het?

A

Inflammatoire bowel disease
= het is een groep van chronische inflammatoire aandoeningen waaronder Crohn en Colitis Ulcerosa.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waarvoor staat IBS en wat is het?

A

Irritable bowel syndrome (prikkelbare darmsyndroom)
= het is een structurele darmaandoening zonder duidelijke structurele afwijkingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is dyspepsie?

A

Een verzamelnaam voor chronische of terugkerende bovenbuikklachten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is Proctologie?

A

Medisch vakgebied dat zich richt op aandoeningen van de anus, het rectum en de dikke darm.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe is de dunne darm opgebouwd?

A
  1. Duodenum
  2. Jejunum
  3. Ileum
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe is de dikke darm opgebouwd?

A
  1. Caecum
  2. Colon
  3. Rectum
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waarvoor staat GORZ?

A

Gastro-oesofageale refluxziekte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Geef een ander woord voor oesofagus?

A

Slokdarm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoelang is de slokdarm?

A

25 cm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn 2 functies van de oesofagus?

A
  1. Peristaltiek - om de voeding en vloeistoffen naar de maag te transporteren
  2. Barrière - voorkomt dat maaginhoud terug van de maag naar bovenkomt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Op welke manier zorgt de oesofagus voor een barrierefunctie?

A
  1. Peristaltiek: enkel naar beneden
  2. Sfinctercomplex
  3. Hoek van His: slokdarm komt niet loodrecht in de maag toe
  4. Productie van speeksel = bicarbonaat - zal het zuur neutraliseren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat is de hoek van His?

A

Het is een anatomische structuur die verwijst naar de hoek tussen de oesofagus en de fondus van de maag.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is de functie van de hoek van His?

A

Het voorkomt dat de maaginhoud terugvloeit in de slokdarm.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Thv welke plaats van de slokdarm zit het diafragma?

A

Thv de LES = lower esophageale sfincter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is de functie van het diafragma?

A

Het zal zorgen voor een drukverhoging thv de LES waardoor het samen met de LES zorgt voor het voorkomen van terugvloei van de maaginhoud in de slokdarm.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Welk onderscheid wordt gemaakt in de GERZ?

A

Fysiologische reflux
Pathologische reflux

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat is fysiologische reflux? Bij wie komt het voor?

A

Het komt bij iedereen voor.
Dit is reflux die veroorzaakt wordt door de relaxatie van de LES na een maaltijd, maar hierbij heeft de patient geen symptomen/ klachten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat is pathologische reflux? Welk onderscheid wordt er gemaakt? Leg ook uit:

A

Pathologische reflux is terugvloei van de maaginhoud in in de slokdarm waarbij WEL symptomen/klachten ontstaan.
—> onderscheid tussen:
- Niet-erosieve reflux (NERD): wel symptomen maar geen schade aan de slokdarm
- oesofagitisletsels: schade van de slokdarm onder de vorm van erosies, zweren of vernauwingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Wat is de prevalentie van oesofageale reflux in de westerse wereld?
10-20%
26
Wat is pyrosis?
Brandend maagzuur: gekenmerkt door een brandend gevoel achter het borstbeen. = retrosternaal
27
Wat zijn de typische klachten bij oesofageale reflux?
- Pyrosis/ zuurbranden retrosternaal - regurgitatie van zuur = zure smaak in de mond
28
Wat zijn alarmsymptomen bij eosofegeale reflux?
- Dysfagie - Vermagering - Bloeding
29
Wat is dysfagie?
Moeite met slikken of pijn bij het slikken
30
Op basis van de welke classificatie wordt oesofageale reflux ingedeeld? Welke types zijn ernstig?
Los angelos classificatie in graad A tot D waarbij C en D de meest ernstige situaties zijn.
31
Thv waar in de slokdarm zien we bij oesofageale reflux typisch schade optreden? Leg uit wat dit is
Thv de Z-lijn: dit is een scherpe aflijning tussen slokdarmweefsel en maagweefsel
32
Welke complicaties kunnen optreden indien je oesofageale reflux niet meteen behandeld?
1. Barrett slokdarm 3. Displasie 2. Slokdarmcarcinoom
33
Wat is het een barret slokdarm?
We zien hierbij dat er ter hoogte van de Z-lijn uitlopers zijn waardoor de scherpe aflijning tussen slokdarmweefsel en maagweefsel verdwenen is. Dit weefsel noemen we de Barretslokdarm zone. —> er is dus een opschuiving van de Z-lijn en een intestinale metaplasie.
34
In hoeveel procent van de GORZ komt een Barrettslokdarm voor?
5 tot 10% van de patienten
35
Wat kan het gevolg zijn van een Barrett slokdarm?
Het ontstaan van een slokdarmcarcinoom. Het is met andere woorden een premaligne aandoening.
36
Hoeveel % van de patienten met Barrett-slokdarm lopen risico op slokdarmcarcinoom?
0,12%
37
Wat zijn bevorderde factoren voor het ontstaan van oesofageale reflux?
Een sliding hernia Hiatus hernia
38
Geef een synoniem voor hiatus hernia
Maagbreuk
39
Wat is een sliding hernia? Hoe kan dit een stimulerende factor zijn voor reflux?
Hierbij zal de maag iets meer naar boven geschoven zijn waardoor het diafragma niet meer exact thv de LES zich bevindt. Hierdoor valt de druk die het diafragma normaal uitoefent op de LES weg en kan de maaginhoud makkelijker terugvloeien naar de slokdarm.
40
Wat is een para-oesofageale hiatus hernia?
Hierbij zal de LES zich op dezelfde plaats bevinden maar een deel van de maag dringt door het diafragma.
41
Welke 2 factoren verhogen de kans op een maagbreuk?
Obesitas en oudere leeftijd
42
Geef nog 3 andere risicofactoren voor een hiatus hernia:
- congenitaal = aangeboren - chirurgie - scoliose
43
Wat zijn de behandeldoelen van een oesofageale reflux?
1. Symptomen onderdrukken: zorgen dat de patienten geen klachten meer hebben om de levenskwaliteit te verhogen 2. Chronische schade voorkomen 3. Opgelopen schade helen
44
Wat zijn niet-medicamenteuze adviezen bij de behandeling van oesofageale reflux?
- Vermijd vooroverbuigen - Niet onmiddellijk na maaltijd gaan liggen - Hoofduiteinde verhogen tijdens het slapen - In geval van obesitas: gewichtsverlies - Rookstop - Vermijd koffie, tomaten, citrusvruchten, kruiden, munt, pikante voeding - Vermijd alcohol - Liever 5 kleinere maaltijden dan 3 grote/ overvolle maaltijden
45
Wat zijn de algemene behandelopties van een oesofageale reflux?
Niet-medicamenteus: levensstijl adviezen Medicamenteus Chirurgie
46
Welke medicamenteuze behandelen kunnen gegeven worden bij oesofageale reflux?
1. Antacida 2. H2-antagonisten 3. Protonpompinhibitoren
47
Welke plaats hebben Antacida in de behandeling van oesofageale reflux? Hoe werken ze?
Ze gaan het maagzuurneutraliseren: ze werken snel en kort maar enkel SYMPTOMATISCH - ze gaan niks doen aan de onderliggende oorzaak
48
Hoe werken de H2-antagonisten en de PPI? (Algemeen)
Ze gaan de zuurproductie remmen
49
Geef voorbeelden van H2-antagonisten die gebruikt worden in de behandeling van oesofageale reflux
Ranitidine Cimetidine Famotidine
50
Hebben H2-antagonisten of PPI een snellere werking?
De H2-antagonisten werken sneller dan de PPI
51
Welke geneesmiddelenklasse wordt niet meer gebruikt voor de behandeling van oesofageale reflux?
H2-antagonisten
52
Welke geneesmiddelenklasse is de eerste keuze voor de behandeling van oesofageale reflux?
PPI
53
Geef voorbeelden van PPI’s:
Pantoprazol Omeprazol Esomeprazol Rabeprazol
54
Wat is een typisch kenmerk van de PPI onderling?
Er is geen verschil in effectiviteit maar wel een verschil qua interacties
55
Wat is de klassieke dosis en behandelduur van een PPI?
40 mg - 1 keer per dag - gedurende 4 tot 8 weken
56
Leg het werkingsmechanisme uit van de PPI’s:
Ze zullen de H/K-ATPase pompt thv de parietale cellen inhiberen waardoor er minder maagzuur geproduceerd wordt. Ze gaan deze IRREVERSIBEL inhiberen!
57
Wat wordt er geadviseerd indien een patient niet volledig van een PPI kan afbouwen?
De patient verder laten staan op de laagst mogelijke dosis van PPI
58
Welke 2 opties kunnen we toepassen bij chirurgie bij de behandeling van een oesofageale reflux?
1. Nissen operatie 2. Toupet operatie
59
Wat is het verschil tussen een Nissen- en een toupet operatie?
Bij een Nissenoperatie wordt de fundus van de maag volledig rond de slokdarm gewikkeld terwijl bij een toupet operatie slechts gedeeltelijk.
60
Wat is de bedoeling van de nissen en toupet operatie?
Ze zullen zorgen voor een verhoogde druk thv de LES waardoor de refluxklachten verminderen
61
Wat zijn mogelijke complicaties van de nissen of toupet operatie?
De patiënten kunnen last krijgen van dysfagie: moeilijker slikken van voeding. Opgeblazen buik omdat boeren moeilijker is
62
Hoe gaan we een hiatus hernia behandelen?
Indien de patient er geen last van heeft, gaan we NIKS doen.
63
Op welke manier gaan we een Barrett slokdarm voorkomen of behandelen/ opvolgen?
Patiënt levenslang PPI’s toedienen. Endoscopisch de schade opvolgen
64
Welke 3 functies (algemeen) heeft de maag?
Mechanische vertering Chemische vertering Bescherming tegen zure maaginhoud door mucusproductie
65
Welke 3 spierlagen zorgen voor een mechanische afbraak door de maag? Leg uit
1. Fundus: dit is een spierlagen die zal uitzetten indien er voeding in de maag terechtkomt 2. Antrum: deze de voeding kneden in kleinere stukken 3. Pyloor: zal grotere stukken tegenhouden zodanig dat die opnieuw in kleinere stukken gekneed kan worden
66
Wat verstaat men onder chemische vertering van de maag?
Productie van maagzuur (HCl) en pepsinogeen dat zorgt voor de afbraak van eiwitten, koolhydraten, bacteriën en collageen.
67
Wat is een maagzweer? Wat is het verschil met een erosie?
Een scherp begrensde onderbreking van het maagslijmvlies die door de spierlaag heen dringt. —> een erosie is eerder oppervlakkig
68
Hoe kunnen we een endoscopisch onderscheid maken tussen gastritis en een peptische ulcus?
Gastritis: roodheid en eventueel bloedplekken Peptische ulcus: gat door de spierlaag met de ontsteking errond
69
Welke onderscheid maken we binnen een gastritis? Op basis van welke eigenschap wordt dit onderscheid gemaakt?
Acute gastritis Chronische gastritis —> op basis van de oorzaak
70
Wat zijn de oorzaken van een acute gastritis?
1. Roken en alcohol 2. NSAIDs 3. Virale infecties —> het is een plotse opkomende maagontsteking
71
Wat is de oorzaak van een chronische gastritis?
1. Helicobacter pylori infectie 2. Systeemziektes zoals Crohn, auto-immuunaandoeningen
72
Wat is de voornaamste oorzaken/ oorzaken van een peptische ulcus?
1. Helicobacter pylori infectie 2. NSAIDs
73
Welk type bacterie is een H. Pyrlori?
Het is een gramnegatieve bacterie met 4 tot 6 flagellen die dienen om zich voort te bewegen.
74
Wat is de gastheer van de H. Pylori?
Enkel de mens, nl. de maag
75
Op welke manier wordt een H. Pylori overgedragen?
1. Oro-oraal 2. Feco-oraal
76
Wat is een typische eigenschap van de H. Pylori?
Deze bacterie is weerstandig aan de zure pH van de maag
77
Hoe zorgt H. Pylori ervoor dat hij kan overleven in het zure milieu van de maag? Leg volledig uit
Op 2 manieren; 1. Het zal zich via zijn flagellen verplaatsen tot in de diepste lagen van de mucus waar de pH hoger is. Het zal zich hieraan vasthechten en zo zorgen voor productie van toxines en op die manier de cellen kapotmaken. 2. Het produceert urease: dit is een enzym dit het zuur zal afbreken door de vorming van ammonium die de bacteriën omgeeft en zo beschermt tegen afbraak.
78
Wat zijn de symptomen van gastritis en peptische ulcus?
1. Branderig gevoel in de bovenbuik maar niet achter het borstbeen DIE BETERT BIJ INNAME VAN VOEDING 2. Misselijkheid 3. Braken
79
Wat zijn mogelijke complicaties die kunnen optreden bij gastritis?
1. Bloeding 2. Anemie 3. Perforatie 4. Stenose
80
Welke 2 manifestaties zijn er bij een bloeding?
1. Hematemisis: overgeven van bloed 2. Melena: bloed in de stoelgang
81
Wat zijn 3 typische kenmerken van melena?
Heel donker van kleur - bijna zwart Sterke geur Andere samenstelling - eerder plakkerig
82
Wat is een perforatie? Wat is het gevolg?
Een gat in de maag waardoor de maaginhoud in de buikholte loopt
83
Welke symptomen treden op bij een maagperforatie?
Acute hevige opstoot van de pijn$ Koorts Sepsis
84
Wat zijn de behandeldoelen van een gastritis of een peptische ulcus?
1. Symptomen onderdrukken om de levenskwaliteit van de patiënten te verbeteren 2. Heling van opgelopen schade + preventie van bijkomende schade 3. Eradicatie van H. Pylori 4. Complicaties behandelen 5. Mijden van triggers zoals NSAIDs
85
Welke medicamenteuze opties zijn er voor de behandeling van gastritis en peptische ulcus?
1. Antacida 2. H2-antagonisten 3. PPI
86
Welke geneesmiddelenklassen hebben geen invloed op de detectie van H. Pylori? Welke wel en wat zijn de maatregelen die dan moeten genomen worden.
1. Geen invloed: Antacida en H2-antagonisten 2. Wel invloed: PPI —> 2 weken voor screening stoppen
87
Wat is de eerstelijnscombinatie voor een H. Pylori eradicatie?
PPI (pantoprazol) + amoxicilline + claritromycine + metronidazol (oraal)
88
Hoelang duurt de behandeling van een H. Pylori eradicatie?
10 dagen
89
Op welke 2 manieren kan een succesvolle eradicatie van H. Pylori aangetoond worden?
1. Ureum ademtest 2. Via antigen in de stoelgang
90
Wat zijn de niet-medicamenteuze adviezen bij een gastritis op peptische ulcus?
1. Vermijden van triggers zoals NSAIDs 2. Rookstop en alcoholinname beperken
91
Wat is het verschil tussen functionele ziekten en organische ziekten?
Bij functionele ziekten hebben symptomen maar geen zichtbare/ aantoonbare schade. Organische ziekten: we zien wel schade
92
Welke 2 aandoeningen kunnen onderscheiden worden binnen functionele dyspepsie?
1. EPS = epigastrisch pijnsyndroom 2. PDS = postprandiaal dyspepsiesyndroom
93
Wat is een typisch kenmerk van epigastrisch pijnsyndroom?
Pijn ter hoogte van de maag of duodenum
94
Wat is een typisch kenmerk bij postprandiaal dyspepsie syndroom?
Volheidsgevoel na de maaltijd
95
In hoeveel % van de gevallen is het een functionele dyspepsie?
80%
96
In hoeveel % van de gevallen is het organische dyspepsie?
20%
97
Wat is het probleem bij de diagnose van dyspepsie?
Zowel functionele als organische dyspepsie kunnen dezelfde symptomen vertonen dus er kan enkel een diagnose gesteld worden op basis van endoscopie om te kijken of er schade aanwezig is of niet
98
Wat is de prevalentie van dyspepsie?
7%
99
Wat zijn de risicofactoren voor een dyspepsie?
1. Vrouwelijk geslacht 2. Roken 3. NSAIDs 4. H. Pylori 5. GI infecties
100
Wat is de doelstelling voor de behandeling van dyspepsie?
1. Verbetering van de klachten zodat er een betere levenskwaliteit is
101
Wat is belangrijk om te vertellen aan de patient in geval van dyspepsie?
De patient geruststellen en goed informeren: - de patient geruststellen dat dyspepsie geen impact heeft op de levensverwachting - de patient duidelijk maken dat er geen genezing is, maar enkel een verbetering kan zijn van de symptomen
102
Hoe zien de medicamenteuze behandeling eruit bij dyspepsie?
PPI als eerste keuze bij EPS Antibiotica in geval van PDS en in geval van aanwezigheid van H. Pylori Prokinetica enkel bij PDS
103
Geef voorbeelden van prokinetica
Domperidon, alizapride, Metoclopramide en itopride
104
Wat zijn niet medicamenteuze adviezen die gegeven kunnen worden bij dyspepsie?
Kleinere en frequentere maaltijden Eventueel nutrionele ondersteuning
105
Geef een synoniem voor coeliakie
Glutenintolerantie
106
Wat zijn gluten?
Het is een niet-noodzakelijk water-onoplosbaar eiwit dat gebruikt wordt als bindmiddel
107
Waar vinden we vaak gluten in terug?
Tarwe, gerst, rogge
108
Leg het mechanisme uit achter coeliakie:
Er ontstaat een auto-immuunrespons waarbij WBC zullen infiltreren in de darmwand en de microvili zullen aantasten. Op die manier zal het absorptieoppervlak verkleinen en malabsorptie ontstaan.
109
Wat is de behandeling van coeliakie?
Een levenslang glutenvrij dieet
110
Wat zijn vaak voorkomende symptomen bij coeliakie ?
1. Buikpijn 2. Diarree 3. Krampen 4. Gewichtsverlies 5. Misselijkheid en braken
111
Wat zijn vaak voorkomende symptomen bij coeliakie ?
1. Buikpijn 2. Diarree 3. Krampen 4. Gewichtsverlies
112
Welke 2 functies heeft de pancreas? Leg ze uit
1. Exocriene functie: secretie van spijsverteringsenzymen 2. Endocriene functie: hormoonsecretie in de bloedbaan
113
Welke hormonen zal de pancreas afscheiden?
Insuline Glucagon Somatostatine
114
Welke verteringsenzymen zal de pancreas aanmaken?
Lipase Trypsine Amylase
115
Wat zijn mogelijke oorzaken voor het ontstaan van een pancreatitis?
- medicatie - galstenen - alcohol
116
Wat betekent auto-digestie?
Proces waarbij het organisme zichzelf afbreekt door vroegtijdige afscheiding van spijsverteringsenzymen.
117
Wat zijn symptomen van een acute pancreatitis?
1. Hevige en acute bandvormige bovenbuikpijn die kan uitstralen naar de rug typisch tussen de schouderbladen 2. Eventueel koorts
118
Welke onderscheidt wordt gemaakt bij een pancreatitis?
1. Acute pancreatitis 2. Chronische pancreatitis
119
Hoe gaan we een acute pancreatitis behandelen?
HOSPITALISATIE IS VEREIST: - pijnbestrijding meestal met morfine - IV vochttoediening zeker in de eerste 24 uur - enterale voeding Antibiotica enkel in gevallen van surinfectie
120
Wat zijn de oorzaken van een chronische artritis?
TIGARO - toxisch: alcohol en roken - idiopathisch - genetisch - auto-immuun - restletsel - obstructies
121
Hoe gaan we een chronische pancreatitis behandelen?
- analgesie: pijnbestrijding bij patienten - rookstop en alcoholverbod - bij exocriene pancreasinsufficientie: Pancreasenzym replacement therapy met CREON
122
Welke 2 entiteiten definiëren zich volgens IBD?
1. Crohn 2. Collitis ulcerosa
123
Hoe verloopt IBD?
Het is een chronische ontstekingsziekte die in episodes verloopt.
124
Wat is het verschil tussen Crohn en Collitis Ulcerosa?
1. De plaats van aantasting: - Crohn: heel het maag-darm stelsel kan aangetast zijn van de mond tot de anus - collitis: enkel de dikke darm = colon 2. Manier van aantasting - Crohn: afwisseling van gezonde delen met ontstoken delen - Collitis: diffuse ontsteking 3. Diepte van aantasting: - Crohn: diep en volledige darmwand - collitis: oppervlakkig en enkel de mucosa 4. Fistels: - Crohn: regelmatig - collitis: zelden 5. Peri-anale ziekte: - Crohn: regelmatig - collitis: zelden
125
Wat zijn de symptomen van Crohn?
- vermoeidheid - diarree - gewichtsverlies - algemene malaise - mond aften/ ulcera
126
Wat zijn de symptomen van een collitis ulcerosa?
- bloedverlies bij diarree - krampende buikpijn - valse aandrang
127
In hoeveel gevallen is er bij de ziekte van Crohn sprake van prei-anale ziekte?
in 1 op 5 van de patienten
128
Wat is de doelstelling bij de behandeling van IBD?
- ziekte remissie op korte en lange termijn: de onderliggende ontsteking aanpakken en onderdrukken —> geen genezing mogelijk
129
Welke types remissie hebben we bij IBD? Leg ze ook uit
- Klinische remissie: patient is klachtenvrij - biochemische remissie: geen tekenen van ontsteking meer - endoscopische remissie: endoscopisch is er geen schade meer te zien - Histologische remissie: bij biopten die men bekijkt met de microscoop is er niks meer te zien - transmurale remissie: op beeldvorming niets meer te zien
130
Wat zijn mogelijke complicaties die kunnen optreden bij IBD?
- obstructie - darmkanker - incontinentie - chronische pijnklachten
131
Wat zijn medicamenteuze behandelingen die mogelijk zijn bij IBD? (Nog geen klassen)
- Inductiebehandleing: ziekte op korte termijn in remissie brengen - onderhoudsbehandeling: ervoor zorgen dat de ziekte op LT onder controle is zodat er geen opvlakkering is van de symptomen.
132
Welke geneesmiddelenklassen worden beschouwd als de conventionele therapie voor IBD?
- corticosteroïden - 5-aminosalicylaten - Immunomodulatoren: thiopurines en methotrexaat -
133
Welke plaats hebben de 5-aminosalicylaten in de behandeling van Collitis en Crohn.
Ze worden enkel gebruikt voor de behandeling van collitis
134
Welke plaats hebben de corticosteroïden in de behandeling van Collitis en Crohn.
Ze worden gebruikt voor beide behandelingen maar enkel als een inductietherapie
135
Welke plaats hebben de thiopurines in de behandeling van Collitis en Crohn.
Ze worden gebruikt voor beide aandoeningen maar enkel voor onderhoudsbehandeling
136
Welke plaats heeft methotrexaat in de behandeling van Collitis en Crohn.
Enkel gebruikt voor de behandeling van Crohn
137
Welke plaats heeft cyclosporine in de behandeling van Collitis en Crohn.
Enkel gebruikt voor de behandeling van collitis
138
Welke plaats hebben de biologische geneesmiddelen in de behandeling van Collitis en Crohn.
Ze worden gebruikt voor de behandeling van beide aandoeningen
139
Welke formulaties zijn beschikbaar van de 5-ASA/ mesalazine?
Oraal en rectaal
140
Welke rectale formulaties zijn beschikbaar voor 5-ASA?
Klysmas en suppos of SCHUIM
141
Welk effect zien we indien we orale formulaties van 5-ASA combineren met rectale formulaties?
Synergetisch effect
142
welk onderscheid maken we binnen de corticosteroïden voor de behandeling van IBD?
- lokaal werkende orale steroïden - systemische steroïden
143
Geef 2 voorbeelden van lokaal werkende corticosteroïden en waar ze werken?
1. Budesonide: - Crohn: rechter colon en terminaal ileum - collitis 2. Beclomethasone dipropionaat: - collitis: linker colon
144
Geef een voorbeeld van een systemisch corticosteroid dat gebruik wordt bij IBD? Hoe verloopt het afbouwschema?
METHYLPREDNISOLONE: per week daling in dosis van 8 mg
145
Geef een voorbeeld van een thiopurine:
Azathioprine
146
Met welke andere geneesmiddelenklasse gaan we thiopurines combineren? Waarom
Ze werken traag dus combineren samen met de anti-TNF
147
Welke geneesmiddelenklassen behoren tot de targeted therapies voor de behandeling van IBD?
Biologicals (IV of SC): - Anti TNF alfa - Anti IL Small molecules: oraal - JAK inhibitoren
148
Bij welke populatie zijn small molecules gecontra-indiceert?
Bij zwangerschap
149
Op welke 2 manieren werken de targeted therapies?
- blokkeren de werking van T-lymfocyt - blokkeren de transit van WBC naar de darm
150
Welke niet-medicamenteuze behandeling wordt gebruikt bij IBD?
- heelkunde - levensstijlmaatregelen
151
Welke heelkundige ingrepen kunnen gebeuren bij Crohn?
- vernauwingen of fistels die geopereerd worden of de stukken dat aangetast zijn wegnemen.
152
Welke heelkundige ingreep wordt toegepast bij collitis?
Een volledige verwijdering van de dikke darm en het aanleggen van een stoma of reconstrueren van poutch
153
Waarvoor staat PDS?
Prikkelbare darmsyndroo m
154
Welke 2 hoofdsymptomen zien we bij IBS?
Buikpijn en veranderingen in de stoelgang
155
Wat is alodenie?
Een niet pijnlijke stimulus die bij patienten van IBS wel pijn gaat veroorzaken
156
Wat is hyperalgesie?
Een pijnlijke stimulus die bij IBS patienten nog pijnlijker is
157
Hoe kan je de opgezette/ opgeblazen buik verklaren bij IBS patienten?
FODMAP: fermenteerbare obligo-di-monosachariden and polyolen. —> deze zullen niet verteren waardoor ze in de dunne darm osmotisch kunnen werken.
158
Geef voorbeelden van voeding die vallen onder FODMAP en die dus zorgen voor last bij IBS patienten?
Havermout, melk, groenten, donker bruin brood, volkorenpasta, linzen, fruitsap
159
Wat moet je altijd bevragen bij patienten met een vermoeden van IBS?
Het voedingspatroon
160
Welke abdominale symptomen komen voor bij IBS patienten?
Opgeblazen gevoel Pijn Uitgezette buik = abdominale distentie
161
Wat is het behandeldoel bij IBS patienten?
Symptomen behandelen de kwaliteit van leven verbeteren
162
Welke geneesmiddelenklassen vallen onder de 1ste lijns therapie bij de behandeling van IBS?
- wateroplosbare vezels - spasmolytica
163
Welke wateroplosbare vezel wordt gebruikt bij de behandeling van IBS?
Psyllium
164
Hoe werken de wateroplosbare vezels?
Ze absorberen vocht dus met als gevolg dat de stoelgang harder wordt. —> kunnen dus zowel gebruikt worden bij constipatie als bij diarree
165
Wat is het voordeel van wateroplosbare vezels?
Ze hebben weinig tot geen bijwerkingen
166
Welke medicamenteuze keuzes kan je maken bij de behandeling van diaree?
- galzoutensequestrans - transitinhibtoren bv. Loperamide - H1-receptor antagonisten
167
Welke medicamenteuzes keuzes heb je voor de behandeling van constipatie?
- laxativa - prucalopride
168
geef 5 voorbeelden van proctologische symptomen:
- jeuk - bloeding - anale pijn - anale zwelling - afscheiding