Gebid, maag, nieren, hart Flashcards

(77 cards)

1
Q

Wat is een belangrijke rol van het gebit?
Geef uitleg hoe dit werkt:

A
  1. Spijsvertering
  2. Gebit gebruikt om te krijgen en opnemen van voedsel
  3. Kauwen van voedsel
  4. Klein maken van voedsel (met speksel)
  5. Daardoor kan voedsel beter in contact komen met spijsverteringenzymen in maag-darmkanaal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de verschillende gebitselemementen van een zoogdier:

A
  1. Snijtanden (incisivi)
  2. Hoektanden (Canini)
  3. Valse kiezen (premolaren)
  4. Ware kiezen (molaren)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is Isognathie?

A
  • Als gebitselementen bij sluiting van onder en bovenkaak precies op elkaar aansluiten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Bij wie zien we Isognathie?

A
  • Dit hebben herbivoren en omnivoren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is anisognathie?

A

Als gebitselementen van boven en onderkaak van nature langs elkaar heen glijden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Bij wie zien we anisognathie?

A

Carnivoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een ander woord voor anisognathie?

A

Schaargebit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de delen waaruit tanden/kiezen bestaan?

A
  1. Kroon
  2. Tandhals
  3. Wortel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Kenmerken van de kroon:

A
  1. Bovenste deel van tand
  2. Steekt boven tandvlees
  3. Bedekt met glazuur
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Kenmerken van tandhals:

A
  1. Overgang tussen kroon en wortel
  2. Geen glazuur
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Kenmerken van wortel:

A
  1. Onderste gedeelte van tand
  2. Bekleed met cement
  3. Zorgt voor bevestiging van tand in het kaakbot
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de 2 tandgeneraties van een zoogdier?

A
  1. Melktanden
  2. Permanente tanden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke tanden wisselen?

A
  1. Snijtanden
  2. Hoektanden
  3. Valse kiezen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke tanden wisselen niet?

A
  1. Ware kiezen (molaren)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waar gebruiken wij de ontwikkeling van het gebit voor?

A

Om leeftijd van dier in te kunnen schatten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Vul leeftijd in van het door gekomen van melkgebit en permanent gebit van een hond:

  1. Snijtanden
  2. Hoektanden
  3. Valse kiezen
  4. Ware kiezen
A

Melk gebit:
Snijtanden: 3 - 4 weken
Hoektanden: 3 - 5 weken
Valse kiezen: 4 - 12 weken
Ware kiezen X

Wisselen naar permanent gebit:
Snijtanden: 3 - 5 maanden
Hoektanden: 5 - 7 maanden
Valse kiezen: 4 - 6 maanden
Ware kiezen: 4 - 7 maanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Vul leeftijd in van het door gekomen van melkgebit en permanent gebit van een kat:

  1. Snijtanden
  2. Hoektanden
  3. Valse kiezen
  4. Ware kiezen
A

Melk gebit:
Snijtanden: 2 - 3 weken
Hoektanden: 3 - 4 weken
Valse kiezen: 3 - 6 weken
Ware kiezen X

Wisselen naar permanent gebit:
Snijtanden: 3 - 4 maanden
Hoektanden: 5 - 6 maanden
Valse kiezen: 4 - 6 maanden
Ware kiezen: 5 - 6 maanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Totaal aantal melkgebit hond:

A

28

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Totaal aantal melkgebit kat:

A

26

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Totaal aantal blijvend gebit hond:

A

42

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Totaal aantal blijvend gebit kat:

A

30

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Samenstelling melkgebit hond:

A

Bovenkaak:
- 3 snijtanden
- 1 hoektand
- 3 kiezen (premolaren)

Onderkaak:
- 3 snijtanden
- 1 hoektand
- 3 kiezen (premolaren)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Samenstelling melkgebit kat:

A

Bovenkaak:
- 3 snijtanden
- 1 hoektand
- 3 kiezen (premolaren)

Onderkaak:
- 3 snijtanden
- 1 hoektand
- 2 kiezen (premolaren)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Samenstelling blijvende gebit hond:

A

Bovenkaak:
- 3 snijtanden (incisivi)
- 1 hoektand (canini)
- 4 valse kiezen (premolaren)
- 2 ware kiezen (molaren)

Onderkaak:
- 3 snijtanden (incisivi)
- 1 hoektand (canini)
- 4 valse kiezen (premolaren)
- 3 ware kiezen (molaren)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Samenstelling blijvende gebit kat:
Bovenkaak: - 3 snijtanden (incisivi) - 1 hoektand (canini) - 3 valse kiezen (premolaren) - 1 ware kiezen (molaren) Onderkaak: - 3 snijtanden (incisivi) - 1 hoektand (canini) - 2 valse kiezen (premolaren) - 1 ware kiezen (molaren)
26
vul in van beneden naar boven
I1 I2 I3 C P1 P2 P3 P4 M1 M2
27
Bovenkaak links naar rechts: I 1- 3 C P1-4 M1 M2 Onderkaak links naar rechts: I 1- 3 C P1 - 4 M1 - 3
28
Links boven naar benden: 1. Bloedvat 2. Talgklier 3. Haarspiertje 4. Zweetkanaal 5. Zweetklier 6. Haarzak 7. Drukzintuig 8. Zenuw 9. Vet Boven links naar rechts: 1. Haar 2. Tastzintuig 3. Porie Rechts boven naar benden: 1. Hoornlaag (opperhuid) 2. Slijmlaag (opperhuid) 3. Lederhuid 4. Onderhuidse bindweefsel
29
Wat wordt er gebruikt om vergelijken van gebit van verschillende dieren te kunnen maken?
Een tandformule: Breuk met bovengebit Noemer met ondergebit Alleen een helft van beide kaken omdat het symmetrisch is
30
Maak tandformule van melkgebit hond:
3i 1c 3p .... 3i 1c 3p
31
Maak tandformule van permanent gebit hond:
3I 1C 4P 2M ... 3I 1C 4P 3M
32
Waar gebruiken carnivoren hun gebit voor?
Vangen en doden van prooien
33
Waar worden hoektanden ook voor gebruikt?
Aanvals- en verdedigingswapen
34
Vertel over kiezen van carnivoren:
1. Korte kroon & lange wortels 2. Hierdoor stevig verankerd in kaak
35
Vertel over tong van katachtigen
1. Ruw oppervlak omdat bedekt met verhoornde papillen 2. vergelijkbaar aan een rasp 3. Geeft mogelijkheid om resten van botten te schapen
36
Eigenschappen van omnivoren kiezen:
1. worden gebruikt om te pletten en kneuzen 2. Breed oppervlak 3. Stompe knobbels & oppervlakkige groeven 4. Ook genoemd: Knobbelkiezen
37
Eigenschappen herbivoren kiezen:
1. Gebruikt plantaardig voedsel af te bijten en te snijden 2. Voedsel wordt grondig gekauwd en vermalen 3. Hierdoor beter verteerbaar 4. Ook genoemd: Maalgebit
38
Wat is het verschil met gebits elementen herbivoren en carnivoren & omnivoren?
Door veel kauwen krijgen ze snel slijtage Bij hun is er wel aangroei van gebit vanuit diepere delen
39
Wat is de belangrijkste functie van het maag-darmkanaal?
1. Vewerking van voedsel 2. Opname van voedingstoffen
40
Wat gebeurt er na voedsel geslikt is
Gaat via slokdarm na maag
41
Wat is een andere woord voor enzymen?
Biokatalysatoren
42
Wat zijn enzymen?
Eiwitten die reacties in het lichaam helpen versnellen
43
Waar worden enzymen gevonden?
Soms in voedsel maar vooral door lichaam gemaakt
44
Wat is een belangrijk kenmerk van enzymen?
Ze worden gebruikt maar niet verbruikt; dus kan meerdere malen worden ingezet
45
Wat heb je nodig voor de afbraak van voedingstoffen?
Een combinatie van mechanische en enzymatische vertering
46
Wat is mechanische vertering?
- het proces waarbij het eten wordt gekauwd en gekneed. -Deeltjes steeds verkleind zodat enzymen makkelijker kunnen aangrijpen
47
Wat is enzymatische vertering
Het zorgen ervoor dat voedsel goed wordt afgebroken, zodat er voedingsstoffen opgenomen kunnen worden
48
Waar is maagsap van gemaakt?
- Maagzuur - Pepsine
49
Wat is de functie maagsap?
Helpt met spijsvertering door grote voedseldeeltjes af te breken tot kleinere deeltjes
50
Waarom is functie van maagzuur zo belangrijk?
de zuur dood schadelijke micro-organismen/bacterien voordat ze in maag/darm kanaal kunnen komen
51
Wat is functie van Pepsine?
Het verteren van eiwitten
52
Waarom zitten maagzuur en pepsine in maagzuur samen?
Pepsine werkt efficienter in een zuur milieu
53
Wat is functie van de maag?
- Daar kan voedsel bewaard worden - Vervolgens in kleine porties door gegeven aan dunne darm - Maagsap toegevoegd aan voedseldeeltjes
54
Wat doet de maagwand?
- Spierweefsel van maagwand trekt samen = voedsel kneden waardoor deeltjes verder verkleind worden & goed gemengd worden met maagsap - Daarna kleine hoeveelheden via maaguitgang naar dunne darm
55
Wat vind plaats in de magen van herkauwers wat niet plaats vind bij andere dieren?
Fermentatie
56
Wat zijn de 4 afdelingen in de maag van een herkauwer?
1. Pens 2. Netmaag 3. Boekmaag 4. Lebmaag
57
Wat is Chymus?
Mengsel voedseldelen en maagsap dat maag verlaat
58
Wat gebeurd er in de dunne darm?
- Voedsel wordt verder gekneed - Chymus gemengd met pancreassap, gal en darmsap - Verteren van vetten, koolhydraten en eiwitten beter door pancreasap en gal - Verder gestuurd naar dikke darm
59
Wat gebeurd er in dikke darm?
- Vocht en elektrolyten geabsorbeerd - Zodat alle nuttige stoffen en zo veel mogelijk vocht uit voeding getrokken wordt - Het restmateriaal wordt uitgescheden in de vorm van ontlasting
60
Maag-darmkanaal bouw carnivoren:
- Korte en dunne & dikke darm omdat voedsel goed verteerbaar is
61
Maag-darmkanaal bouw herbivoren:
- Relatief kleine maag - Lange, brede dunne darm - Grote dikke darm en blinde darm
62
Waarom is maag-darmkanaal bouw van carnivoren anders dan herbivoren?
Verteer proces veel langer en intensiever van herbivoren dan van carnivoren
63
Wat is het belangrijkste orgaan voor zuurstof opname?
Longen
64
Wat zijn de onderdelen van de ademhalingsorganen?
1. Aanvoerende luchtwegen 2. Daadwerkelijke longen
65
Wat zijn onderdelen van de aanvoerende luchtwegen?
1. Neusholte 2. Keelholte 3. Strottenhoofd 4. Luchtpijp 5. Twee hoofdbronchien
66
Waar bestaan de longen uit?
- Bronchien die steeds verder vertakken - Kleinste vertakkingen komen uit in de longblaasjes
67
Waar worden longen door omgegeven?
- Longvlies (vergroeid met longen) - Borstvlies (vergroeid met ribben)
68
Wat bevind zich tussen longvlies en borstvlies en waar is dit goed voor?
- Pleurale ruimte waar vacuum plaatsvindt - Het aanzuigen van lucht in de longen bij inademen
69
Wat is hemoglobine
Eiwit dat transport van zuurstof door bloed verzorgt
70
Wat is het proces van gasuitwisseling?
- Bij inademen = verse lucht in longen gebracht - In longblaasjes wordt zuurstof uit lucht getrokken - Zuurstof gaat naar haarblaasjes - Hemoglobine zorgt voor transport van zuurstof naar lichaam Tegelijkertijd: - Lichaam geproduceerd koolzuurgas wordt vanuit bloed afgeven aan longblaasjes - Bij uitademen kan het de lichaam verlaten
71
Hond: Ademhaling per minuut: Hartslag per minuut
- 10-30 - 60-120
72
Kat: Ademhaling per minuut: Hartslag per minuut
- 20-40 - 120-180
73
Wat is het bloedsomloop?
Een systeem van bloedvaten waar doorheen circuleert
74
Wat is de taak van het bloedsomloop?
- Transportsysteem van het lichaam - Transport van voedingstoffen en zuurstof naar cellen - Brengt afvalstoffen naar uitscheidingsorganen - Brengt koolstofdioxide naar longen - Constant houden van lichaamstemperatuur
75
Wat is het hart?
- Holle spier -Functioneert onafhankelijk - Pompt bloed door het lichaam
76
Wat zijn de compartimenten van het hart?
1. Rechte boezem 2. Linker boezem 3. Rechte kamer 4. Linker kamer
77
Vul in links onder naar rechts
1. Lonblaasjes 2. Zich steeds verder vertakkende bronchien 3. Hoofdbronchus