Brainscape's Knowledge GenomeTM


Top Flashcards (Certified)
All Flashcards

Houder van Honden & Katten > Natuurlijke Leefomgeving & Gedrag van Dieren > Flashcards

Natuurlijke Leefomgeving & Gedrag van Dieren Flashcards

(59 cards)

Start Studying
1
Q

Wat is een Biotoop?

A

Een natuurlijke omgeving waarin plant of dier kan leven en zich voortplanten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Definitie van ‘Domesticatie’

A

Proces van selectie en fokken waardoor eigenschappen van dier of plant verandert en meer aangepast raken aan het leven bij een in dienst van mens

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is Ethologie?

A

Studie naar het natuurlijke gedrag van dieren (gedragsbiologie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat verstand wij onder ‘gedrag’?
5 punten

A
  1. Wat dier wel of niet doet
  2. Communicatie met soortgenoten
  3. Eten
  4. Slapen
  5. Vluchten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de functie van gedrag?

A

De kans op overleven zo groot mogelijk maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Ethologie houdt zich bezig met de volgende vragen:

A
  1. Wat veroorzaakt gedrag
  2. Hoe ontwikkelt gedrag
  3. Wat is de evolutie van gedrag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is de oorzaak van gedrag?

A

Een reactie van in of uitwendige prikkels die een dier doen motiveren om iets wel of niet te doen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Geef 3 voorbeelden van inwendige prikkels

A
  1. Hormonaal
  2. Pijngevoel
  3. Hongergevoel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Geef een voorbeeld van hoe een inwendige prikkel werkt

A
  • Bij hongergevoel registreert een verandering in maag - te weinig voedsel in maag
  • Door deze prikkel (lege maag) ontstaat motivatie om te gaan eten
  • Dit resulteert in benodigde gedrag: jacht gaan of voedsel zoeken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Definitie van uitwendige prikkels

A

Prikkels die vanuit de omgeving die dier registreert door zintuigen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de 5 zintuigen?

A
  1. Gezichtsvermogen
  2. Gehoor
  3. Smaakzin
  4. Reukvermogen
  5. Tastzin
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat moet een prikkel hebben zodat een dier erop reageert en wat betekent dit

A
  • ‘Drempelwaarde’
  • Dit is een prikkel die sterk genoeg is om de bijhorende gedrag op te wekken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is een ‘sleutelprikkel’?

A

Prikkel zo sterk dat het dezelfde reactie opwekt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Geef een voorbeeld van een ‘sleutelprikkel’

A

Rode vlek op ondersnavel van zilvermeeuw. Rode vlek is voor jongeren sleutelprikkel om te bedelen om voedsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe ontwikkeld gedrag zich?
2 punten

A
  1. Erfelijke factoren
  2. Leerprocessen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is aangeboren gedrag?

A

Gedragingen dat al vanaf geboorte aanwezig is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is een ander woord voor aangeboren gedrag?

A

Erfelijk gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat zijn de 2 verschillende aangeboren gedragingen?

A
  1. Reflexen
  2. Instincten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Wat is een reflex?

A

Bescherm mechanisme van lichaam.
Automatische reactie op een prikkel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Geef een voorbeeld van een reflex

A

Zoogreflex van een kitten, wat noodzakelijk is om te overleven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wat is instinct?

A

Gedrag wat genetisch bepaald is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Geef een voorbeeld van instinct

A

Katten die hun uitwerpselen begraven zodat roofdieren hun sporen niet kunnen volgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat is een herbivoor?

A

Dieren die uitsluitend plantaardig voedsel eten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Voorbeeld van een herbivoor?

25
Wat is een omnivoor?
Dieren die zowel plantaardig als dierlijk voedsel eten
26
Voorbeeld van een omnivoor
Varkens
27
Wat is een carnivoor?
Dieren die uitsluitend dierlijk voedsel eten
28
Voorbeeld van een carnivoor
Leeuwen
29
Waar hangt het vanaf of een dier sociaal gedrag vertoont aan soortgenoten?
De samenlevingsvorm
30
Of dieren samenleven hangt waar vanaf?
Of de dier carnivoor of herbivoor is oftewel jagers en prooi
31
In wat voor samenleving leven veel katachtigen?
Sollitair. komen alleen samen om te paren
32
In wat voor samenleving leeft een kip en was is het?
- Harem of toom - Een dominante mannetje met een aantal vrouwtjes
33
Wat voor samenleving leeft paardachtigen en wat is het?
- Kuddeverband - Een groep met ook 1 dominante leider
34
Wat voor samenleving leeft een wolf in en wat is het? 4 punten
Roedel 1. Alfareu & teef aan het hoofd 2. Strikte hierarchie en duidelijke regels 3. Allee alfa paar recht op voortplanting 4. Roedel die te groot wordt kan zich splitsen
35
Voordelen leven in een groep:
1. Groep bescherming 2. Verwarring scheppen voor roofdieren
36
Vertel over afstamming hond 2 punten
1. Stammen af van wolf 2. Al duizenden jaren gebruikt voor verschillende taken: waakhond, jacht, herder & terkdier
37
Wat zijn de signalen dat een hond wilt spelen? 3 punten
1. Speelboog 2. Oorschelpen opzij gedraaid 3. Brede kwispel
38
Wat zijn de signalen van een bange hond? 5 punten
1. Lage houding, zo klein mogelijk maken 2. Staart laag of zelfs tussen poten 3. Oren plat of naar achteren gedraaid 4. Trillen 5. Urine lopen
39
Wat zijn de dreigsignalen van een hond die boos of agressief is? 7 punten
1. Maakt zich groot 2. Borstel (rugharen overeind) 3. Lip optrekken/tanden zichtbaar 4. Grommen of blaffen 5. Fixeren/strak aankijken 6. Stijf staan 7. Stijven kwispel
40
Wat zijn de signalen van stress of onderdanigheid van een hond? 9 punten
1. Lijf en staart lager dan normaal 2. Tongelen (voorste punt tong uit en ingetrokken) 3. Bek aflikken 4. Mondhoeken van andere honden likken 5. Gapen 6. Hijgen 7. Trillen 8. Wegkijken 9. Op rug liggen en kwetsbare buik tonen
41
Wat zijn de behoeftes van een hond? 4 punten
1. Sociaal contact met andere honden 2. Een roedel 3. Interactie: trainen, wandelen, spelen, knuffelen 4. Beweging
42
Wat gebeurt er als behoeftes van hond niet voldaan worden? 8 punten
1. Ongelukkig 2. Vervelen 3. Overmatig blaffen / janken 4. Slopen 5. Niet drinken / eten 6. Zichzelf verwonden 7. Onzindelijkheid 8. Apathie
43
Waar werden katten vroeger voor gebruikt?
ongedierte weghouden van voedselvoorraden om winter door te komen
44
Wat is het verschil tussen leefgebied en territorium bij katten? 6 punten
- Leefgebied groter dan territorium - Leefgebied gebruikt om te jagen en onderzoek - Leefgebied kater groter dan een poes - Leefgebied verschillende katten kunnen overlappen - Binnen leefgebied bevind zich de territorium - Binnen territorium geen andere katten geaccepteerd
45
Wat is het grootste verschil in het sociale systeem van huiskatten en honden?
Ze leven niet in dominatiehierachie
46
Wat voor gedragingen versterken harmonie van katten? 3 punten
1. Elkaar wassen 2. Tegen elkaar aan slapen 3. Kopjes geven
47
Waarom geven katten 'kopjes'?
- Katten hebben beide kanten van hun hoofd geurklieren - Wanneer ze kopjes geven markeren ze voorwerpen, mensen, soortgenoten als vertrouwd
48
Wat zijn de verschillende communicatietechnieken van een kat?
- Blazen - Staren - Nekvel pakken - Spinnen & nagels uitsteken - Rollen
49
Wat is blazen bij katten?
- Kat angstig - Niet benaderd wilt worden
50
Wat is staren katten?
- Als katten elkaar aanstaren is sprake ernstige dreiging
51
Wat is in nekvel pakken bij katten?
Moederpoes pakt kittens bij nekspier om te verplaatsen tot ongeveer 3 weken
52
Wat is spinnen en nagels uitsteken bij katten?
- Kittens die deze bewegingen maken om melkgift te stimuleren van melkklieren van moeder
53
Wat is rollen bij een kat? 4 punten
- Kittens: Uitnodiging tot spel - Jonge katers naar oudere: Agressieremmend signaal - Krolse poezen: Katers nodigen tot paren - Angstige katten: defensief of aanvallend
54
Wat zijn de behoeftes van een kat? 3 punten
- Hoge plek waar ze kunnen zit - Spelen om jachtbehoeftes te voldoen - Krabben en klimmen
55
Wat zijn de 2 verschillende conditioneringen?
1. Klassieke conditionering 2. Operante conditionering
56
Hoe is klassieke conditionering ontstaan?
1. Door wetenschapper Pavlov 2. Hij deed een experiment met honden waar hij tegelijk mte het aanbieden van voer, een geluidsignaal liet horen (bel) 3. Op gegeven moment brachten honden belletje in verband met eten krijgen 4., Begonnen alleen al bij horen van bel te kwijlen
57
Hoe werkt klassieke conditionering?
Een neutrale prikkel (geluid van belletje) wordt ongevormd naar een geconditioneerde prikkel - door prikkel te koppelen aan krijgen voedsel
58
Wat is operante conditionering?
Dier wordt met een bekrachtiger beloond en of met een straf gecorrigeerd. - Bekrachtiger: zorgt dat bepaalde handeling in frequentie toeneemt - Straf; zorgt dat bepaalde handeling in frequentie afneemt
59
Wat is belangrijk bij het gebruik van bekrachtigers?
Timing! Beloning altijd direct na uitvoeren van gewenst gedrag geven

Houder van Honden & Katten (7 decks)

Brainscape helps you reach your goals faster, through stronger study habits.
© 2025 Bold Learning Solutions. Terms and Conditions