Geneeskunde 3A1 HC week 3 Flashcards

(37 cards)

1
Q

Wat is de ideale vorm van anticonceptie?

A
  • 100% betrouwbaar
  • Geen negatieve effecten op gezondheid
  • Eenvoudig te gebruiken
  • Goedkoop
  • Toegankelijk
  • Direct toepasbaar
  • Reversibel
  • Geen effect op seksualiteitsbeleving
  • Toepasbaar door man en vrouw
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de hoofdwerking van hormonale anticonceptie?

A
  • Follikelontwikkeling en ovulatie verhinderen (onderdrukken LH piek)
  • Onderdrukken follikelontwikkeling (onderdrukken FSH stijging)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat zijn nevenwerkingen van hormonale anticonceptie (progestagenen)?

A
  • Transformatie van endometrium (ontregelen proliferatie/differentiatie proces)
  • Veranderingen in cervicaal slijmproductie
  • Beïnvloeding tubamotoriek-/peristaltiek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Waar zorgt de combinatie progestavium en oestrageen voor in gonadenas?

A

Hypo-gonadotrofie
-> oestrogeen toegevoegd, mn ter stabilisering endometrium
-> progestageen is afgeleid van nor-testosteron -> intrinsiek androgen effecten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn voordelen van hormonale anticonceptie?

A
  • Cyclusregulatie
  • Minder bloedverlies en dysmenorroe
  • Minder androgeen effect
  • Minder endometriumca, ovariumca
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn nadelen van hormonale anticonceptie?

A
  • Tromboserisico verhoogd (stollingsfactoren verhoogd zoals V, VIII, X, fibrinogeen)
  • Cardio-vasculaire aandoeningen risico mogelijk verhoogd (androgene werking, maar lijkt sterker geassocieerd met leeftijd, roken)
  • Cerebrovasculaire accidenten (arteriële trombose geassocieerd met oestrogene component, zeer zeldzaam)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn neveneffecten van hormonale anticonceptie?

A
  • Metabolisme: verstoorde gluc. Tolerantie test
  • Serum lipiden: verhoogt triglyceriden, HDL/LDL ratio
  • Binding globulines: TBG, SHBG, CBG hoger, vrije fractie lager
  • Lever adenoma
  • Stolling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is het risico op kanker bij hormonale anticonceptie?

A
  • licht verhoogd risico op mamma ca
  • beschermend voor ovarium en endometrium ca
  • BRCAI-II genmutatie: onzeker, nog te weinig bekend
  • verhoogd risico op benigne leverafwijkingen en hepatocellulair ca
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn klachten bij gebruik van hormonale anticonceptie?

A
  • Hoofdpijn: spanningshoofdpijn
  • Onregelmatige bloedingen: spotting
  • Libidovermindering: stress, angst
  • Stemmingswisseling: PMS onttrekking P e/o EE
  • Gewichtstoename: niet evidence-based
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn contra-indicaties voor gebruik hormonale anticonceptie?

A
  • Trombose in VG
  • Cardiovasculaire aandoeningen
  • Ischemic stroke
  • Leveraandoening
  • Mamma carcinoom of familiair belast
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn kenmerken van de minipil?

A
  • Alleen progestativa
  • Endometrium decidualisatie, cervix slijm verdikking, mindere mate ovulatie remming
  • Continue gebruik
  • Marge van vergeten kritiek
  • Kan met borstvoeding
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn kenmerken van de implanon?

A
  • Alleen progestageen
  • Onderdrukt mn ovulatie (LH-piek)
  • Spotting
  • Bloedingspatroon verandert
  • 3 jaar werkzaam
  • Uiterst betrouwbaar: inbrengen vergt ervaring
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn kenmerken van de prikpil?

A
  • 3 mnd
  • Vrijwel volledige onderdrukking ovulaties, in beperkte mate ook follikelontwikkeling
  • Atrofische bloedingen en amenorroe
  • Lange nawerking
  • Botmineraal dichtheid verminderd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat doe je als je de pil bent vergeten? Waar ga je vanuit?

A

Uitgangspunt 7 dagenregel:
* Tenminste 7 dagen achtereen onderdrukking nodig
* Verlengt de pil-vrije periode tot > 7 dagen betrouwbaarheid <
* Interval tussen 2 pillen < 36 uur alsnog innemen, geen aanvullende maatregelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waarom moet je als dokter dingen weten over seks?

A
  • Ziekte of handicap kan voor seksuele disfuncties zorgen
  • Seksuele klachten soms symptoom van ziekte
  • Seksuele problemen soms met medicijnen of operaties te behandelen
  • Seksuele problemen als gevolg van medisch handelen
  • Een fijn seksleven is gezond: betere prognoses, goede preventie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de prevalentie van seksuele disfuncties?

A

Mannen: 8% min 1 disfunctie, voortijdige zaadlozing 3%, erectiestoornis 4%. Risicogroep mannen: > 70j (erectiestoornis wegens ziekte)
Vrouwen: 15% 1 disfunctie: verminderd verlangen 8%, opwindingsproblemen 8%, lubricatieproblemen 6%, orgasmeproblemen 4%, dyspareunie 4%
Risicogroep vrouwen: jonge vrouwen < 25 jr (pijn, disfunctie)

17
Q

Wat is gezonde seksualiteit?

A

Seksueel gedrag dat als egosyntoon (als passend ervaren) en bevredigend wordt ervaren en waardoor geen schade wordt berokkend aan zelf of anderen. Plezier!

18
Q

Waaruit bestaat de seksuele responscyclus?

A

Verlangen/opwinding -> orgasme -> herstel
Seksuele stimuli -> opwinding -> seksuele actie

19
Q

Wat houdt het incentive motivation model in?

A

Je hebt zin om dat je seks hebt
Voorwaarden voor zin en opwinding:
- Intact seksueel systeem
- Stimuli met seksuele betekenis
- Geschikte omstandigheden (mogelijkheid tot seksuele activiteit)

20
Q

Wat is belangrijk omtrent seks tijdens eerste levensfase?

A

0-25 jaar:
- Lichamelijke ontwikkeling
- Ontdekken lichaam (kijken, voelen, doktertje, masturbatie)
- Eerste seksuele ervaringen va 12 jaar

21
Q

Wat zijn voorwaarden voor gezonde seksuele ontwikkeling?

A
  • Intacte seksuele anatomie/endocrinologie
  • Intact brein
  • Overeenkomend fenotypisch geslacht en genderidentiteit
  • Affectrijk pedagogisch klimaat
  • Positief voorbeeldgedrag tav relationeel gedrag
  • Positieve boodschappen tav seksualiteit in informeel en formeel curriculum
  • Mogelijkheid tot leeftijdsspecifiek consensueel sexual rehearsal play
22
Q

Wat is belangrijk omtrent seks in tweede levensfase?

A

25-55 jaar:
Seks en zwangerschap
Seks na partus

23
Q

Wat is belangrijk voor seks na de partus?

A
  • Tot 3 weken na partus kans op infecties verhoogd
  • Vermoeidheid: hormonale veranderingen, emoties, nachtrust, aandacht baby
  • Lactatie: prolactineverhoging (ovaria liggen stil)
  • Lage Oestrogenen: atrofie
  • Lage Androgenen: minder zin, minder opwindbaar
  • Extra vermoeidheid
  • Oxytocine vrijgave: melkuitstoot, contracties uterus -> prettig, orgasme, verwarrend
  • Stoppen lactatie: binnen 4 weken alles weer als normaal
  • Eerste maanden na partus trager fysiologische seksuele reacties vrouw: vagocongestie, spiercontracties
  • Ingang vagina minder strak, minder intense beleving beiden
  • Beschadiging vagina: grotere kans op dyspareunie
  • Grotere kans op seksuele problemen: zin daalt, seksuele activiteit daalt
  • Grotere kans op aanpassing: communicatie, gevarieerd repertoire, privé tijd
24
Q

Wat is belangrijk omtrent seks in de derde levensfase?

A

Hormonale veranderingen: overgang, penopauze
Verlies van de partner
Tweede kans? Nieuwe relatie, anticonceptie, SOA

25
Welke rol spelen androgenen bij seksualiteit?
- Bij mannen en vrouwen hebben androgenen een faciliterende rol: * Bij seksuele prikkel is er eerder een seksuele betekenis * Testosteron maakt brein + genitalia klaar voor seks - Laag A: moeilijker, niet onmogelijk - Veel onduidelijk bij vrouwen, lab onbetrouwbaar (normaalwaarden?) - Bekend: bij duidelijke oorzaak - Klinisch (m&v): energie/vitaliteitsverlies, geen enkel seksueel resultaat ondanks veel stimulatie, stemmingsstoornissen, spierkrachtsverlies, minder seksuele haargroei
26
Welke rol spelen oestrogenen bij seksualiteit?
- Kwaliteit vd huid vagina (atrofie): dagelijks last - Geen invloed lubricatie: bij voldoende stimulatie + seksuele opwinding -> voldoende lubricatie -> geen dyspareunie - Oestrogeen maakt lijf klaar voor Testosteron (trofische staat urogenitaal systeem, effect op stemming, geen direct effect seksuele responscyclus)
27
Hoe gaat het met zin in seks na de menopauze?
1. Door verlaging androgenen -> minder zin in seks 2. Door verlaging oestrogeen, ook verlaging SHBG -> verhoging bio-available androgenen -> meer zin in seks 3. Door veranderingen in oestrogeen -> overgangsklachten vb flushes -> minder zin in seks
28
Wat is de penopauze?
- Vanaf 50 jaar relatief snelle daling testosteron - Onzekerheid over mannelijkheid - Meer tijd en stimulatie nodig tot opwinding, erectie en ejaculatie -> Kunnen oorzaak zijn van seksuele disfunctie - Refractaire periode wordt langer (tot 24 uur
29
Wat zijn de beste predictoren voor seksuele satisfactie?
* Geestelijke + fysieke gezondheid * Seksueel actief blijven * Positieve attitude tov seksualiteit * Hebben van een partner Vrijfrequentie neemt af bij ouder worden, vrijfrequentie bepaald door: relatieduur. Nieuwe partner -> toename van vrijfrequentie
30
Wat zijn voordelen voor seks als je ouder bent?
- Remmingen verminderen -> toename seksueel plezier - Geen prestatie - Geen angst zwangerschap - Vrijer omgaan met lichaam - Meer intimiteit
31
Wat is het PLISSIT model for communication?
Niveau 1: Permission (assessment) - Normaliseren en erkennen seksualiteit Niveau 2: limited information (education) - Geruststelling en realiteitstoetsing - Zelfredzaamheid vergroten - Voorkomen chronische seksuele problemen Niveau 3: Specific suggestion (counseling) - Simpele gedragsadviesen - Timing van seks en meer tijd nemen Niveau 4: Intensive therapy (referral) - Streeloefeningen, psychotherapie, cognitieve gedragstherapie - Relatietherapie
32
Wanneer spreek je van seksuele dysfunctie?
- Adequate stimulatie - > 6mnd aanwezig - Lijdensdruk -> hoger bij jongere dan oudere mensen - DSM-V (psychologische handboeken)
33
Wat zijn soorten van seksuele dysfunctie?
- Verminderde zin in seks - Lubricatie verlies - Erectiele dysfunctie - Dyspareunie - Vaginisme - Anorgasmie - Aspermie en retrograde ejaculatie - Premature (binnen een minuut)/vertraagde ejaculatie (langer dan halfuur) - Climacturie
34
Welke anamnesevragen stel je bij seksuele dysfunctie?
- Tijd: levenslang, verworven - Context: gegeneraliseerd, situationeel - Tijdslijn - Repertoir - Last: mild, matig, ernstig - Oorzaak: * Vasculair * Neurogeen * Endocrien * Iatrogeen: medicatie, operatie * Psychogeen * Mixed
35
Wat zijn symptomen van verlaagd testosteron?
- Verlaagd libido - Verlaagde vitaliteit - Vermoeidheid - Stemmingswisselingen - Insomnia - Anemie - Verlate ejaculatie - Flushes - Erectiele dysfunctie - Verminderde spiermassa
36
Wat zijn neurogene stoornissen waarbij seksuele dysfunctie voorkomt?
- Dwarslaesie - CVA - M. parkinson - Multiple sclerose - Hersentrauma - Epilepsie - Perifere neuropathie - Iatrogeen: chirurgie kleine bekken
37
Wat zijn kenmerken van Morbus Peyronie?
- Prevalentie 0,4-3% - 40-70jr - Roken, DM, dupuytren, lederhosen, peniel trauma, tympanosclerose - Palpabele fibreuse plaque corpora cavernosa - Peniele kromstand - Pijn in erectie - Erectieklachten - Lengteverlies - Pijn bij coïtus