Genetics Flashcards
(40 cards)
Wetten van mendel
- Uniformiteitswet (AA + aa = Aa Aa Aa Aa)
- Splitsingswet (Aa + Aa = AA Aa Aa aa)
- Onafhankelijkheidswet
Pleiotropie
Genen met meerdere effecten
Epistase
Sommige eigenschappen worden door meerdere genen bepaald bv BBEE -> zwart maar BBee -> geel (labrador)
Soorten dominantie
- volledige dominantie
- partiële dominantie
- codominantie
Partiële dominantie
1 gen is duidelijk dominant, maar het recessieve allel komt bij heterozygote toch deels tot uiting
Volledige dominantie
De ene allel heeft totale dominantie over de ander
Codominantie
Geen van beide dominant, beide alleen zijn echter wel beide uitgedrukt bv ABO bloedgroep
Natuurlijke selectie
Is een proces waarbij individuen die bepaalde overgeërfde eigenschappen hebben, dankzij deze eigenschappen in staat zijn om te overleven en voort te planten met meer succes dan andere
Bewijs van evolutie
- Directe waarneming
- homologie (gelijkenis door gedeelde afstammelingen)
- fossielen
- biogeografie (studie van verspreiding van soorten)
Gelijkenis gebaseerd op basis van functie in plaats van verwantschap
Convergente evolutie
Overeenkomstige analoge eigenschap
Vergelijkbare functie maar andere afstammelingen
Overeenkomstige homologe eigenschap
Vergelijkbare eigenschap met zelfde afstammeling, maar niet noodzakelijk ook zelfde functie
Fylogenie
Studie van afstammingsgeschiedenis van een soort of groep soorten
Wat is evolutie
- afstamming met modificatie
- een verandering in de genetische samenstelling van een populatie van generatie op generatie
Micro evolutie
Evolutionaire verandering onder het soortniveau: verandering over generaties in de allelfrequentie binnen een populatie (bv vorming van hondenrassen)
Hardy-Weinberg-equilibrium
In een populatie die niet evolueert blijven allel en genotype frequenties constant
Genetic drift
Door toevallige gebreurtenissen kan verandering komen in de allelfrequentie van de ene op andere generatie van een populaties
Founder effect
Wanneer een individuen geïsoleerd raken van een grotere populatie en een nieuwe populatie vestigen
Bottleneck effect
Een sterke afname van de populatie door een catastrofe gebeurtenis of bv stropen. De overgebleven individuen hebben een andere allelfrequentie een een kleine genetische variatie. Deze groep groet uit tot een grote populatie met een andere allelfrequentie maar ook minder mutatie (NIET GOED!)
Relatieve fitness
De bijdrage die een individu levert aan aan de genenpool van de volgende generatie ten opzichte van andere individuen
Law of segregation
Je krijgt 1 allel van je vader en 1 allel van je moeder (want welke gameet heeft maar 1 allel)
The law of independent assortment
De overerving van een allel voor het ene gen heeft geen invloed op de overerving van een allel voor een ander gen
Frequentie- afhankelijke selectie
De fitness van een een bepaald fenotype hangt af van hoeveel het voortkomt in de populatie (bv eating fish)
Evenwichtige selectie
Selectie zelf kan variatie in stand houden