geschiedenis h3 Flashcards
(37 cards)
industrialisatie
uitbreiding van de industrie
industrie
productie in fabrieken
industriële revolutie
ingrijpende verandering in de productiemethoden, waarbij handarbeid wordt vervangen door machines
industriële samenleving
samenleving waarin meer dan de helft van de bevolking in steden woont en waarin veel mensen werken in industrie en diensten
moderne tijd
vijfde periode (1800-heden)
sector
deel van de economie, zoals de landbouwsector, industriesector en dienstensector
tijd van burgers en stoommachines
achtste tijdvak (1800-1900)
vakbond
organisatie van werknemers
eerste kamer
deel van de Staten-generaal (het parlement)
kabinet
gezamelijke minister, regeringsleider
liberaal
iemand die in de politiek streeft naar meer vrijheid
minister-president
eerste minister, regeringsleider
parlementair stelsel
bestuurssysteem waarin de parlement hoogste macht heeft
parlementaire democratie
bestuurssysteem waarin de regering afhankelijk is van het parlement dat met algemeen kiesrecht is gekozen
provinciale staten
volksvertegenwoordiging in de provincie
regeringsleider
aanvoerder van de regering
staatshoofd
persoon met het hoogste gezag in de staat
tweede kamer
deel van de staten-generaal (het parlement) waarvan de leden door burgers zijn gekozen
bijzondere school
niet-openbare school
confessionelen
mensen die in de politiek uitgaan van het christelijk geloof
discriminatie
onderscheid maken tussen mensen met de bedoeling iemand of een groep achter te ste
emancipatie
toekenning van gelijke rechten en opheffing van achterstanden
feminist
iemand die streeft naar gelijke behandeling van vrouwen ten opzichte van mannen
klasse
bevolkingsgroep