Geschiedenis hfst. 4 Flashcards

begrippen (42 cards)

1
Q

compagnie

A

bedrijf waarin mensen geld gestoken hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
1
Q

giro

A

betalingssysteem waarbij geld via een bank wordt overgemaakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
1
Q

hanze

A

organisatie van samenwerkende handelaren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
1
Q

rente

A

vergoeding voor het lenen van geld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
1
Q

specerij

A

plantaardige smaakstof

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

urbanisatie (vergelijking)

A

het onstaan en de groei van steden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wisselbrief

A

brief waarmee handelaren konden betalen aan andere handelaren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

baljuw

A

door vorst aangestelde rechter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

burgemeester

A

hoogste bestuurder van een stad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

burgerij

A

de gezamelijke burgers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

gilde

A

beroepsverenigin in de stad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

huursoldaat

A

iemand die zich verhuurt als soldaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

privilege

A

voorrecht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

raadhuis

A

gebouw van het stadsbestuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

schepen

A

bestuurder en rechter in een stad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

schout

A

door vorst aangestelde rechter

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

schutterij

A

gewapende burgerwacht

3
Q

stadsrecht

A

privilege van een stad

4
Q

vroedschap

A

vergadering van aanzienlijke burgers die het stadsbestuur adviseerde en controleerde

5
Q

centralisatie

A

als een land steeds meer vanuit één plek wordt bestuurd

5
Q

gewest

5
Q

keurvorsten

A

Duite hoge edelen en bisschoppen die de koning kiezen

5
Q

Nederlanden (Lage Landen)

A

gewesten in Nederland, België en Luxenburg

5
Q

parlement

A

1 oorspronkelijk: vergadering van de drie stand in Engeland, 2 nu: volksvertegenwoordiging

5
soevereiniteit
hoogste macht
6
staatsvorming
als een land steeds meer als eenheid wordt bestuurd
7
standenmaatschappij
maatschappij waarin de bevolking is verdeel in standen met rechten en plichten
8
Staten-Generaal
1 oorspronkelijk: vergadering van de standen, 2 nu: volgsvertegenwoordiging
9
concile
vergadering van bisschoppen en de paus
10
inquisitie
kerkelijke rechtbank
11
investituur
plechtige benoeming
12
kardinaal
geestelijke met stemrecht bij de pausverkiezing
13
ketter
christen met een afwijkend geloof
14
leek
niet-geestelijke
15
primaat
oppergezag
16
aflaat
kwijtschelding van straf
17
Heilige Land
voor christenen het gebier waar Jezus zou hebben gepredikt (Israël/Palestina en delen van Jordanië en Libanon)
18
ideologie
geheel van ideeën over de samenlevingk
19
kruistocht
gewapende toch van christenen om land op niet-christenen te veroveren
20
kruisvaarder
iemand die meedoet aan een kruistocht
21
propaganda
verspreiding van ideeën
22
reconquistra
christeljke herovering van het Iberisch schiereiland