Geschiedenis hoofdstuk 1 Flashcards

(63 cards)

1
Q

waarvoor gebruiken we een tijdsbalk

A

om de tijd voor te stellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

definitie van een jaar

A

een periode van 365 of 366 dagen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

de christelijke jaartelling start in

A

het jaar 1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

oude Nabije Oosten

A

van 3500 v.C. tot 800 v.C.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

van 1945 tot nu

A

eigen tijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

einde van de WOII in welke tij was dat

A

1945

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

een periode van 30 of 31 dagen, uitzonderlijk 28 of 29 dagen

A

een maand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

tweede helft van de 4de eeuw v.C.

A

350 - 301

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

van 1750 tot 1945

A

nieuwste tijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat gebeurde er in1945

A

einde van de WOII

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

nieuwste tijd

A

van 1750 tot 1945

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

definitie van een week

A

een periode van 7 dagen, van maandag tot zondag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

We delen het verleden in in tijdsvakken. Welke

A

oudste tijden van 3 miljoen jaar geleden tot 3500 v.C. oude Nabije oosten van 3500 v.C. tot 800 v.C. klassieke oudheid van 800 v.C. tot 500 n.C. middeleeuwen van 500 tot 1450 nieuwe tijd van 1450 tot 1750 nieuwste tijd van 1750 tot 1945 eigen tijd van 1945 tot nu

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Geef de eenheden van de tijd

A

jaar, decennium (10 jaar), eeuw (100 jaar), millennium (1000 jaar)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat betekent het jaar 1

A

het jaar van de geboorte van Christus. De jaren voor het jaar 1 duiden we aan met v.C.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

definitie van een maand

A

een periode van 30 of 31 dagen, uitzonderlijk 28 of 29 dagen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

definitie van een eeuw

A

een periode van 100 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

definitie van een millenium

A

periode van 1000 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

oudste Nabije Oosten

A

periode van Egypte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

de tijd dat de aarde nodig heeft om rond haar as te draaien is

A

één dag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

gebeurtenissen rangschikken in de volgorde waarin ze zich voordeden

A

chronologisch ordenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

van 1450 tot 1750

A

nieuwe tijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

oudsten tijden

A

van 3 miljoen jaar geleden tot 3500 v.C.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

een periode van 365 of 366 dagen

A

een jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
een periode van 1000 jaar
een millenium
26
de rijd dat de aarde nodig heeft om eenmaal rond de zon te draaien
een jaar
27
een periode van 24 uur, van middernacht tot middernacht
een dag
28
definitie van een generatie
een groep mensen die rond dezelfde tijd geboren is
29
prehistorie
oudste tijd = oertijd
30
eerste helft van de 4de eeuw v.C.
400 - 350
31
de aarde draait rond...
haar as
32
van 3500 v.C. tot 800 v.C.
oude Nabije Oosten
33
definitie van een decennium
periode van 10 jaar
34
de aarde draait rond welk hemellichaam
de zon
35
uit hoeveel jaar bestaat een halve eeuw?
50 jaar
36
Welke jaartelling gebruiken we 3 Kislev 5779
Joodse jaartelling
37
middeleeuwen
van 500 tot 1450
38
op de tijdsbalk meten we de tijd vanaf
het jaar 1
39
geef de periode van de 4de eeuw
301 - 400
40
van 800 v.C. tot 500 n.C.
klassieke oudheid
41
eigen tijd
van 1945 tot nu
42
periode van Egypte
Oudste Nabije Oosten
43
welke jaartelling gebruiken we vandaag
de christelijke jaartelling
44
uitvinding van het schrift
ca 3500v.C.
45
de joodse jaartelling start in
3760 v.C. de dag waarop Jahweh de wereld schiep
46
van 3 miljoen jaar geleden tot 3500 v.C.
oudsten tijden
47
een periode van 10 jaar
een decennium
48
de islamitische jaartelling start in
622 de dag waarop profeet Mohammed uit Mekka vertrok
49
we stellen de tijd voor op een
tijdsbalk
50
een periode van 7 dagen, van maandag tot zondag
een week
51
een groep mensen die rond dezelfde tijd geboren is
een generatie
52
oudste tijd = oertijd
prehistorie
53
Welke jaartelling gebruiken we 3 Rabi-ul-Awwal 1440
islamitische jaartelling
54
klassieke oudheid
van 800 v.C. tot 500 n.C.
55
van 500 tot 1450
middeleeuwen
56
Wat is chronologisch rangschikken
gebeurtenissen rangschikken in de volgorde waarin ze zich voordeden wat eerst gebeurde komt eerst in het rijtje, wat laatst gebeurde komt laatst... het helpt om te begrijpen wat er in het verleden gebeurde
57
ca 3500 v.C.
uitvinding van het schrift
58
de tijd dat de maan nodig heeft om rond de aarde te draaien
een maand
59
geeft de periode van de 4de eeuw v.C.
400 v.C. - 301 v.C.
60
de maand draait rond
de aarde
61
nieuwe tijd
van 1450 tot 1750
62
definitie van een dag
een periode van 24 uur, van middernacht tot middernacht
63
een periode van 100 jaar
een eeuw