natuurwetenschappen thema 4 Flashcards

(34 cards)

1
Q

het zenuwstelsel bestaat uit

A

hersenen, ruggenmerg en zenuwen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is de borstholte

A

de ruimte die omgeven is door de borstkas

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat zijn skeletspieren

A

spieren die aan beenderen zijn vastgehecht met pezen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is de functie van het beenderstelsel

A

lichaam steunen en vorm geven, organen beschermen, aanhechting spieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wanneer kunnen beenderen bewegen

A

als spieren samentrekken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe noem je de organen van het beenderstelsel of skelet

A

beenderen of botten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is de functie van het spierstelsel

A

helpen bij beweging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Bespreek het voortplantingsstelsel

A

bij de mannetjes: 2 teelballen - hier worden de spermacellen geproduceerd - via de zaadleiders worden ze getransporteerd naar de urinebuis in de penis bij de vrouwtjes: 2 eierstokken - ze produceren eicellen - via de eileiders gaat de eicel naar de baarmoeder - daar kunnen jongen groeien tot ze geboren worden. De schede verbindt de baarmoeder met de geslachtsopening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wanneer spreekt men van een stelsel

A

wanneer organen samenwerken aan dezelfde taak in het lichaam vormen ze samen een stelsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

welke stelsels zitten in de buikholte

A

spijsverteringsstelsel uitscheidingsstelsel voortplantingsstelsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

welk orgaan gaat door het middenrif tot in de buikholte

A

de slokdarm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

aan welk deel van een been hangen de spieren vast en waarom

A

aan de uiteinde zo hebben ze een goede kracht springen als spieren samentrekken kunnen beenderen bewegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is de functie van het bloedsomloopstelsel

A

bloed transporteren doorheen het lichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Bespreek het spijsverteringstelsel

A

via de slokdarm in de maag - van de maag naar de twaalfvingerige darm - worden 2 sappen toegevoegd de gal (aangemaakt in de lever en opgeslagen in de galblaas) en het alvleessap (aangemaakt in de alvleesklier) - dunne darm (voedingstoffen worden in het bloed opgenomen) - blinde darm - appendix dikke darm (hier wordt water uit de voedselresten onttrokken) naar de endeldarm die eindigt in de aars

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat is de rol van de hersenen bij de werking van de spieren

A

ze geven de opdracht (of ze moeten opspannen of ontspannen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat is de functie van het uitscheidingsstelsel

A

afvalstoffen verwijderen uit het bloed en het lichaam

17
Q

longen staan in verbinding met de

18
Q

spieren die aan beenderen zijn vastgehecht met pezen noemen we

A

skeletspieren

19
Q

hersenen, ruggenmerg en zenuwen behoren tot welk stelsel

20
Q

wat is de functie van het ademhalingsstelsel

A

lucht in en uitademen

21
Q

wat is de functie van het voortplantingsstelsel

A

nakomelingen voortbrengen

22
Q

een ander woord voor beenderstelsel

23
Q

wat doen longen

A

ze geven zuurstof af aan het bloed en nemen afvalstoffen uit het bloed op

24
Q

bespreek het uitscheidingsstelsel

A

de nieren (filteren de afvalstoffen met water uit het bloed) - zo ontstaat er urine - de urine wordt via de urineleiders afgevoerd naar de urineblaas en verlaat het lichaam via de urinebuis en de geslachtsopening

25
waarmee hangen de spieren vast aan de beenderen
pezen
26
de organen van de mens zijn gegroepeerd in stelsels en tonen veel gelijkenissen met de organen van het konijn
ze hebben dezelfde functie de zijn gelijkaardig opgebouwd
27
hoe zijn spieren met het ruggenmerg verbonden
via pezen
28
wat is de functie van het spijsverteringsstelsel
voedsel verkleinen en de uitwerpselen verwijderen uit het lichaam
29
welke stelsels vinden we voornamelijk terug in de borstholte
ademhalingstelsel: zuurstof inademen en koolstofdioxide uitademen bloedsomloopstelsel: transport van alle nuttige stoffen en afvalstoffen doorheen het lichaam
30
het hart is een
spier die bloed via bloedvaten doorheen het lichaam pompt
31
geef enkele soorten stelsels
spierstelsel beenderstelsel ademhalingsstelsel bloedsomloopstelsel
32
welke stelsels vinden we terug in het lichaam van de gewervelde dieren
spierstelsel: beenderen bewegen en op hun plaats houden beenderstelsel: zorgt voor de aanhechting van de spieren, geeft steun en vorm aan het lichaam en beschermt virale organen zenuwstelsel: regelt de juiste werking van de organen
33
wat is de functie van het zenuwstelsel
werking van organen regelen door signalen door te geven
34
waar bevindt zich het ruggenmerg
in de wervelkolom waar het goed beschermd wordt