geschiedenis hoofdstuk 6 Flashcards
(66 cards)
1
Q
Welke gebieden erfde Karel V ?
A
- Aragon + alle bijhorende grondgebieden in Zuid-Italië
- Castilië
- Habsburgse erflanden
- Bourgondische erflanden
2
Q
De habsburgers hadden ook heel wat gebieden in de Nieuwe Wereld veroverd zoals :
A
- Mexico - Chili
- Peru - Costa Rica
- Ecuador - Panama
- …
3
Q
Wat is een habsburger ?
A
iem. van Duits adellijk geslacht (Karel V was de machtigste)
4
Q
probleemstelling van hoofdstuk 6
A
Op welke manier probeerde Karel V eenheid in zijn wereldrijk te brengen ?
5
Q
oplossing probleemstelling HT 6
A
- voerde doelgerichte godsdienstpolitiek (inquisitie)
- voerde een centralisatiepolitiek in
- vaardigde de Pragmatieke Sanctie uit
6
Q
Welke titel kreeg Karel V in 1519 ?
A
“keizer van het Heilige Roomse Rijk”
7
Q
Wat pocheerde Karel V ?
A
” In mijn rijk gaat de zon nooit onder. “
8
Q
Welke kandidaten waren er voor de keizertitel ?
A
- koning van Engeland en Frankrijk
- keurvorst Frederik van Saksen
- Karel V
9
Q
Typeer Karel V :
A
- corrupt (= hij kocht de keizerstitel v/d Duitse keurvorsten)
- ambitieus (= hij zet de Franse en Engelse koning en zijn familieleden schaakmat)
10
Q
3 kenmerken maakt het grote rijk minder duurzaam :
A
- rijk = enorm groot, maar gebieden grensden niet aan elkaar
- rijk = grensde aan machtige staten en voor Karel onbetrouwbare, de katholieke Kerk vijandige, vorsten
- onderdanen = niet zoveel gemeenschappelijk( oa. gewoonten en nationaliteit) en namen wraak (koesterden wrok), omdat ze met wapens waren onderworpen
11
Q
Waarom was de keizertitel zeer belangrijk voor Karel V ?
A
- titel = gaf hem prestige -> zijn macht = versterken => had hij nodig, omdat zijn rijk = te groot en divers was
- Karel V = veel vijanden die er alles voor doen om zijn leven moeilijk te maken
12
Q
Karel V zijn concurrenten :
A
- koning van Frankrijk (zijn grootste vijanden )
- koning van Engeland ( “ “ “ )
- protestanten
- Turken ( islam)
- de paus
- Duitse rijksvorsten
13
Q
Karel V ‘s grootste concurrenten voor de keizertitel :
A
koning van FR en ENG
14
Q
gevolg –> Karel V machtig was
A
- –> coalitievorming tegen hem
- oorlog met andere vorsten
15
Q
def coalitievorming
A
- vorming tussen verschillende politieke partijen in regering en bestuur
OF - oorlog met andere vorsten
16
Q
Welk nieuws was goed voor Karel V ?
A
- FR koning = verloor heerschappij over Vlaanderen
- –> in handen van Karel V
17
Q
Welke middeleeuwse opvattingen hanteerde Karel V over het keizerschap ?
A
- eenheid v. rijk en christendom = behouden en beschermen ketters en Turken
18
Q
Hoe zorgde Karel V ervoor dat er eenheid was in rijk en christendom ?
A
- voerde een doelgerichte (/ strenge) godsdienstpolitiek
- tegen protestanten = zette inquisitie in
19
Q
def inquisitie
A
kerkelijk instituut ter bescherming van het ‘zuivere geloof’
20
Q
def te verzoenen
A
vrede laten sluiten
21
Q
Waarom was het protestantisme niet met de politiek v. Karel V te verzoenen ?
A
- beschouwde zich als = 1ste verdediger v/d Kerk
- wilde een kerkelijke eenheid kost wat kost behouden
22
Q
Welke maatregelingen nam hij tegen de protestanten ?
A
verbood onderdanen elk contact met ideeën v/d reformatie
23
Q
aanhangers v. reformatie volgens Karel V
A
ketters
24
Q
Wat deden de Turken, Duitse feodale heren en de Franse koning en wat was het gevolg daarvan ?
A
- sloten bondgenootschappen om Karel V voortdurend onder druk te zetten
- oorlogen (tijdens Karel V’s regeringstijd) = gevolg
25
Wat voerde de Engelse koning uit ?
een evenwichtspolitiek
26
Wat was het doel van de evenwichtspolitiek ?
- zorgen dat niemand de macht krijgt in EU --> steunde telkens de zwakkere partij => blijven vechten
- EN buiten schot houden : zolang ze op het EUse vaste land aan het vechten waren, was EN aan het "chillen" => geen zorgen maken over in-/aanval --> voor En strijd = zolang mogelijk duren
27
def buiten het schot houden
zich niet aan gevaar blootstellen
28
Karel V's droom :
- eenheid v. rijk en christendom = behouden en beschermen ketters en Turken
29
Hoeveel gewesten erfde Karel V v/d Nederlanden ?
17 gewesten
30
Door wat waren in de middeleeuwen alle gewesten v/d Nederlanden verbonden aan een vorst ( = opperste leenheer) ?
door het feodaal systeem
31
feodaal systeem
die driehoek met beroepen en taken
32
Aan welke 2 leenheren waren de Nederlanden gebonden ?
- Frse koning
| - Duse keizer
33
Wie had de Nederlanden 1 gemaakt in de 15e eeuw ?
Bourgondische hertogen
34
Hoe zorgde Karel V voor de eenmaking v/d Nederlanden en op welk vlak ?
- gaf aan al de gewesten een gemeenschappelijk overkoepelend bestuur (landvoogd(es))
- -> richtte centrale instellingen op = centralisatiepolitiek
- op bestuurlijk vlak
35
Wat hadden de verschillende gewesten v/d Nederlanden van oudsher en aan wat waren ze gehecht ?
- hadden allemaal eigen gewoonten en wetten
| - gehecht waren aan hun autonomie
36
syn autonomie
zelfbestuur
37
Wat is de nieuwe bestuurlijke organisatie ?
centralisatiepolitiek
38
Wat is hun sterk punt in deze nieuwe bestuurlijke organisatie ?
- vertegenwoordigers v./elk gewest = moet goedkeuring geven voor het innen van belastingen
- Karel V had zeker veel geld nodig --> zijn rijk te besturen => dat de hele tijd vragen (hun goedkeuring) = lastig --> hij hing af v/d " goodwill" v/d gewesten
39
def goodwill
commerciële waarde
40
Wat richtte Karel in in zijn rijk ?
centrale instellingen
41
Wat was het belang v/d Pragmatieke Sanctie ?
onze gewesten = 1 geheel, onder 1 vorst
42
Hoe paste de Pragmatiek Sanctie in de politiek v. Karel V ?
- Karel V voerde een centralisatiepolitiek in de Nederlanden
| - met edict werden de Nederlanden 1 land
43
def edict
aankondiging v. een wet
44
Waarom waren de Gentenaars ontevreden ?
ze moesten de oorlogen v. Karel V mee financieren
45
Wat was de oorzaak wrm. steden zoals Gent niet doen wat er gevraagd wordt ?
- steden = traditie v. zelfstandigheid
| - weigeren naar de pijpen v/d keizer te dansen
46
naar iemands pijpen dansen
doen wat er gevraagd wordt, iemands wensen voldoen
47
Wat was de reactie van Karel V op oa. Gent ?
- reactie = militaire actie, met geleidelijke boete en vernedering
- nam alle privileges en vrijheden v/d stad af
48
Als wat werden de Nederlanden blijkbaar gebruikt ?
als geldmachine
49
Waarom had Karel V (, zijn oorlogen buiten beschouwing gelaten) zoveel geld nodig ?
om zijn centralisatiepolitiek te gaan bekostigen
50
def buiten beschouwing laten
negeren
51
Waarom gaf keizer Karel zijn droom op ?
- Karel V = moegestreden
| - --> zwichtte
52
def zwichten
iets toch doen dat je niet wilde of van plan was niet te doen
53
Hoe kon je zien dat Karel V zijn droom op gaf ?
door zijn belangrijke beslissingen
54
Wat waren Karel V's beslissingen ?
- gaf de eenheid v. godsdienst op ( en sloot vrede met lutherse vorsten in DU)
- rijk = opgesplitst in Spaanse en Oostenrijkse tak
- Karel V = deed troonafstand ( ten voordele v. zijn zoon Filips II )
55
Wat werd in de vrede v. Augsburg beslist ?
vanaf nu mogen de individuele vorsten zelf beslissen welke godsdienst zij in hun vorstendommen opleggen
56
Wat was het gevolg voor de Kerk i/h EU v/d 16e eeuw ?
- Kerk = verdeeld na eeuwen eenheid
| - in W-EU voor het 1st keus tussen godsdienstige trekkingen
57
Hoe voelde Karel V zich na het tekeningen van de vrede v. Augsburg ?
- zeer slecht
| - zijn opdracht = 1heid van zijn rijk + die van de katholieke Kerk te beschermen en te verdedigen
58
Welke conclusies trok hij nadat hij zijn opdracht niet had vervuld ?
stelde vast, hij = moe en niet veel bereikt had --> besloot om af te treden
59
Welke problemen voorzag de Venetiaanse ambassadeur in zijn beschrijving van Filips II ?
voorzag problemen in niet-Spaanse gebieden--> Filips II hield niet v/die andere landen
(wilt alleen met Spanje te maken hebben)
60
def centrale instellingen
instellingen vanuit 1 bepaalde hoofdstad het bestuur v/h rijk regelen
61
def centralisatie
- het streven van vorsten om hun hele gebied vanuit een hoofdstad te regeren
- 1 punt --> andere punten
62
def godsdienstpolitiek
het regeringsbeleid dat over de godsdienst gaat
63
def plakkaat
voorschrift v/d keizer of vorst dat letterlijk werd geplakt aan bv. een deur zodat iedereen het kon zien/lezen
ter kennisgeving aan het volk
64
kenmerken centralisatiepolitiek
- landvoogd(es)
| - centrale instellingen
65
Wat waren de kenmerken v/d verhouding tussen Karel v en zijn onderdanen ?
----
66
Wat waren de kenmerken v/d verhouding v. Karel V tov de EUse vorsten ?
----
