GHD Flashcards

1
Q

Wat is het verschil tussen een dorso55prox-palmdist oblique opname en een dorso65prox-palmdist oblique opname?

A

55 = straalbeen meer naar distaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waarom neemt met een papr-padi oblique opname thv hoef?

A

straalbeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke opname is het beste om het kroonbeen te beoordelen?

A

dorsopalmair

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is spat?

A

artrose tarsaalbeentjes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat hecht er aan op tuber calcanei?

A

lig plantare longum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat hecht aan op de mediale malleolus?

A

collateraalband

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zul je uitprojecteren bij: dorsomediaal-plantarolateraal oblique?

A

dorsolateraal + planteromediaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe zie je verschil tussen een articulaire zwelling en subcutane zwelling?

A
  • articulair: enkel zwelling thv het gewricht
  • subcutaan: diffuse zwelling
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de 3 meest voorkomende predilectieplaatsen OCD tarsus?

A
  1. intermediaire kam cochlea tibiae
  2. laterale taluskam
  3. mediale malleolus
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke opnames maak je voor screening OCD sprong?

A
  1. Dorsmed-plantlat oblique (laterale taluskam steekt uit)
  2. Dorslat-plantmed oblique (mediale malleolus)
  3. Dorso30-lat-planteromediaal oblique
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wanneer spreek je over een fragment en wanneer een mineralisatie?

A

Fragment = als je ziet waar het botje vandaan komt, anders mineralisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waar komt OCD in knie vooral voor?

A

Laterale trochleakam (onderste)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waar komen subchondrale botcysten in knie vooral voor?

A

Mediale femurcondyl (bovenste)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waar hecht de diepe buigpees aan vast?

A

Facies flexoria hoefbeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Waar hecht oppervlakkige buigpees aan vast?

A

leuning kroonbeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe kun je zien of een fractuur acuut of chronisch is?

A

Acuut –> scherpe aflijning fractuur (chronisch: nieuwbeenvorming)

17
Q

Wat is het verschil tussen een osteo- en een enthesofyt?

A
  • osteofyt: botvorming rond gewricht
  • enthesofyt: botvorming in ligamenten
18
Q

Hoe maak je onderscheid tussen LM en caudo60lat-craniomed oblique opname knie?

A

LM = condylen op elkaar gesuperponeerd

19
Q

Zit het radiaal of ulnair carpaalbeentje lateraal?

A

radiaal = mediaal
ulnair = lateraal

20
Q

Waarom wordt er een LM in flexie thv radius uitgevoerd?

A

Beoordeling individuele carpale rijen

21
Q

Waarom wordt er een LM in flexie thv kogel uitgevoerd?

A

Sagittaalkam beter zichtbaar

22
Q

Wat is de meest voorkomende pathologie bij volwassen paarden thv elleboog? En veulens?

A

volwassen paard: ulna fractuur
veulen: infectie

23
Q

Zal de calcaneus thv tarsus meer mediaal of lateraal liggen?

A

lateraal

24
Q

Welke opname wordt veel bij spat gebruikt?

A

dorso45lat-plantmed opname

25
Q

Wat is de beste opname voor beoordeling knie?

A

caudo60lat-craniomediale oblique opname

26
Q

Welke opnames worden gemaakt voor beoordeling laminitis?

A
  • LM op platte blokken
  • DP
27
Q

Hoe groot mogen laminae langs hoefbeen maximaal zijn?

A

50% (bij laminitis geen onderscheid)

28
Q

Wat is ankylose?

A

Fusie van botten

29
Q

Wat zijn tekenen van podotrochleïtis?

A

= ontsteking straalbeen
- lolly pop = synoviale kanalen
- onregelmatige aflijning straalbeen + geen duidelijk onderscheid compacta - flexor cortex

30
Q

Hoe is craniaal deel van intermediaire kam cochlea tibiae best te zien?

A

= no 1 OCD tarsus
plant45lat-DM oblique opname

31
Q

Waar komt OCD thv kogel voor?

A
  • dorsaal: thv saggitaalkam + plica synovialis
  • palmair/plantair: in gewricht of caudaal proximaal pijp
32
Q

Wat zijn varus en valgus benen?

A

varus = O
valgus = X

33
Q

Wat zijn kenmerken van infectieuze arthritis?

A
  • weke delen zwelling
  • onregelmatige aflijning gewricht en bot
  • sclerose
  • osteofyt
  • subchondrale botlyse = osteomyelitis
34
Q

Wat is fysitis?

A

= ontsteking groeiplaat -> asymmetrie, verbreed, nieuwbeenvorming, zwelling (ALTIJD ruw)

35
Q

Wat is bipartite?

A

been in 2 stukken door gebrekkige ossificatie (gene breuk)

36
Q

Welke opname wordt genomen om fractuur dorsaal van carpus te beoordelen?

A

LM in flexie -> carpaalbeentjes individueel

37
Q

Carpus LM in flexie: eerste carpaalbeentje?

A

os carpi intermedium

38
Q

Carpus LM in flexie: eerste beentje 2e rij?

A

Os carpi III