GK 1.9 Problemen ademhalingsstelsel Flashcards

(27 cards)

1
Q

rhinitis

A

neusontsteking
kan allergisch zijn
kan niet-allergisch zijn -> infectie -> vaak rhino of adenovirus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

sinusitis

A

bijholteontsteking

pijn in aanzicht, hoofdpijn
pijn bij bukken/tillen/persen
uitvloed uit bijholte naar keel
koorts
uit mond stinken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

kleuren sputum

A

groen -> bacterie
rood -> bloed
bruin -> oud bloed (oude longontsteking)
roze schuimend -> longoedeem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

dyspnoe

A

kortademigheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

stridor

A

hoorbare ademhalingi

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

inspiartoir stridor

A

inademen geluid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

expiratoir stridor

A

bij het uitademen een piepend geluid, bijvoorbeeld asma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

hyper/hypo-pnoe

A

te diep of te oppervlakkig ademen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

apnoe

A

niet meer ademenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

trachy/brady-pnoe

A

frequentie (te snel of te langzaam)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

hyper/hypo-ventilatie

A

CO2 spanning is te hoog of te laat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

cheyne stokes

A

apnoe, hypopnoe en hyperpnoe afwisselend
problemen ademcentrum hersenstam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

kussmaul ademhaling

A

te diep en te snel, reactie op verzuring van het lichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

hyperventilatiesyndroom

A

overdreven ademhaling, vaak door angst
men blaast veel CO2 uit waardoor pH stijgt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

cyanose

A

wanneer de saturatie 85% of lager is is er teveel HB zonder zuurstof waardoor bloed blauw door schijnt en je bijvoorbeeld blauwe lippen krijgt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

saturatie

A

hoeveel procent van het HB in rode bloedcellen met zuurstof is verbonden (normaal tussen 95 en 100)

17
Q

centrale cyanose

A

weinig O2 verbonden HB in arterieel bloed (lage saturatie)
dit komt doordat longen te weinig O2 diffunderen in het bloed of andere oorzaak

bijvoorbeeld bij astma, longontsteking, emfyseem, hartfalen

18
Q

perifere cyanose

A

alleen lichaamsuiteinden (handen en voeten) blauw door vasoconstrictie of vertraagde bloedcirculatie. DIt kan komen door bijvoorbeeld afknelling of kou
alleen huid nagels, niet slijmvliezen.

19
Q

respiratie

A

opname van zuurstof, afgifte van koolstofdioxide

20
Q

respiratoire insufficiëntie

A

longfalen
kan komen door verstoren
- ventilatie -> verstikking, ophangen, verdrinken, klaplong
- diffusie -> snot, slijm (pneunomie), longoedeem
- perfusie -> longembolie (bloedpropje), hartfalen

21
Q

2 gevolgen longfalen

A

CO2 word niet goed afgegeven in de longen waardoor het opstapeld in het bloed -> acidose

de weefsels krijgen te weinig zuurstof waardoor ze over gaan op anaerobe verbranding waarbij melkzuur vrijkomt

22
Q

behandeling respiratoire insufficiëntie

A

behandeling van de oorzaak
zuurstof geven
corrigeren van acidose door NaHCO3
kunstmatige beademing indien nodig

23
Q

symptomen acidose

A

hoofdpijn, tremoren, delier, sufheid, tachypnoe, hyperventilatie, hyperpnoe

24
Q

respiratoire acidose
waar
gevolgen
waardoor

A

longen
geen co2 uitademen, pCO2 stijgt
longoedeem, morfine, astma

25
metabole acidose waar gevolgen waardoor
probleem in lichaam toegenomen melkzuur extreme inspanning, diarree
26
respiratoire alkalose waar gevolgen waardoor
longen heel veel CO2 uitblazen hyperventilatie
27
metabole alkalose waar gevolgen waardoor
lichaam teveel h-plus verliezen of HCO3 stapelen (nier) door braken (maagzuur = Hplus)