GNK Flashcards
(80 cards)
Analogie
de bouw, kijken naar beweging, spieren, cellen, weefsel, botten en gewrichten
Fysiologie
De functie
Pathologie
De wetenschap die zich bezighoud met de ziekte (disfunctioneren, orgaan wekt niet )
Noem een voorbeeld van pathologische anatomie
bijvoorbeeld een hartklep probleem
Noem een voorbeeld van pathologische fysiologie
bijvoorbeeld hartstoornis
Wat zijn de 5 onderzoekmethodes?
Anamnese = interview
Inspectie = inspectie
Palpatie = voelen
Percussie = kloppen
Auscultatie = luisteren
Wanneer gebruik je een röntgenstraling?
Bij een botbreuk
Wat is een computertomografie?
een CT-scan, 3d straling
word egbruikt voor de hersennen
MRI
Magnetic resonance imaging
tunnel met magneet, let op voor pacemaker of kunstgebit
wat gebruik je bij een echografie of echoscopie
geluidsgolven
Wat onderzoek je bij een doppleonderzoek
bloedvatten onderzoek, word gebruikt door geluidsgolven
Wat test je bij een elektacardiogram
de hartstroomwerking
wat is de afkorting van Cardiotocografie
CTG, word gebruikt voor baby’s
wat zijn scopieen
Een lange buis die het menselijke lichaam ingaan
Gastroscopie
voor de maag (punctie of biopsie)
Colon of rectoscopie
dikke darm
Bronchoscopie
Trachea of longen
Laparoscopie
Kijkoperatie (buik/knie)
Poliep
Goed aardig
Verschil tussen punctie en biopsie
Punctie met dunne holle naald lichaamsvocht of cellen meenemen
Biopsie met dikke holle naald weefsel meenemen
Ventraal
van voor
Dorsaal
van achteren
Sagittaal
vanaf zijkant
Transversaal
van onder of boven