grieksewoordensschat Flashcards

1
Q

iets met argusogen bekijken

A

iets met argwaan bekijken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

een titanenstrijd voeren

A

een buitenmoeilijek strijd voeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

het paard van troje binnenhalen

A

iets doen waardoor je niets vermoedend je eigen ondergang of ongeluk veroorzaakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

de doos van pandora openen

A

iets doen wat veel onheil en grote gevolgen met zich meebrengt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

de draad van ariandne

A

een middel om je te redden uit een moeilijke situatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

de augiasstal reinigen

A

grondige orde op zaken stellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

het zwaard van damocles hangt hem boven het hoofd

A

een constant dreigend gevaar ervaren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

een tantaluskwelling

A

een kwelling waarbij je iets waar je naar verlangt in de onmiddellijke nabijheid ziet en het toch niet kan krijgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

een medusahoofd

A

een afgrijselijke, schrikaanjagend uiterlijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

een oedipuscomplex

A

complex waarbij een zich zich aangetrokken voelt tot zijn moeder en een afkeer heefr tegen zijn vader

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

draconische maatregelen

A

zeer strenge maatregelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

een narcist

A

iemand met een ziekelijke liefde voor zich zelf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

een hermafrodiet

A

een mens of dier met zowel vrouwelijke als mannelijke geslachtsdelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

muze

A

Beschermgodin van kunsten en wetenschappen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

achilleshiel

A

zwakke plek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

labyrint

A

doolhof

17
Q

adonis

A

heel erg mooie jongen man

18
Q

furie

A

grote woede

19
Q

psycholoog

A

iemand die zich als beroep met de menselijke geest en menselijk gedrag bezighoudt

20
Q

pseudoniem

A

verzonnen naam die je gebruikt om je echte naam geheim te houden

21
Q

biologie

A

studie van alles wat leeft, dus van mensen, dieren en planten

22
Q

antoniem

A

woord met een tegengestelde betekenis

23
Q

democratie

A

Iedereen is gelijk

24
Q

arachnofoob

A

iemand die bang is voor spinnen

25
Q

pyromaan

A

iemand die brand sticht

26
Q

pyrofoob

A

iemand die bang is voor vuur

27
Q

pedagoog

A

iemand die de opvoeding van een kind bestuddeert

28
Q

geriater

A

is een doktere gespecialiseerd in oude mensen

29
Q

pediater

A

dokter voor kinderen

30
Q

monogame relatie

A

je hebt realtie met 1 persoon

31
Q

polytheïsme

A

je gelooft in verschillende goden

32
Q

monotheïsme

A

geloof in 1 god