H1 Zuid-Amerika Flashcards

(48 cards)

1
Q

omschrijf het klimaat van Zuid-Amerika

A

tropisch, laagdrukgebied, altijd warm (altijd boven 18 graden), veel neerslag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

5 factoren die het klimaat beinvloeden:

A

Breedteligging: plaatsen dichtbij de evenaar zijn warmer
-Ligging ten opzichte van zee: hoe verder van de zee hoe extremer de seizoenen (landklimaat).
-Reliëf: ligging van gebergten: loefzijde berg veel neerslag, lijzijde
berg droog.
-Hoogteligging: hoe hoger hoe kouder (1000 meter omhoog is 6 C
kouder)
-Wind en zeestromen: aanvoer van warme of koude lucht. (dichterbij de zee is koelere zomers en warmere winters, vooral bij aanlandige wind)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

aanlandige wind–>

A

veel neerslag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

aflandige wind

A

weinig neerslag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

hoe werkt de loefzijde?

A

natte lucht wordt tegengehouden door berg → verdampt → neerslag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

lage luchtdruk aan het oppervlak –>

A

warme lucht stijgt naar boven –> neerslag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

hoge luchtdruk aan het oppervlak–>

A

koude lucht daalt–> geen neerslag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

hoe is het weer bij een laagluchtdrukgebied?

A

lucht stijgt → bewolkt en regenachtig, relatief warm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

hoe is het weer bij een hoogluchtdrukgebied?

A

lucht daalt → zonnig en onbewolkt, relatief koel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

koude zeestroom–>

A

geen verdamping –> geen neerslag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

warme zeestroom–>

A

verdamping –> neerslag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Zuid-Amerika is grotendeels tropisch regenwoud, hoe ziet het klimaat er dan uit?

A

-altijd minimaal 18 graden
-minimaal 2000 mm neerslag per jaar
-onvruchtbaar door dunne humuslaag en uitspoeling vanwege veel neerslag
-roestvorming: ijzer en aluminium lossen niet op want humuszuren ontbreken, roestvorming –> rode bodem
-in brak water komen mangroven (planten) voor, beschermen kust

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat zijn de 3 soorten savanne?

A

Cerrado, Ilanos en Caatinga

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

hoe ziet de Cerrado (savannesoort) eruit?

A

boomsavanne

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

hoe ziet de Ilanos (savannesoort) eruit?

A

grassavanne en wat bomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

hoe ziet de Caatinga(savannesoort) eruit?

A

savanne met doornachtige struiken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

wat is het debiet?

A

de hoeveelheid water die een rivier afvoert uitgedrukt in m³/s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

wat is het regiem?

A

verdeling en schommelingen in waterafvoer gedurende een jaar, vaak weergegeven in debiet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

het regiem wordt bepaald door… (3)

A

-neerslag en verdamping
-verschuiving ITCZ
-afvoer smeltwater (uit de Andes)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

wat is een bekken?

A

gebied dat lager ligt dan dan omringende gebieden

21
Q

wat zijn rivierbekkens?

22
Q

wat zijn voorlandbekkens?

A

bekken die tijdens de vorming van een gebergte parallel aan het gebergte ontstaat

23
Q

welke plaatbewegingen zijn er?

A

-divergent: uit elkaar
-convergent: naar elkaar toe
-transform: langs elkaar

24
Q

welke plaatbewegingen komen voor in Zuid-Amerika?

A

divergent, convergent, transform (allemaal)

25
wat is een rift?
een gebied in een continent waar extensie van de aardkorst plaatsvindt; de plaatbeweging is er divergent, uit elkaar bewegend. Onder invloed van dit proces wordt een langgerekte depressie in het landschap gevormd, een riftzone
26
hoe ontstaat een riftzone en daarbij de mid-atlantische rug?
-divergente plaatbeweging → magma komt naar boven, vormt korst van basalt -nieuwe korst duwt platen nog verder uit elkaar -breukzone zakt weg → vult met water → Atlantische oceaan met midden-atlantische rug
27
wat is een actieve marge?
de rand van een continent is ook een aardplaatgrens
28
wat is een passieve marge?
overgang van continentale naar oceanische lithosfeer, GEEN plaatgrens
29
wat is een schild? waaruit bestaat het? hoe komt het aan het oppervlak?
= zeer oud stuk aardkorst (meer dan een miljard jaar oud) -bestaan uit diepte- en metamorf gesteente (dieptegesteente vaak graniet) -zijn door gebergtevorming + erosie aan oppervlak gekomen
30
hoe zit het met het vulkanisme in Zuid-Amerika?
1. westkust heeft veel vulkanen door subductie van de oceanische plaat onder de continentale (nazcaplaat onder zuid-amerikaanse plaat) 2. stratovulkanen want subductie (uitbarstingen minder explosief dan normaal bij stratovulkanen, want magma bestaat uit andesiet =minder taai en gasrijk) 3. 3 volcanic gaps (zones zonder vulkanen) door vlakke subductie (platen smelten niet)
31
wat is een cordillera?
lange aaneengesloten of bij elkaar horende bergketen onderdeel van een groter gebergte
32
wat is een aardbeving?
Schokkende of trillende beweging van een gedeelte van de aardkorst door opbouw van spanning
33
wat is een tsunami?
Hoge vloedgolf op zee die de kust overspoelt, veroorzaakt door een zeebeving
34
wat is een hypocentrum?
plaats in de aardkorst of mantel waar de aardbeving begint
35
wat is een epicentrum?
Het punt waar de aardbeving aan de aardoppervlakte komt, direct boven het hypocentrum
36
wat zijn ertsen?
gesteenten waarin metalen voorkomen
37
wat is magmatische differentiatie?
verschillende elementen kristalliseren bij andere temperaturen
38
hoe worden ertsen winbaar?
door erosie en gebergtevorming
39
is Zuid-Amerika (sterk) verstedelijkt?
JA
40
is de urbanisatiegraad in Zuid-Amerika hoog of laag?
hoog
41
is het urbanisatietempo in Zuid-Amerika hoog of laag?
hoog
42
waarom zijn het urbanisatietempo- en graad zo hoog?
natuurlijke bevolkingsgroei, pushfactoren
43
wat is urbanisatie?
Stijging van het percentage mensen dat in een stad woont
43
wat is Ruraal-urbane migratie?
migratie van platteland naar stedelijk gebied (vooral naar kust en grote steden)
44
wat is een megacity?
een stad met meer dan 10 miljoen inwoners
44
wat is een primate city?
stad met alle belangrijke economische en politieke functies
45
wat is een negatief gevolg van urbanisatie?
overbevolking, wat zorgt voor ruimtelijke problemen
46
wat zijn de verschillen tussen en savanne en een steppe? (2)
savanne heeft bomen, steppe alleen gras. Savanne meer neerslag, steppe minder