H1.22-H1.24 Flashcards
(66 cards)
1
Q
Qua è il Suo cognome?
A
Wat is uw achternaam?
2
Q
qual
A
welke
3
Q
il Suo
A
uw
4
Q
il cognome
A
de achternaam
5
Q
per favore
A
alstublieft
6
Q
Come si scrive?
A
Hoe schrijf je dat?
7
Q
Di dov’è?
A
Waar komt hij vandaan?
8
Q
Algeri?
A
Algiers
9
Q
allora
A
wel
10
Q
algerino
A
Algerijns
11
Q
sì
A
ja
12
Q
dove
A
waar
13
Q
Milano
A
Milaan
14
Q
l’indrizzo
A
het adres
15
Q
la via
A
de straat
16
Q
Ha un recapito telefonico?
A
Bent u telefonisch bereikbaar?
17
Q
il recapito
A
het adres
18
Q
il numero di telefono
A
het telefoonnummer
19
Q
il telefono
A
de telefoon
20
Q
anche
A
ook
21
Q
un cellulare
A
een mobiel
22
Q
Perché è in Italia?
A
Waarom bent u in Italië?
23
Q
perché?
A
waarom?
24
Q
per turismo
A
als toerist
25
il turismo
het toerisme
26
per motivi di studio
in het kader van mijn studie
27
per motivi di
om redenen
28
il motivo
de reden
29
lo studio
de studie
30
Quanto tempo rimane?
Hoelang blijft u?
31
quanto tempo
hoelang
32
quanto
hoeveel
33
il mese
de maand
34
il facsimile
de kopie
35
la richiesta
de aanvraag
36
il permesso di soggiorno
de verblijfsvergunning
37
il permesso
de vergunning
38
il soggiorno
het verblijf
39
il sottoscritto
de ondergetekende
40
la data di nascita
de geboortedatum
41
la data
de datum
42
la nascita
de geboorte
43
il sesso
het geslacht
44
lo stato civile
de burgerlijke staat
45
coniugato
gehuwd
46
il luogo di nascita
de geboorteplaats
47
il luogo
de plaats
48
l'ingresso
de ingang
49
il giorno
de dag
50
il mese
de maand
51
l'anno
het jaar
52
il passaporto
het paspoort
53
residente
woonachtig
54
chiede
vraagt aan
55
il rilascio del permesso di soggiorno
de afgifte van de verblijfsvergunning
56
umanitario
humanitair
57
il lavoro
het werk
58
formale
beleefd
59
informale
informeel
60
il tuo
jouw
61
la tua
jouw
62
lo studente
de student
63
la residenza
de woonplaats
64
chi
wie
65
Chie è lui?
Wie is dat?
66
di dove
waarvandaan
