H13 Angst Flashcards
(44 cards)
Wat is de definitie van een paniekaanval?
Een abrupte golf van intense angst of ongemak die binnen enkele minuten een piek bereikt en gepaard gaat met minstens 4 fysieke en cognitieve symptomen
Paniekaanvallen =/ niet altijd paniekstoornis
Wat zijn symptomen van een paniekaanval?
- hartkloppingen
- Transpireren
- Trillen of beven
- Gevoel van ademnood of verstikking
- Pijn of druk op de borst
- Misselijkheid of buikklachten
- Duizeligheid of licht gevoel in het hoofd
- Tintelingen
- Opvliegers of koude rillingen
- Controle over zichzelf verliezen of gek worden
- Angst om dood te gaan
Benoem de 8 soorten angststoornissen
- Angststoornis
- Separatie angststoornis
- Selectief mutisme
- Specifieke fobie
- Sociale angststoornis
- Paniekstoornis
- Agorafobie
- Gegeneraliseerde-angststoornis (GAS)
Welke 6 symptomen kent GAS?
- Rusteloosheid
- Vermoeidheid
- Concentratieproblemen
- Prikkelbaarheid
- Slaapproblemen
- Spierspanningsklachten (nek/schouders)
Welke theorieën geven een verklaring voor het ontstaan van angststoornissen?
- Biologische theorieen
- Cognitieve theorieen
Hoe verklaren biologische theorieën angsttoornissen?
- Neurotransmitter regulatie: NA (geactiveerd bij fight-flight), serotonine (laag –> ontregeling andere neurotransmittersystemen, NA –> angst), GABA (tekort)
- Hersenen: angstnetwerk: amygdala, insula, ACC
Hoe is het angstnetwerk betrokken bij angststoornissen?
Amygdala: verschillende angst- en emotiegerelateerde procesen
Insula: Betrokken bij verwerking van emoties, subjectieve gevoelens en interoceptief bewustzijn
ACC: Toenaderings- en vermijdingsgedrag (approach-avoidance) en aanleren vreesreacties
Welke psychologische theorieën over angststoornissen ken je?
- Gedragsmodellen: rol van leerprocessen en bekrachtigende aard van vermijdings- en veiligheidsgedrag. Klassieke (verklaring ontstaan angst) en operante conditionering (bekrachtiging/straf)
- Cognitieve theorieën: gaan er vanuit dat angststoornissen het gevolg zijn van ontregelingen in de manier waarop informatie wordt waargenomen, verwerkt en opgeslagen. Interpretatiebias, cognitieve (gevaar) schema’s
Wat weet je over het beloop van angststoornissen?
- Ongunstig bij angst- en stemmingsstoornissen
- Veel terugval. Subtresholdsymptomen
- ~50% herstel, 50% langdurig beloop
Welke 3 taxatiemethoden van angststoornissen ken je?
- Interview (meest gebruikt)
- Zelfrapportagevragenlijsten
- Zelfregistratieopdracht
Wat is het doel van taxatie?
Verhelderen van de aard en ernst van de angstklachten van de client, het stellen van een valide diagnose en het uitsluiten van alternatieve diagnoses
Wat is casusconceptualisatie?
Theorie over hoe in het individuele geval de klachten zijn ontstaan en in stand worden gehouden. Geeft richting aan individuele behandelplan
Noem 2 type interventies voor angststoornissen
- Sequentieel: falsificeren van angstige verwachting (exposurebehandeling)
- Referentieel: verwerking of herevaluatie geactiveerde herinnering
Geeft 2 voorbeelden van angstvragenlijsten
- Zelfbeoordelingsvragenlijst (ZBV)
- Fear Questionnaire
Geef 7 voorbeelden van stoornis- of symptoomspecifieke vragenlijsten
Paniek:
body sensations questionnaire (BSQ)
Agoraphobic Cognitions questionnaire (ACQ)
Mobility inventory (MI)
Sociale-angststoornis:
Social Phobia and Anxiety Inventory (SPAI)
Brief Fear of Negative Evaluation Scale (BFNE)
Piekeren
Penn State Worry Questionnaire (PSWQ)
Benoem 3 voordelen van zelfregistratieopdracht
- Inzicht in huidige frequentie en ernst van angstsymptomen
- Inzicht in therapietrouw en effecten behandeling
- Geen vertekening (wel bij interviews en vragenlijsten want retrospectief)
Wat moet getaxeerd worden voor angstbehandeling?
- DSM-classificaties
- Belangrijke kenmerken (fysieke symptomen, inhoud angstige gedachten, vermijdings- en veiligheidsgedrag)
- Ontwikkeling + beloop klachten
- Familiefactoren
- Ernst en frequentie en beperkingen op functioneren
- Relevante vaardigheden
- Behandelgeschiedenis
- Gezondheidsfactoren vio symp/behandeling
Waaruit bestaat farmacologische behandeling voor angststoornissen?
- Antidepressiva (1e keuze behalve bij specifieke fobieën, SNRI’s goed werkzaam)
- Benzodiazepinen (indidenteel bij specifieke fobieën; GABA versterken, gevaar van afhankelijkheid)
Benoem 7 CGT interventies bij angststoornissen
- Psycho-educatie
- Registratieopdrachten
- Relaxatietechnieken
- Cognitieve herstructurereing
- Exposure
- Responspreventie
- Vaardigheidstraining
(8. Terugvalpreventie)
Noem 5 kenmerken van de beginfase van CGT-behandeling bij angststoornissen
- 1-3 sessies. Doel = inventarisatie + diagnostiek klachten en problemen, formuleren hulpvraag, DSM-5
- Functieanalyse
- Betekenisanalyse
- Opstellen behandelplan
Waarin verschillen de DSM-classificatie en de CGT-taxatie?
DSM-classificatie: Zoeken naar overeenkomsten tussen groepen clienten
CGT-taxatie: mbv functie- en betekenisanalyse, unieke kenmerken van clienten, bepalen welke interventies aangeboden moeten worden
Wat houdt de functieanalyse in?
Doel: nagaan welke verwachte pos gevolgen het problematische gedrag in stand houdt en welke verwachte negatieve uitkomsten gewenst gedrag voorkomen; feitelijke negatieve gevolgen van problematisch gedrag in kaart brengen
Wat houdt de betekenisanalyse in?
Doel: Disfunctionele betekenissen opsporen die clienten toekennen aan in principe neutrale situaties
Benoem kenmerken van de eindfase van CGT-behandeling bij angststoornissen
- 2-3 sessies,
- transfer of change
- terugvalpreventie (formeel in plan of samenvattingen lessen bundelen)
- eindevaluatie
- afscheid